Joden en Palestijnen

Joop Schotanus • 81 - 2005/06 • Uitgave: 6
Joden en Palestijnen



Als zendingsopdracht geldt, dat iedereen bereikt moet worden met het Evangelie. Tot de verloren zondaar zegt de Here Jezus: ”KOM”. Tot de verloste zondaar: ”GA”. Niemand uitgezonderd. “Zoals de Vader Mij in de wereld gezonden heeft, zend Ik ook u”.



Als het gaat om het bereiken van Joden, voelen we ons een beetje ongemakkelijk. Wat is er veel mis gegaan in de wereld- en kerkgeschiedenis, als het erom ging om de Joden te bereiken met het Evangelie. Sommigen trekken daaruit de conclusie dat we nu helemaal geen recht van spreken meer hebben. Dit getuigt van eenzijdigheid.



Een andere eenzijdigheid is, dat er totaal geen onderscheid gemaakt hoeft te worden in het bereiken van Joden en niet-Joden. Voorop mag staan om met de woorden van Paulus de Joden tot jaloersheid te verwekken. De omgang van de Here Jezus met de godsdienstige mens uit zijn tijd, bewijst dat het niet zonder moeite gepaard gaat. Ook de Here Jezus heeft veel tegenspraak en tegenstand ervaren. Bij Hem was ‘succes’ ook niet altijd
verzekerd in het bereiken van de Joden van Zijn tijd.



Evangelisatie onder de Joden blijft, afgezien van het ons aangeklaagde verleden en afgezien van de heerlijke toekomst voor hen als volk, voor de huidige generatie Joden belangrijk. De huidige Messiasgelovige Joden kunnen en mogen nu al evenzeer als wij, bepaalde zegeningen van het Nieuwe Verbond ervaren. De volheid van dat Nieuwe Verbond zullen zij, als volk geheel, ten volle beleven in de aparte zegenrijke toekomst die de dan levende Joden te wachten staat in het Vrederijk. Dit wetende, heeft Petrus, Paulus e.a. echter niet verhinderd, hen heel nadrukkelijk de Messias in deze bedeling voor te houden. Het mag ons ook niet tegenhouden. Zij mogen nu al weten wat hen tot vrede dient.



Ook nog afgezien van de huidige politieke situatie, mag de rijkdom van het Evangelie beleefd worden door vele Messiasgelovige Joden en Messiasgelovige Palestijnen. Er zijn er die in Israël samenkomen in hun eigen kerkverbanden. Op internationale conferenties kunnen Joden en Arabieren elkaar ontmoeten en kunnen zij samen het podium delen. Arie Verduin, de president van de internationale Cama-kerken vertelt daarover een indrukwekkend verhaal:



Een christen-Jood verklaart uitvoerig, ten aanhoren van de landelijke vertegenwoordigers van de Cama-kerken, waaronder ook vele christenen uit Arabische landen, dat naar de Schriften, Israël het uitverkoren volk van God is, dat zij Gods oogappel zijn. Een volk met bijzondere rijke beloften. Bij het aanhoren hiervan, zit de voorzitter met kromme tenen achter de spreker op het podium en vroeg zich af of hij misschien zou moeten ingrijpen. De zaken liggen toch altijd nog erg gevoelig.



De toespraak neemt gelukkig een wending. De Messiasbelijdende Jood kruipt diep in het stof voor zijn hoorders en belijdt dat het Joodse volk vanuit haar hoge bijzondere positie zeer tekort geschoten is in haar opdracht als het “licht der heidenen”. Als teken van verootmoediging vraagt hij aan een aantal medewerkers van de conferentie die zich op het podium bevinden, de gunst hen de voeten te mogen wassen. Allereerst een Duitse broeder en verder een aantal Arabische medewerkers. Indrukwekkend is de reactie van een Syrische christen als laatste in de rij. Hij wil het alleen laten doen op voorwaarde, dat hij dan ook de Joodse broeder de voeten mag wassen. Een dergelijk verhaal kun je toch haast niet met droge ogen aanhoren.



Uiteindelijk ligt de oplossing van het vredesvraagstuk hierin, dat de Here Jezus terugkomt en Zijn rijk van vrede en gerechtigheid zal oprichten. Het duizendjarig Vrederijk, waarin in overeenstemming met de overvloedige oudtestamentische profetieën, Israël een heel bijzondere plaats zal innemen.



Joop Schotanus