Kees van der Staaij: Behoefte aan een soort ‘verlosser’

Joël Oosterhagen • 95 - 2019 • Uitgave: 6
De samenleving is de afgelopen jaren drastisch veranderd, maar wat zijn de gevolgen van die veranderingen en hoe ziet de toekomst van de democratie eruit? Kees van der Staaij, fractievoorzitter van de SGP, geeft zijn kijk op de samenleving. “Ik zie dat er behoefte ontstaat aan een soort verlosser.”

Als er iemand is die weet hoe de politiek en de samenleving veranderd is, dan is het Van der Staaij. Als langstzittend Tweede Kamerlid heeft hij het nodige de afgelopen periode meegemaakt. Van veel geslaagde SGP-moties in de Tweede Kamer tot allerlei beledigende uitingen aan zijn adres, het is Van der Staaij niet vreemd. Begin dit jaar werd weer duidelijk dat hij totaal anders denkt dan de publieke opinie, als het gaat om huwelijk en relatie. Terwijl vroeger moeite gedaan moest worden om een brief te schrijven en op te sturen naar politici, gebeurt dat tegenwoordig met een simpel mailtje of berichtje via de sociale media. Die beledigingen komen nu sneller en vaker terecht bij politici. En ook bij Kees van der Staaij.

“Er wordt nauwelijks beseft dat het vanzelfsprekend is om de ander respectvol tegemoet te treden. Overigens is het een Bijbelse boodschap dat ieder mens je medemens is. Je kunt een andere mening hebben, maar dat betekent niet dat diegene je vijand is. Het is toegestaan om stevig op de inhoud te zijn, maar daarbij ben je wel mild naar de persoon toe. Dus geen bedreigingen en beledigende teksten, maar helaas gebeurt dit heel veel.”

Wat voor dreigementen krijgt u?
“Het zijn niet concrete dreigementen waar de politie direct een zaak van kan maken, maar het hangt er vaak tegenaan. Meestal gaat het om beledigend taalgebruik. Rondom euthanasie krijg ik wel eens berichten ‘ik hoop dat u zelf een nare dood zult hebben’ of rondom abortus ‘ik hoop dat uw dochter nog eens verkracht wordt, zodat u anders tegen abortus aankijkt’. Het zijn hatelijke persoonlijke reacties.”

Hoe gaat u daarmee om?
“Als ik persoonlijk uitgescholden word, dan moet ik daar tegen kunnen. Rond de Nashville-verklaring was er een parodie gemaakt waar wij als SGP een christelijk lied zongen met aangepaste teksten. Juridisch kan dat allemaal, maar wat mij hierin raakt is dat de naam van God gelasterd wordt. Daar ligt voor mij de grens. Zelf probeer ik niet onnodig te kwetsen en kies ik bewust bepaalde woorden. Dat betekent niet dat ik mijn opvattingen achterwege laat.”

Zijn er momenten dat het u wel raakt?
“Om eerlijk te zeggen doet het mij persoonlijk niet veel als ik beledigd word. Ik word meer geraakt wanneer iemand zegt ‘we denken aan je in ons gebed’. Wanneer iemand op hol slaat en beledigende uitingen doet, dan krijg ik juist een gevoel van medelijden met die persoon. Dat mensen buiten de christelijke kring anders denken, kan ik vaak nog plaatsen. Maar wanneer beledigingen uit eigen christelijke kring komen, dan vind ik het pijnlijker en komt het harder binnen. Een hoogleraar kerkrecht zei naar aanleiding van de Nashville-verklaring dat ik in één dag al mijn gezag ben kwijtgeraakt, wat ik in al die jaren heb opgebouwd. Dit komt uit eigen kring en vind ik pijnlijk.”

Is het dan uw geloof dat helpt?
Ja, ten diepste gaat het erom dat ik mijn steun bij God zoek. Het helpt mij om te beseffen dat de gunst van God belangrijker is dan het applaus van mensen. Ik vind het belangrijkste dat ik in mijn gebed kan zeggen: ‘Heere God, ik weet dat ik een mens ben met gebreken, en ik vraag vergeving als ik het verkeerd heb aangepakt. U kent het hart en weet wat mijn doel is om oprecht U na te volgen, ook wanneer het moeilijk is.’ Daar vind ik de kracht en de steun in. Het is belangrijk dat ik mijn innerlijke rust en vrede niet grond op schouderklopjes van mensen, zelfs niet van christenen. Het is niet mijn doel om in de Tweede Kamer met stenen te gooien, maar wel om meer urgentiebesef op te roepen, zodat er meer bewustwording komt over bepaalde onderwerpen.”

