Abram en Abraham

Jaap Bönker • 88 - 2012 • Uitgave: 1
We leven in turbulente tijden. Onze economie lijkt als een kaartenhuis in elkaar te storten, Israël komt steeds meer onder druk te staan, de Arabische wereld staat in brand, de islam verschuift zich steeds meer naar Europa, kerken en gemeenten in Nederland worstelen met problemen en verliezen terrein, en de vraag roept zich op: ’waar gaat het heen’?

Al jaren ben ik intensief betrokken bij allerlei werk in Israël en de landen daaromheen. Er is in die wereld veel gebeurd en er zijn grofweg twee beelden, namelijk de wereld voor 11 september 2001 en de wereld daarna. Voor 11 september 2001 was er nog niet zoveel beroering in de Arabische wereld. Israël lag wel steeds onder de loep van de wereld en de kerk, dat begon al in 1948 na het ontstaan van de staat. In de Arabische wereld gebeurde hoegenaamd niets.
Na 11 september 2001 stond de moslimwereld opeens nadrukkelijk op de kaart en sinds die tijd worden we in het Westen regelmatig en steeds nadrukkelijker gewezen op de gevaren van islam. In Nederland zijn we daar met name politiek op gewezen door Pim Fortuyn en Geert Wilders en dat geluid horen we steeds meer in de kerk. Het lijkt er op dat we geestelijk gezien geen antwoord meer hebben ten aanzien van de islam en kijken we naar de omstandigheden en naar politieke ontwikkelingen. Maar doen we daar Bijbels gezien recht aan?

Twee verbonden
Ik moet in deze tijden vaak denken aan de woorden van Psalm 2. De volken en natiën zinnen en woelen op ijdelheid en spannen samen tegen JHWH en Zijn Messias. We willen van God los, dat is de boodschap. En de Almachtige, Die lacht! Ooit heeft Hij over Zijn zoon gezegd: ‘Mijn Zoon zijt gij; Ik heb u heden gegenereerd’. Israël de eerstgeboren zoon van de Eeuwige JHWH (Exodus 4:22). Daarom een oproep van de Psalmdichter: ‘Kus de zoon opdat Hij niet toorne!’.
Israël is het absolute middelpunt van het handelen van de Here God, allemaal voortkomend uit de zegen die de Eeuwige gaf aan Abram (Genesis 12). Dat staat als een huis en zal nimmer veranderen. Wat zegt die zegen ons vandaag, gezien in het licht van de huidige ontwikkelingen?
Ik wil graag een en ander belichten vanuit het verbond dat de Here God sloot met Abram (Genesis 15) en het verbond dat Hij sloot met Abraham (Genesis 17), allebei voortvloeiend uit de roep die klonk in Genesis 12.
In Genesis 15 lezen we dat Abram in het verbond een aantal beloften kreeg, namelijk een nageslacht, een lijfelijke zoon, een erfgenaam en een toegewezen gebied van de rivier van Egypte tot de rivier de Eufraat. Dat wat wij vandaag de dag de Arabische wereld noemen, inclusief Israël.
De eerstgeborene in het huis van Abram is Ismaël, de zoon van hem met Hagar. Dertien jaar lang hebben Abram en Ismaël geloofd dat dit de lijfelijke zoon was en de erfgenaam die de Eeuwige had. Dan gaat de Eeuwige het verbond met Abraham uit Genesis 15 uitbreiden (Genesis 17). Dit uitgewerkte verbond (het is niet in plaats van) geeft de volgende interessante details. Sara zal zwanger worden en een zoon krijgen (Isaäk), een eeuwig verbond doelend op de Messias. Dit nageslacht zal het land Kanaän (Israël) krijgen.
Ismaël rol is daarmee niet uitgespeeld, want zegt JHWH: ‘Wat Ismaël betreft, Ik heb u verhoord; zie, Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaar doen zijn en uitermate talrijk maken; twaalf vorsten zal hij verwekken. En Ik zal hem tot een groot volk stellen.’ En, wonderbaarlijk wordt Ismaël als eerste besneden op 13-jarige leeftijd!

