‘Doei, ik ga echt niet naar een kerk toe'

Joël Oosterhagen • 92 - 2016 • Uitgave: 2526
Nadat hij van de middelbare school ging werd Richard van de Hel heel fanatiek met wielrennen. Dat was eigenlijk zijn lust en zijn leven voordat hij voor het eerst naar de kerk ging. Na jaren actief te zijn geweest in deze sport vroeg een goede vriend of hij met hem mee naar de kerk wilde. Zijn eerste reactie: “Doei, ik ga echt niet naar een kerk toe.”

“Ik had een beeld van houten banken, mensen die van regeltjes houden en voor mij was dat geen aantrekkelijke gedachte. Hij bleef mij maar uitnodigen, totdat ik eindelijk mee ging om maar van het gezeur af te zijn.

Als Adam nou niet zo stom had gedaan
Een paar maanden later vond er een doopdienst plaats. De jongen die gedoopt werd vertelde dat de zonde in de wereld gekomen is bij Adam en Eva. Ik had dat verhaal al een paar keer gehoord en bedacht toen: ‘Als Adam nou niet zo stom was geweest dan zaten wij nu niet met die gebrokenheid en met de gebakken peren.’ En ik gaf eigenlijk hem de schuld. Maar in de dienst kreeg ik inzicht en zag ik dat ook ik zondig ben. Dat was het moment dat ik voor het eerste besefte dat ik een zondaar ben. Het was ook een nieuw woord voor mij.

Voor het eerst bidden, heel vreemd
Die avond lag ik op bed en rond een uur of drie werd ik klaarwakker. Ik hield er maar niet over op dat ik een zondig iemand was. Toen ben ik voor het eerst gaan bidden. Heel eng was dat, want mijn vrouw lag naast mij te slapen. Ik vond het vreemd, omdat ik geen idee had of God mij zou horen en of Hij mij echt zou verstaan. Toch ben ik gaan bidden.
Ik heb voor het eerst in mijn leven aan God verteld wie ik ten diepste ben. Ook vertelde ik allerlei dingen waar ik niet trots op ben. Ik weet nog heel goed dat ik huilend in bed lag en ik na het bidden een enorme rust ervoer, een bepaalde vergeving en bevrijding.

Het geloof werd concreet
Toch had ik in die tijd twijfels of het allemaal wel waar was. Dat sceptische heeft een lange tijd geduurd, totdat ik op een bepaald moment meemaakte dat God mij ook ging gebruiken als een instrument.
Het gebeurde op mijn werk dat een collega naar mij toe kwam en met mij wilde praten. Het gesprek ging erover dat hij met een probleem zat in zijn huwelijk. Hij had zijn vrouw thuis aangetroffen met een ander en hij wist niet wat hij nu moest doen. Ik vertelde hem dingen die ik in de afgelopen tijd had geleerd over mannen en vrouwen, het huwelijk en hoe God dat bedoeld heeft. Maar ook het thema vergeving. En dat vond ik heel bijzonder, omdat voor het eerst het geloof nu ook heel concreet werd.

Levens kunnen veranderen
Wat ik heb geleerd en gehoord is dat God ook echt mensen gebruikt. En ik ben gebruikt als instrument voor Hem. Doordat ik ben veranderd, heeft dat mijn goede vriend door wie ik in de kerk gekomen ben, ook gemotiveerd. We mogen zien dat de woorden van God nog steeds kracht hebben en levens kunnen veranderen.”

Joël Oosterhagen