De naam van Jezus is geen toverformule

ds. Oscar Lohuis • 87 - 2011 • Uitgave: 3
Misschien heeft ook wel eens een dergelijk verhaal gehoord. Stelt u zich eens voor: een gelovige vrouw is ziek en wordt steeds zieker. Na verloop van tijd komt het bericht van de artsen: “Wij kunnen niets meer voor u doen.” Deze zieke vrouw gaat met haar man naar een genezingsdienst. Daar wordt niet alleen voor haar gebeden. Nee, op een gegeven moment zegt de gebedsgenezer tegen haar: “Wees genezen!” Sterker nog, er wordt expliciet tegen haar gezegd: “Je bent genezen! Je mag gaan staan in de genezing die de Here voor je heeft. In de Here ben je genezen!” Dolblij gaat deze vrouw naar huis. Ze zegt tegen haar kinderen, haar familie en haar medechristenen: “Weten jullie het al? Ik ben genezen!” Een andere christen vraagt daarop aan haar: “Hebben de artsen bevestigd dat je bent genezen?” “Nee”, zegt zij dan, “we wandelen in geloof en niet in aanschouwen. We weten door het geloof dat ik genezen ben en staan in de genezing die God heeft gegeven.” In sommige van dergelijke situaties wordt iedereen die vraagtekens durft te stellen bij de genezing gezien als iemand die niet gelooft. Soms worden deze mensen dan niet eens meer toegelaten tot de zieke. Diverse schrijnende situaties als deze heb ik in de loop der jaren meegemaakt. Een zuster was werkelijk doodziek, ze lag zelfs op sterven. Maar nog nooit had zij met haar man en kinderen gesproken over het mogelijke sterven. Er waren geen voorbereidingen getroffen Er werden geen laatste dingen meer gezegd. Er werd geen afscheid genomen. Vlak voor haar sterven begon haar buik op te zwellen. Haar man zei: “Kijk, nu geneest de Heer haar.” Maar kort daarna was zij heengegaan. U kunt zich voorstellen dat zowel haar man als haar kinderen daarna in een geloofscrisis zijn terechtgekomen.
Het is een normaal verschijnsel dat iemand die te horen krijgt dat hij of zij ernstig ziek is en niet meer lang te leven heeft, dit in het begin ontkent. Het is de eerste fase van een proces dat dan op gang komt. Daarna komt vaak boosheid, het beleven van het verdriet en tenslotte de aanvaarding. En daarna, als het goed is, een gezonde voorbereiding op het sterven. Door deze verkeerde theologie en deze verkeerde wijze van ‘gebedsgenezing’ blijven mensen steken in de eerste fase, namelijk die van de ontkenning. Het niet kunnen en willen geloven dat je werkelijk gaat sterven is in het begin heel normaal, maar door deze vroomheid komt het verdere proces niet op gang.
In Deuteronomium 18:20 komen we deze tekst tegen, die gaat over mensen die profeteren: ‘Maar de profeet die overmoedig handelt door een woord in Mijn Naam te spreken dat Ik hem niet geboden heb te spreken, of die in de naam van andere goden spreekt, die profeet zal sterven.’ En: ‘Wanneer die profeet in de Naam van de Heere spreekt, en het gebeurt niet en het komt niet uit, dan is dat een woord dat de Heere niet gesproken heeft’ (vers 22). Of iemand een ware profeet is of niet, blijkt uit het feit of de profetie uitkomt of niet. Ook in de tijd van Jeremia bijvoorbeeld waren er veel valse profeten. Wat zij profeteerden kwam uiteindelijk niet uit. Wat Jeremia profeteerde kwam wel uit. Vals profeteren is een kwalijke zaak.
Nergens in de evangeliën lees ik dat Jezus tegen een zieke zegt: “Wees genezen!” en het gebeurt niet. Nergens in het boek Handelingen lees ik dat Petrus of Paulus tegen een verlamde zegt: “Sta op!” (bijv. Handelingen 3:6 of 9:34) en de verlamde blijft liggen en staat niet op. Jezus en de apostelen waren geen valse profeten, maar ware profeten. Wat zij profeteerden, ook ten aanzien van de genezing, dat gebeurde ook. De apostelen gingen niet rond om over alle zieken genezing uit te spreken, om lukraak tegen alle zieken te zeggen: “Wees genezen! In Christus ben je genezen!”, waarbij dan enkelen misschien ook werden genezen. Nee, Jezus Christus genas soms mensen door de apostelen heen. Soms werden zij geleid om een wonder te verrichten. Maar zij gebruikten de naam van Jezus niet als een toverformule die wellicht bij deze of gene een nuttige uitwerking had.

Ik ben bang dat er in sommige evangelische en charismatische kringen sprake is van grote overmoed. In de meeste gevallen zal het goedbedoeld zijn, maar dat neemt niet weg dat het dwaas is. Er zijn er die veel te scheutig zijn met beloften van genezing. Dan kun je zeggen: “OK, baat het niet dan schaadt het niet.” Maar het schaadt wel wanneer er tegen mensen wordt gezegd dat ze genezen zijn terwijl dat helemaal niet zo is. Het is een kwalijke praktijk die wij met klem moeten afwijzen. Christenen sterven nog steeds. Volkomen genezing is niet de norm voor de gelovige in Christus in dit leven. Straks wel, bij de opstanding uit de dood, maar nu nog niet. Soms doet de Here wonderen van genezing. Daar mogen we zeker voor bidden. Maar wij mogen God niet gaan commanderen. Wij mogen niet op de stoel van God gaan zitten. En wij mogen niet in de naam van Christus iets zeggen waar Hij niet achter staat. In het oude Israël stond de doodstraf op deze praktijk. In de gemeente van Jezus Christus moeten deze valse profeten worden verboden om hier mee verder te gaan.

Ds. Oscar Lohuis