Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 150

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 19
Het geloofsvertrouwen in de psalmen



"Halleluja"

Psalm 150




In de NBG-vertaling en ook in de Nieuwe Bijbelvertaling staat als titel boven deze psalm ‘Halleluja’ wat betekent ‘Loof de Heer’ Tien keer komt dat woord ‘loven’ in deze psalm van maar zes verzen voor. Bovendien bestaat de hele psalm maar uit tweeëntwintig Hebreeuwse woorden (doublures niet meegerekend) – net zoveel woorden als het hele Hebreeuwse alfabet. Wat een uitbundigheid! Wat een vrolijkheid! En dat met zo weinig woorden! Bovendien is er een ensemble van zeven instrumenten die het lied kracht bijzetten. En waar gaat het om? Om God! God in Zijn heiligdom, dat is de hemel. God in Zijn uitspansel, dat is Zijn schepping. Hemel en aarde worden bij deze machtige lofprijzing betrokken. Het gaat om onze God, om Zijn machtige daden en Zijn geweldige grootheid. Hoeveel musici werden door dit summum, deze majestueuze finale van het psalmenboek, niet geïnspireerd tot componeren, zoals bijvoorbeeld Igor Strawinsky dat op adembenemende wijze deed.

.

Wat is ons spreken en ons zingen vaak onbenullig, halfbakken en gebonden aan het "zo zijn onze manieren". Geheel anders in de psalmen; daar gaan alle registers open. "Al wat adem heeft, love de Here" (:6). Hier wordt niet opgeroepen tot ingetogenheid, maar tot uitbundigheid! Men moet ook niet op de stoel blijven zitten, maar opstaan, zingend en dansend op het ritme van de tamboerijn (:4). In andere psalmen wordt zelfs gesproken over jubelen en juichen voor Gods aangezicht. God zelf gewaagt ervan tegen Job (38:7) hoe de engelen – de morgensterren – en de hemelingen – de zonen Gods – juichten en jubelden bij de schepping van de wereld. Joseph Haydn maakte van deze hemelse jubelzang een prachtig koorwerk in zijn oratorium ‘Die Schöpfung’.



Als het om zingen gaat, om het loven en prijzen van de Here vinden we genoeg aanwijzingen in de Bijbel om daarvoor ‘alles uit de kast te halen’. Na alles wat er ons aan geestelijke rijkdom in de psalmen wordt gegeven en geleerd, is deze laatste psalm het grote Amen daarop. Het boek der psalmen leidt ons door de diepste diepten van het menselijk bestaan om ons hier, uiteindelijk, te voeren naar de hoogste hoogte: de lofprijzing van God. Er wordt niet meer geleerd, uitgelegd of onderwezen.
Er wordt opgeroepen tot lofprijzing en aanbidding. Het kan niet langer worden binnengehouden, het barst eruit. We hebben in honderdnegenenveertig psalmen onderwijs gehad over God in Zijn relatie tot de mens, over Zijn liefde en genade, Zijn oordelen en Zijn gerichten. Wie is Hem gelijk? lijkt deze laatste psalm te zeggen. Wie Hem heeft leren kennen kan niet anders dan loven en prijzen. De Utrechtse theoloog, Dr. A.A.Van Ruler, schreef eens: "Uiteindelijk is de kerk maar tot één ding geroepen: de lofprijzing van God".



De laatste psalm geeft antwoord op vier wezenlijke vragen: Waar? Wat? Hoe? Wie? Waar moeten we de Here prijzen? In Zijn heiligdom en in Zijn machtig uitspansel, dat is in de hemel, in de gemeente en in heel Zijn schepping (:1). Om wat moeten de Here prijzen? Om wat Hij deed, doet en om wie Hij is (:2). Hoe moeten we Hem prijzen? Met een volledig orkest en alle instrumenten: blaasinstrumenten, snaarinstrumenten, slaginstrumenten en compleet met reidans (:3-:5). Wie moeten de Here prijzen? Alles wat adem heeft. Wat een massale koorzang. Niemand wordt uitgezonderd. Iedereen mag erbij komen staan en zijn stem verheffen tot de levende God.
De psalm is ook nog profetie. Want eens zal alle knie zich voor Hem buigen en alle tong belijden: Jezus is Heer! Het boek van de psalmen begint met: "Welzalig is de mens" en eindigt met: "Loof de Heer" - HALLELUJA!



Feike ter Velde