Abrahams zoon
Wat is het belang van deze twee verbonden die in elkaars verlengde liggen? Allereerst dat JHWH een plan heeft met Abraham, dat Hij vanuit hem de nakomelingen zegent, maar dat Hij een Messiaans verbond heeft met Isaäk, de Here Jezus. Ismaël krijgt tot vier keer aan toe een zegen mee van de Eeuwige, omdat het Abrahams zoon is (Genesis 21:11-13). Twaalf stammen zullen uit hem voortkomen en hij zal in het gebied wonen van de rivier van Egypte tot de rivier de Eufraat, tegenover (letterlijk) zijn broeder (Isaäk). Sinds 1948 is dit weer realiteit!
Israël is dus een apart gezette natie, dat is Gods oogappel (zie Exodus 19). Maar er is meer. Verbonden en verbondsgevolgen zijn niet vervangbaar, maar de beloften van plaats/positie in het plan kunnen wel verschillend zijn. Israël is de oudste zoon, maar dat zegt niets over de beloften aan Ismaël. Ik hanteer dus met nadruk de termen ‘verbond van Abram en Abraham’, omdat de implicaties daaruit verschillen, of beter gezegd explicieter worden naarmate de tijd voortschrijdt.
Er zijn maar weinigen die echt beseffen dat uit Ismaël 12 stammen voortkomen en dat de Eeuwige zich ‘verbonden’ heeft aan zijn nakomelingen. Er zijn uit het verbond met Abram wel degelijk beloften en profetieën ten aanzien van Ismaël en zijn nageslacht. Psalm 87 spreekt erover. Egypte (Rahab) en Babel, Filistea en Tyrus en Ethiopië worden genoemd. Volkeren die sterke relaties hebben met Ismaël. Wat te denken over Assur en Egypte vanuit de profetie uit Jesaja 19, zij zullen een zegen zijn in het midden der aarde, tezamen met Israël als derde! Er zal een tijd komen, zo zegt de profeet, dat zij JHWH zullen dienen. Wat te denken van de Filistijnen (Palestijnen)? De Here heeft ook voor dat volk een goede toekomst (Zacharia 9). Hij zal de wraak uit hun weghalen, ze zegenen en positie geven in Juda!
Natuurlijk zijn er ook gerichten over genoemde volkeren, maar is het daarmee afgelopen? Velen denken van wel, maar geloven wel dat Israël hersteld zal worden ondanks de negatieve profetieën over dit volk. Zo zal ook het nageslacht van Ismaël gezegend worden omdat het Abrahams zoon is! De Eeuwige heeft Ismaël zelf een naam gegeven: ‘God hoort’! En passant, er zijn in hele Bijbel maar vier personen die voordat zij geboren werden een naam van de Here God hebben gekregen: Ismaël, Isaäk, Johannes en Jezus, namen die alle beginnen met de letter van JHWH Zelf, de Jod!

Gods hand
Onvoorstelbare beloften dus, die voortkomen uit het verbond dat de Eeuwige heeft gesloten met Abram/Abraham. Zelfs de gebiedsgrenzen worden genoemd. Niemand kan die beloften veranderen, zelfs de nakomelingen van Ismaël niet in hun zich afzetten tegen Israël! Ook Israël niet door hun goddeloze handel en wandel, die zij veelal tentoongespreid hebben en spreiden (denk bijvoorbeeld aan het enorme abortuscijfer van Israël). Beloften van God zijn eeuwig!
Wij mensen proberen alles aards op te lossen. We proberen vredesverdragen te sluiten tussen Israël en de Palestijnen. We hebben kerkelijk gezien allemaal wel een mening over Israël en de Palestijnen, veelal gestoeld op de mening vanuit de media, maar vaak niet gestoeld op beloften van de Eeuwige. Hij zal instaan voor Israël dat een steen zal worden waaraan de volkeren zich zullen vertillen. Maar zien we ook de beloften aan Ismaël? Zien we Gods hand in de ontwikkelingen in de Arabische wereld?
Tot 11 september 2001 ging het steeds om een strijd tussen Isaäk en Ismaël wat betreft het erfbezit en de positie van de oudste zoon (wie is het belangrijkst; islam versus Jodendom/christendom?). Maar sinds genoemde datum zijn duizenden moslims tot geloof gekomen en dat gaat door. Velen lezen de Bijbel en zien de liefde van JHWH tot Israël in een nieuw licht! Steeds meer mensen (Jesaja 19) dienen JHWH, zoals Hij zich bekend heeft gemaakt aan Mozes.
Wat zal er met Israël gebeuren als steeds meer ex-moslims de naam van JHWH gaan aanbidden: jaloersheid? Steeds meer nakomelingen van Ismaël ‘kussen de zoon’, om met de woorden van Psalm 2 te spreken.

We leven in boeiende tijden, maar ook in tijden dat we de woorden van Gods eigen Woord steeds beter moeten gaan lezen. We leven in tijden dat het verbond dat Hij gesloten heeft met Abram en Abraham tot volheid aan het komen is. Geen politieke of gekleurde bril meer opzetten in de kerk, maar kijken naar de ontrafeling van het plan van de Eeuwige! Wij, mensen uit de Goijim, mogen ons daarin verwonderen.

Jaap Bönker

De auteur is directeur van St. Arabische Wereld Zending en o.a. schrijver van het boek
‘De God van Abraham, Isaäk én Ishmaël: Eén weg naar vrede in het Midden Oosten’ (2011, Timotheüs, Harderwijk).