De Allah van de islam kan niet dezelfde zijn als de God van de Bijbel

J.W. Embregts / J. Kruisman • 85 - 2009 • Uitgave: 20
De artikelen over de Allah van de islam in de nummers 12 en 13 van Het Zoeklicht hebben een aantal reacties opgeleverd, waar we hier nader op in willen gaan.
In de reacties valt een zekere naïviteit te bespeuren. Nogmaals wijzen we er op dat wij niet zomaar onbevangen mogen luisteren naar een bron als de Koran. Gehoorzaam de Schrift en respecteer de regels die God aan ons heeft gegeven! De duisternis wenst de deur van ons hart te openen, zodat wij beïnvloed kunnen worden. Door het denken dat Allah dezelfde god zou zijn als JHWH, hebben wij reeds de deur van ons hart tot deze god open gezet. Wat ernstig! Als gelovigen in Jezus Christus, met de Bijbel als basis, horen we de nodige onderscheiding te hebben in wat van God komt en wat niet. We kunnen onmogelijk datgene wat in de islam gebeurt op grond van de Koran, herkennen als het werk van de Heilige Geest.

We kunnen de Koran ook met verkeerde ogen lezen. Iemand schreef over “de grote waardering van de islam voor Jezus”, terwijl de volgelingen van Jezus ernstig door hen worden onderdrukt! Maar de Koran is helemaal niet waarderend over Jezus, want daar wordt de kruisiging van Jezus verloochend. In Soera 4:157 staat: ‘niet hebben zij hem gedood en niet hebben zij hem gekruisigd… niet hebben zij hem gedood in zekerheid.’ Daarmee het aanstotelijke van het kruis bevestigend. Dit is een duidelijk bewijs dat Allah niet dezelfde als God kan zijn, want de islam beroemt er zich op dat de Koran rechtsreeks van Allah zelf afkomstig is, maar die Koran is met deze uitspraak, die het hart van het evangelie raakt, flagrant in strijd met de Bijbel die van God afkomstig is. Trouwens, een opvallend facet is dat in de Koran het woord Allah overal met een hoofdletter wordt geschreven, maar God met een kleine letter!

Een andere duidelijke uitspraak van de Koran staat in Soera 19:88-99, dat als opschrift draagt: ‘GOD HEEFT ZICH GEEN ZOON GENOMEN’ en luidt: ‘En zij zeggen: De Erbarmer heeft zich een zoon genomen. Gij zijt waarlijk tot een heilloos ding gekomen. Haast zouden daardoor de hemelen gespleten worden en de aarde gekliefd en de bergen tot gruis vervallen. Doordat zij aan de Erbarmer een zoon toekennen. Terwijl het voor de Erbarmer toch niet van node is, dat Hij Zich een zoon neemt.’
We kunnen het eerst eenvoudig zeggen: kan een vader die zegt een zoon te hebben dezelfde zijn als de vader die zegt geen zoon te hebben? Het is toch duidelijk dat het om twee verschillende vaders moet gaan.
Nu kunnen we de Bijbelteksten opsommen waar Jezus de Zoon van God wordt genoemd, maar de kern vinden we in de eerste brief van Johannes. 1 Johannes 5:1-12 zegt o.a.: ‘Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en ieder, die Hem liefheeft, die deed geboren worden, heeft ook degene lief, die uit Hem geboren is… Wie is het, die de wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is?… Indien wij het getuigenis der mensen aannemen, het getuigenis van God is meerder, want dit is het getuigenis van God, dat Hij van zijn Zoon getuigd heeft. Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich; wie God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, omdat hij niet geloofd heeft in het getuigenis, dat God getuigd heeft van zijn Zoon. En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.’

