De arrogantie van Darwinisten

Joop Schotanus • 81 - 2005/06 • Uitgave: 16
De arrogantie van Darwinisten

Er zijn een paar wetenschappers die het nodig vonden, om eens een tegengeluid te laten horen tegenover bepaalde theorieën, die als vanzelfsprekende uitgangspunten bij het ontstaan van het heelal worden aangenomen. In plaats van alles toe te schrijven aan dingen die per ongeluk gebeuren, ziet men steeds duidelijker dat er een ontwerp aan ten grondslag moet liggen. Kan het ontstaan en bestaan van de levende natuur uitsluitend toegeschreven worden aan een geleidelijke ontwikkeling van een voortdurende natuurlijke selectie en allerlei sprongsgewijze plotselinge veranderingen (mutaties)? Zelfs als je op deze wijze al maar terugredenerend terecht zou kunnen komen bij een bepaalde oorsprong, dan vraag je je toch weer opnieuw af: Wat is de oorsprong van die oorsprong? De wetenschap zal dat mysterie nooit kunnen oplossen.

Als we afgaan op onze allervanzelfsprekendste intuïtie, dan weten we dat er aan de allereenvoudigste zaken die we waarnemen, een ontwerp is voorafgegaan. Als we bijvoorbeeld kijken naar een muizenval, dan zien we dat er heel wat aspecten een rol spelen om het gewenste eindresultaat te bereiken. Iedereen weet dat bij het maken van een muizenval er van te voren diep nagedacht is om alle elementen in de juiste volgorde en op het juiste moment te laten functioneren. Het totaalbeeld dat men zich heeft gevormd van het eindproduct maakt het inspelen van de details op elkaar mogelijk. Bij het begin ligt het eindproduct al min of meer vast in de gedachten. Er kan niets aan de geleidelijkheid worden overgelaten. Ons leven is zo boordevol van technisch vernuft, dat we de werking daarvan alleen maar kunnen toeschrijven aan plannenmakende “intelligentie”. Denk maar eens aan de computer. Je kunt je bij voortduring verbazen over al de verschillende details waar men rekening mee heeft gehouden.

Omdat we die complexiteit ook in de levende natuur tegenkomen brengt ons dat op de gedachte van een ‘Intelligent Ontwerp’. In het engels spreekt men dan van een “Intelligent Design” Oftewel ID! In de wetenschap spreekt men dan heel voorzichtig van “sporen van een intelligent ontwerp”. De vragen die het spreken over ontwerp oproept, brengt ons bij een ontwerper. Ook al zou dat wetenschappelijk (nog) niet aan te tonen zijn, toch zegt onze omgang met de alledaagse dingen ons, dat we zo op deze manier wel terecht moeten komen bij een ontwerper. Ook al kan er over de aard van de ontwerper wetenschappelijk niet of niet veel gezegd worden, toch heeft de Ontwerper aan ons de Bijbel als begeleidend handboek gegeven om Hem te kunnen erkennen als de Schepper.

Alles in het Darwinisme was er op gericht om de noodzakelijkheid van een God uit te sluiten. Dit was voor het communisme dan ook de enige heilsleer. Nu de deur een beetje open gezet wordt voor de mogelijkheid van een “ontwerper”, wordt hier arrogant op gereageerd. Als een minister voorzichtig aanreikt dit nader te willen onderzoeken is er een en al ergernis in de Tweede Kamer.

Het Darwinisme wil niet alleen aantonen ‘dat’ maar ook ‘hoe’ er evolutie heeft plaats gevonden. De latere wetenschap moet zich nu in allerlei bochten wringen om duidelijk te maken dat het toch wel anders gegaan zou kunnen zijn dan ons in het Darwinisme wordt voorgehouden. Men heeft bepaalde mechanismen op kleine schaal nagebootst en de uitkomsten daarvan automatisch op grote schaal op een totaal ongrijpbaar gebeuren toegepast. Nu worden er allerlei pogingen gedaan om de uitgangspunten van de darwinistische evolutie-theorie te redden van de ondergang. Men is bang dat de mensen van Intelligent Ontwerp de dingen die we (nog) niet weten gaan toeschrijven aan een hogere macht.

Het wordt dus een keuze tussen twee benaderingen. De ene keuze, waar men de gedachte aan de mogelijkheid van een schepper beslist wil uitsluiten en de benadering waar men die mogelijkheid niet wil uitsluiten. Mensen die intuïtief weten dat er een Schepper aan ten grondslag is zijn blij met die tweede benadering, omdat het dan niet nodig is dat hen in de biologielessen dingen worden afgenomen die hen in de godsdienstlessen zijn onderwezen.
Ze mogen geloven dat in de patronen van de schepping, Gods Hand gezien mag worden.
Het blijde hemelrond
vertelt met blijde mond
Gods eer en heerlijkheid.


Joop Schotanus