Lezers in de pen - jrg. 75-02

Joop Schotanus • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 2
GvdP. te V reageert zonder het tweede artikel af te wachten een beetje voortijdig op sabbat of zondag met de opmerking over de scheppingsorde. 'God heeft bij de schepping toen er nog geen sprake was van het volk Israël de zevende dag ingesteld als Rustdag. Dat is weer bevestigd in de tien geboden. Maar absoluut niet alleen voor Israël. Dat is nergens in de Schrift te vinden.' Dan gaat hij verder aantonen, ook op grond van het artikel van ds. Abma, dat mensen de sabbat veranderd hebben in de zondag, met als gevolg de scheiding tussen Jodendom en Christendom. Met dit laatste herhaalt u haast letterlijk wat ik over het 'schisma' heb geschreven. Ik was erg blij met de slotzin in uw brief, dat het belangrijkste is dat we oprecht geloven in de Here Jezus als Verlosser en dat past weer heel goed bij het vervolgartikel in nummer 26, waar ik de nadruk leg op de zevendaagse sabbatsrust, die een gelovige mag ervaren. Ondertussen zult u begrepen hebben dat het mij in. eerste instantie helemaal niet ging om een bepaalde dag in de week. Het ging mij om iets dat daar ver boven uitsteekt, de ononderbroken geestelijke geloofsrust van Hebr. 3 en 4., omdat wij mogen rusten van onze werkheiligheid. Hier wordt de rust van de scheppingsorde ook mee in verband gebracht. Zelfs al zou je vanwege een heidense regering nooit meer een aparte rustdag kunnen vieren, dan toch blijft er een rust over voor het volk van God. " Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de Zijne" (Hebr. 4:10).

L.H.G. te M schrijft na bijna een jaar n.a.v. een paar zinnen in een artikel uit die tijd, waarin ik schrijf over
christelijke plannenmakers die de agressieve gave hebben om mensen geld uit de zak te trommelen. Deze persoon is daarvan de dupe geworden en of ik daar alsnog iets aan zou kunnen doen? Na een lange omweg heeft mij dit schrijven twee keer bereikt, omdat het niet aan onderstaand adres was gericht. In een ruggespraak artikel heb ik geschreven dat ik wat persoonlijke ontboezemingen van iemand gekregen had, waar ik geen raad mee wist. Voor zulke zaken moet men bij de rechter zijn. Met de beste wil van de wereld zouden wij niet weten hoe we hier mee aan zouden moeten, tenzij het onszelf betrof.

P.H. te T heeft al jaren het teken van de vis op de auto. Hij stuurt mij een folder, waarin tientallen verschillende betekenissen worden toegeschreven aan de vis als symbool. Hij is zelf door die folder in verwarring gebracht en overweegt om de vis weer van de auto af te halen. Het vis-teken zal misschien voor alles en nog wat gebruikt kunnen
worden. In de tijd van vervolgingen in de beginperiode van de Gemeente werd het als onderlinge herkenning gebruikt. De laatste jaren wordt het in Nederland massaal publiekelijk gebruikt om aan te geven dat men christen is. De naam 'ichthus' is het Griekse woord voor vis en de letters vormen samen de beginletters van de zin: "Jezus Christus, zoon van God, Redder".

R.A.vG. te H en W.F.L. V te S schrijven tamelijk uitvoerig over problemen in eigen gemeente, met het verzoek om mee te helpen aan een oplossing. Lieve mensen, hoe graag we ook zouden zien dat al onze lezers een heerlijk en veilig plekje zouden hebben in een plaatselijke gemeente, maar de zorg hiervoor gaat ons vermogen ver te boven. We hopen dat u enigszins opgelucht bent, dat u uw problemen aan het papier hebt toevertrouwd, maar dat lijkt me tegelijker tijd een schrale troost. Deze rubriek is in eerste instantie bedoeld voor zaken die men graag kwijt wil n.a.v. de inhoud van Het Zoeklicht.

Naar aanleiding van een artikel in het AD schrijft W.vdT. te N Het onderwerp is 'Religie als Ziekte', waarin Rex Brico tekeer gaat tegen uitlatingen in Het Zoeklicht over de eindtijd. 'Wij hebben gezondigd en de maat is vol' De vergelijkingen van Rex Brico met profeterende mensen uit de geschiedenis zijn buiten elke proportie. Ondertussen zullen wij doorgaan met heel nuchter te waarschuwen tegen allerlei afval in kerk en maatschappij en oproepen tot vernieuwde toewijding aan de Heer der Heren.

J.K. te D weet zich aangesproken door de nadruk in Het Zoeklicht op verootmoediging, maar is het streven naar eenheid niet evenzeer belangrijk. Kijk maar naar Johannes 17, waarin het één zijn benadrukt wordt, opdat de wereld tot erkenning van Christus kome. Er wordt zoveel naast elkaar i.p.v. met elkaar gedaan. Dit belemmert toch het werk van de Heilige Geest. Ik ben het helemaal met u eens dat waar allen die de Heer kennen en Hem bekend willen maken, samenwerken aan een gemeen- schappelijk getuigenis, dit getuigenis daardoor wordt versterkt. Ook al kan men niet overal aan meedoen, men kan laten merken dat men achter de geestelijke activiteiten van mede-broeders en -zusters staat. Men zal dan ook steeds meer gaan ontdekken dat dingen samen gedaan kunnen worden.

G.A.R. te E geeft mij een zoekopdracht. Hij vraagt om enkele verdere gegevens n.a.v. een bericht in Zoeklicht nr. 25 over het land Micronesië, dat altijd met Amerika achter Israël staat in de VN. Voor de toekomst verwijzen we leergierige lezers met dit soort vragen graag naar een bibliotheek of misschien gewoon een atlas. Voor deze keer dan! Micronesië is een gebied van vier eilandengroepen in de Stille Zuidzee met Kolonia als hoofdstad, op het eiland Pohnpei. De officiële taal is Engels. De godsdienst is hoofdzakelijk protestant en katholiek, maar niet vrij van animistische invloeden. Na het Japans beleg van de tweede wereldoorlog werden deze eilandengroepen mandaatgebied van de Verenigde Staten tot aan 1978. Daarna vormden drie van de vier eilandengroepen een federale republiek. De vierde groep is mandaatgebied van de VS gebleven.

Joop Schotanus