Hier ligt de scheidingslijn tussen de Koran en het Woord van God. Er staat dus letterlijk, dat wie niet gelooft dat Jezus de Zoon van God is, God tot een leugenaar maakt. Ernstig! Al eerder had Johannes geschreven: ‘Wie is de leugenaar dan wie loochent, dat Jezus de Christus is? Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent. Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader’ (1Joh. 2:22-23). Petrus deed dan ook de uiterst belangrijke uitspraak: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’ Jezus bevestigde dit op een niet te miskennen manier: ‘Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is’ (Matt. 16:16-17). Als Allah nu precies het tegenovergestelde zegt, dan is daarmee aangetoond dat per definitie de God van de Christenen nooit tevens de Allah van de islam kan zijn. Die twee sluiten elkaar uit en de scheidslijn ligt bij Jezus, de Zoon van God.

Een van de reacties luidde: “Allah is gewoon de naam van onze God…” Daarmee is nog niet gezegd dat we het over dezelfde god hebben. Allah is inderdaad ‘gewoon’ het Arabische woord voor g(G)od, maar is deze ‘Allah’ inderdaad de God van Abraham, Isaäk en Jakob? Wijst dat woord eenduidig naar JHWH, de God van de Bijbel? Dhr. Van de Giessen1 kwam na een grondig onderzoek tot de conclusie: ‘Het moge duidelijk zijn dat de God van de Bijbel niets te maken heeft met de afgod Allah, welke in het pre-islamitsche tijdperk een maangod was binnen het Arabische pantheon en vereerd werd bij de terebinten (‘heilige bomen’)…’
‘Hoor, Israel: de HERE (= JHWH; Jahweh) is onze God; de Here (= JHWH; Jahweh) is één!…’ (Deut. 6:4). Het is bijzonder opvallend dat het woord JHWH, de eigennaam van onze God, nergens in de Koran voortkomt. In de Arabische wereld was het verwarrend dat in de Arabische Bijbel (niet de Koran!) het woord ‘God’ vertaald was met ‘Allah’. Gelukkig komt het woord ‘Allah’ voor de God der Schriften, dat tot veel verwarring onder christenen heeft geleid, in de herziene vertaling van de Arabische Bijbel (Smith & van Dyke vertaling) niet meer voor.

Nu zitten er gevaren vast aan het geloof in Allah = God. Juist op dit moment leeft er een sterke verwachting onder de sji’itische islamieten van de komst van de Mahdi, de islamitische Messias. Het gaat om de ‘twaalfde imam’ die in 868 geboren is en spoorloos verdwenen is. Allah zou hem verborgen hebben gehouden om hem later tot openbaring te brengen. President Ahmadinejad van Iran ziet zichzelf als de voorloper van de Mahdi, misschien zelfs wel als de Mahdi zelf. Volgens die verwachting zal Jezus de Mahdi gaan bijstaan, zelfs in de vernietiging van Israël. Nu wordt die komende Mahdi door christenen gezien als de komende antichrist. Zo zou Jezus dan de dienaar van de antichrist gaan worden? Dat is wel de omgekeerde wereld. Je gaat je dan zelfs afvragen: wie is dan deze Jezus waarin de islamieten zeggen te geloven?
We moeten ons realiseren, dat als er ergens in de islamitische landen iemand opstaat, die met veel overtuigingskracht zegt dat Allah/God hem gezonden heeft als de langverwachte Mahdi, er veel joden en christenen zouden kunnen zijn die deze persoon gaan aanzien voor de langverwachte Messias. Nu zijn er oude Bijbelse profetieën (Dan. 9:27) die aangeven dat de Joden met een dergelijke figuur een verbond gaan sluiten op grond waarvan zij de tempeldienst mogen hervatten en dat hun profeet Jesaja zoiets kenschetst als een ‘verbond met de dood’ (Jes. 28:15). De Joden zullen na enkele jaren moeten ontdekken zwaar bedrogen te zijn en dat dan pas voor hen ‘de hel losbreekt’. Juist het standpunt van Allah = God kan dat in de hand werken.
Daarom is het uitermate belangrijk onze visie op de islam en hun heilige boek de Koran te toetsen aan de Schrift. Daar worden we niet vrolijker van. Wat een genade dat we Jezus mogen kennen: de Weg, de Waarheid en het Leven!

Door J.W. Embregts en J. Kruisman

1 http://bijbelaantekeningen.blogspot.com/2006/12/is-de-heere-dezelfde-als-allah-2.html