Ongezonde kramp of gezonde spanning

Joop Schotanus • 81 - 2005/06 • Uitgave: 18
Ongezonde kramp of gezonde spanning



Uitgangspunt in een artikel van een dominee in het ND was, dat als je een onderscheiding maakte tussen ”genadegelovigen” en “groeigelovigen”, dat daarmee de spanning weggeduwd wordt tussen het tegelijk zondaar en gerechtvaardigde zijn. Hij verstond onder genadegelovigen hen die alleen maar weet hebben van de vergeving van zonden. De groeigelovigen concentreren zich op de noodzaak van geestelijke groei. Er stonden behartenswaardige dingen in het artikel, maar het leek mij dat de schrijver niet voldoende invoelingsvermogen met zijn kudde had wat betreft het verschil tussen een ongezonde kramp bij zovelen en een gezonde spanning bij zo weinigen. We zouden het begrip vleselijke christen ook niet mogen toepassen op mensen, die alleen maar weten van vergeving van zonden en zich niet druk maken om groei. Dat etiket hoort bij mensen, die uit zijn op het spectaculaire, maar geen oor hebben voor de gewone woordverkondiging. Misschien hebt u al genoeg van mij gelezen om te weten dat ik juist bewogen ben over hen die zich elke zondag onder het Woord stellen, maar geen enkel idee hebben van de voorwaarden tot geestelijke groei. Daarom heb ik onderstaande brief aan de dominee geschreven 1. Hopende elkaar op deze manier verder te kunnen helpen.



Geachte dominee,
Het blijkt dat uw artikel in het ND van 13 april mede een reactie is op mijn ‘ingezonden’ van een week eerder. U schijnt het belangrijk te vinden dat er spanning is tussen genade en groei. Even afgezien van de onjuiste duiding van deze twee (want groei is evenzeer genade) wenste ik dat het alleen maar om “spanning” ging. In wezen is uw benadering vooral een pleidooi voor het in stand houden van de “kramp”, die mede volgens Aad Kamsteeg zo kenmerkend is voor christenen, die niet meer kennen dan het al maar strijden tegen zonden en nooit ontdekt hebben dat er eerst afgerekend moet worden met de zonde van de zelfhandhaving (enkelvoud). Hierbij komen Romeinen 6 en 8 in beeld. Verder zijn er die dat soort strijden hebben opgegeven en alleen nog het belijden van zonden en vergeving ontvangen over hebben gehouden. Omdat hen de volle raad Gods niet wordt verkondigd aangaande dat ene dat ontbreekt (opgeven van zichzelf) blijven ze op verkeerd spoor.

Uw interpretatie van Paulus ondersteunt
mensen om bij voortduring te leven in het donkere halletje van zondenbesef (ware het slechts het zonde-besef van Rom. 7!) zonder in de doorzonkamer van Romeinen 8 terecht te komen. Het halletje is niet bestemd om daarin te wonen. Het streven van Paulus in Filippenzen 3 past u toe op een gedragsleven van goed en kwaad, terwijl het verband aangeeft dat hij er intens op gericht is om blijvend op het nulpunt te verkeren (gelijkvormig aan de dood van Christus). Zijn streven is sterven! Hij vindt het niet vanzelfsprekend om naar het vlees te leven. Hij leeft niet in de kramp om eigen gerechtigheid te bewerken. In één adem kan hij uitroepen: “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood en God zij dank, door Jezus Christus, onze Here. Uitgangspunt is onze nieuwe positie in Christus en niet de ellendige mens (dat is naar het vlees leven), maar het is een radicale verlossing, zodat er geen (zelf)veroordeling meer nodig is (Rom 8:1). De vereenzelviging met de dood van Christus geeft de ruimte aan de Geest tot een overwinnend leven.

Het is niet een opklimmen vanuit onze zondige aard naar iets hogers, maar door het belijden van zonden terugveren in de hoge positie van het normale christenleven van de gemeenschap met de Heer en met elkaar op dat niveau (1 Joh 1). Dat is heel wat anders dan een soort oppervlakkige sorry-cultuur van “in de vergeving van al onze zonden”.

Naar de Schriften en naar de volle raad Gods is onze nieuwe geheiligde positie in Christus het uitgangspunt voor ons christenleven door de verlossing uit het “ik ellendig mens”.

Als het gaat om de kenmerken van de normale christen ten aanzien van goede werken, dan is het niet een kwestie van uitsloven, maar geloven; niet proberen, maar reflecteren; niet inspannen, maar ontspannen; niet streven, maar sterven. Het gaat niet om uiterlijke dwang, maar innerlijke drang.



Met een vriendelijke broedergroet,



Joop Schotanus




1 Geen reactie gehad!