Openbaring 4:1

Jeep van der Schoot • 90 - 2014 • Uitgave: 24
De opname van de Gemeente

De opname van de Gemeente is niet hetzelfde als Zijn wederkomst. Bij het bestuderen van het profetisch Woord is het belangrijk dat we deze twee spectaculaire en ingrijpende gebeurtenissen van elkaar onderscheiden. Dat moeten we ook doen met Gods heilsplan voor Israël en de Gemeente. Zo zijn Gods beloften voor Zijn Oude Verbondsvolk aards (Genesis 12:1-3) en die voor de Gemeente hemels (Filippenzen 3:20-21).

Met de opname worden alle wedergeboren christenen in een oogwenk weggevoerd naar de hemel. Bij de wederkomst komt Christus als Koning terug, om samen met de opgenomen heiligen Israël te verlossen van zijn vijanden (Openbaring 19:10-16). Dan zal elk oog Hem zien komen en zal Hij Zijn voeten op de Olijfberg zetten (Openbaring 1:7; Zacharia 14:4-6).
De opname, daar hoeven geen vervullingen aan vooraf te gaan, want dat kan elk moment gebeuren. Berekeningen maken heeft daarom geen zin! De tekenen die aan Zijn wederkomst vooraf gaan, staan in Openbaring 6-19, maar bijvoorbeeld ook in Matteüs 24, ‘de rede over de laatste dingen’.

De weerhouder
Ongetwijfeld zal de wereld enorm geschokt zijn, wanneer er plotseling wereldwijd miljoenen christenen vermist worden en uit strafkampen en gevangenissen verdwenen zijn! Misschien wordt er wel gedacht aan ufo’s die hen hebben meegenomen, of dergelijke buitenaardse speculaties. Opmerkelijk is dat Paulus spreekt van een weerhouder die verwijderd moet worden voordat de antichrist zich kan openbaren. De schijn-messias zal als nieuwe wereldleider met voortreffelijke politieke oplossingen komen en een Nieuwe Wereldorde brengen (Daniël 8:24-25; 9:27). Hij zal de wereld verleiden met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen. Hij zal zelfs aanbeden worden.
Zolang de Gemeente nog op aarde is kan hij zich niet openbaren. Speculeren over een specifiek persoon heeft daarom geen zin. Pas na de opname: ‘Dan kan ‘de wetteloze’ zich openbaren…’ (zie 2 Tessalonicenzen 2:1-12).

Pas op voor verdraaiing
Sommigen beschouwen de opname van de Gemeente als on-Bijbels. Zij menen dat de ongelovigen van de aarde worden weggenomen. Onterecht citeren zij Matteüs 24:38-41. Deze tekst wordt door hen verkeerd toegepast: ‘…en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam’. Degenen die deze dwaalleer aanhangen noemen zich ook wel ‘Manifest Sons’. Zij geloven dat de zonen Gods de volmacht hebben ontvangen om het Koninkrijk op aarde te vestigen en dat aan Christus te overhandigen wanneer Hij komt (Kingdom Now theology). Dit is absoluut on-Bijbels en een sluwe verdraaiing van de boze. Zie maar wat de profeet Jesaja heeft voorzegd en wat de apostelen aan de Here Jezus vroegen vóór Zijn hemelvaart:
‘Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over Zijn Koninkrijk, doordat Hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid’ (Jesaja 9:6 vgl. Daniël 2:34-35).
‘Zij dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?’ (Handelingen 1:6).

De grote ontsnapping!
De opname vóór de Grote Verdrukking is een Bijbelse escape. We moeten christenvervolging en de komende toorn tijdens ‘de Grote Verdrukking’ van elkaar scheiden (vgl. 2 Timoteüs 3:12 met Openbaring 6:16-17). De komende toorn zal namelijk komen ‘als een dief in de nacht’ (1 Tessalonicenzen 5:2). Althans voor alle naamchristenen en ongelovigen (Openbaring 3:3).
Uit de volgende tekst blijkt wel dat de opname een beloofde ontsnapping is: ‘Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen’ (Openbaring 3:10). Zie ook 1 Tessalonicenzen 1:10.

Een geheimenis
De Gemeente-bedeling was een geheimenis van vóór de grondlegging der wereld. De Hebreeuwse profeten hadden daar geen zicht op. Na Pinksteren is in het bijzonder aan de apostel Paulus dit geheimenis geopenbaard (Efeziërs 1:3-6; Kolossenzen 1:26). De Gemeente-periode wordt wel een tussentijd genoemd. Tot de opname staat Gods klok voor Israël stil. Na de opname pakt God de draad met Israël weer op en zal ‘gans Israël’ behouden worden (Romeinen 11:26). Dus bij de opname eindigt het tijdperk van de Gemeente.
Niet alleen het Lichaam van Christus, maar ook de opname wordt een ‘geheimenis’ genoemd: ‘Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik…’ (1 Korintiërs 15:51-54). Dan zullen wij aan Hem gelijkvormig zijn en kunnen we niet meer zondigen, ziek worden en sterven. Daarom noemt Paulus deze zalige hoop ‘de verlossing van ons lichaam’ (Romeinen 8:23). Wat een troost en bemoediging voor alle oprechte gelovigen!

Klim hierheen op!
In Openbaring 4:1 staat een belangrijke tekst (vgl. Openbaring 1:19): ‘Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: “Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet”.’ Wat heeft dit ons te zeggen?
Namelijk dit: de Gemeente-periode is tussen hoofdstuk 1 en 4 geplaatst, daarna gaat het over de dingen die moeten gebeuren voordat het Koninkrijk van Christus komt (Openbaring 4-19). De uitdrukking ‘wat na dezen geschieden zal’ komt ook in Daniël voor (2:28-29). De profeet Daniël verklaart aan koning Nebukadnessar dat er in ‘de toekomende dagen’, ‘na dezen’, vier andere koninkrijken zullen komen.
Door de geopende deur in Openbaring werden Johannes verborgenheden uit de hemel geopenbaard. Aan de Filadelfia-gelovigen is ook een geopende deur in de hemel gegeven (Openbaring 3:8). Profetisch mogen we daar mijns inziens een verwijzing naar de opname zien, want de Here deed hen een belofte, om hen te bewaren voor ‘de ure der verzoeking’ (vers 10). De deur is ook Christus, want door Hem alleen is er toegang tot het hemels Vaderhuis (Johannes 14:1-3).
De stem als van een bazuin met de oproep: “Klim hierheen op”, is ongetwijfeld een heenwijzing naar de opneming van de Gemeente. Net als Johannes, heeft waarschijnlijk ook Paulus een soortgelijke ervaring gehad (2 Korintiërs 12:1-4).

Onze hemelvaart
Christus ging ons voor bij Zijn hemelvaart. Wie weet hoe kort nog, dan zal er ook voor de Gemeente een grote exodus plaatsvinden: ‘want de Here Zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen’ (1 Tessalonicenzen 4:16-17). Maranatha! Ben je er klaar voor?

Jeep van der Schoot