Heeft u het idee dat dat effect heeft?
“Juist in persoonlijke gesprekken kan ik veel verder komen dan als ik dat alleen maar doe via de massamedia. Rondom het onderwerp ‘homoseksualiteit’ heb ik met veel mensen koffie gedronken. Heel vaak worden we het niet met elkaar eens, maar dat hoeft inhoudelijk ook niet. Na zo’n gesprek begrijpen mensen dat mijn opvattingen niet komen door gebrek aan empathie. Er wordt vaak gezegd: ‘jij begrijpt niet hoe ingewikkeld het is om homoseksuele gevoelens te hebben’ of ‘jij snapt niet hoe naar een slecht huwelijk kan zijn’. Door persoonlijke gesprekken luister ik en veroordeel ik niet. Wel geloof ik dat God ons geboden heeft gegeven die ons ten goede zijn. Wij snijden ons als samenleving in de vingers als wij ons daar niet door laten leiden.”

Het lijkt wel alsof de tegenstellingen in de samenleving groter worden. Het is allemaal zwart wit. Is er nog een debat mogelijk?
“Tijdens debatten in de Tweede Kamer zie je zelden dat daar iets gebeurt, omdat het gaat om vooringenomen posities die al bepaald zijn. Daarom zie ik de taak om juist persoonlijke gesprekken aan te gaan. Voornamelijk achter de schermen heb je overleg met andere partijen, maar het debat in de Kamer is meer om naar de buitenwereld te laten zien waar je voor staat.”

Waar maakt u zich zorgen over?
“Om nergens zorgen over te maken, is een uitdaging. Ik geloof zeker dat God regeert en dat is ook de reden dat ik rustig kan slapen. Het hangt niet van mijn doen en laten af. Tegelijkertijd zit ik overdag niet met mijn armen over elkaar, maar wil ik met de ernst alsof het van ons handelen afhangt, mijn best doen om het goede verder te brengen en het kwade tegen te houden. Met het kwade bedoel ik dan bijvoorbeeld bescherming van het leven of bescherming op het terrein van relaties. Hierin zie ik dat de samenleving radicaliseert. Een natuurlijke dood lijkt wel een uitzondering geworden. De keerzijde is dat oudere mensen zich moeten verdedigen waarom hun leven nog de moeite waard is. Ook de verwarring op het gebied van relaties baart mij zorgen. Veel kinderen kunnen niet opgroeien in een geborgen veilige omgeving van een vader en een moeder. Het lijkt alsof je van een andere planeet komt als je aankomt met een voor velen achterhaald beeld. Sterker nog: als ik zeg dat ik vind dat een huwelijk iets tussen man en vrouw is, dan word ik al bijna het land uitgezet. Je kunt het bijna niet meer maken om een andere opvatting te hebben.”

Wat voor remedie is daartegen?
“Dat is heel lastig. Er heeft iemand gezegd: ‘als het licht van het Evangelie weggedaan wordt, dan is het alsof letterlijk het licht uitgedaan wordt’. Wij hebben nog een tijd gehad, nog steeds, dat het Woord van God een helder licht schept op het gebied van relaties, beschermwaardigheid van het leven, hoe we met elkaar om gaan, de rustdag en nog meer onderwerpen. Wanneer je geen geloof in God hebt, dan ontbreekt daarin de basis om anderen daarop aan te spreken. Tijdens Kamerdebatten probeer je daarom vanuit ‘algemene’ argumenten deze onderwerpen te benoemen, bijvoorbeeld dat het onverstandig is om zeven dagen te werken.”

Is het in de laatste 20 jaar moeilijker om uw standpunten bespreekbaar te maken?
Ja, dat zie ik als een doorwerking van de secularisatie. Een mooi voorbeeld vind ik de politicus Groen van Prinsterer die in de 19e eeuw al profetische woorden sprak. In zijn boeken schrijft hij over de gevolgen van het niet meer gehoorzamen van Gods Woord. Hij zegt dat dit vroeg of laat de bestaande orde op z’n kop zal zetten. Op het gebied van huwelijk en seksualiteit heeft hij daarin gelijk gehad. Eerst werden we nog wat getemperd door de tijdsgeest of gevoel, maar zijn profetische woorden zijn uitgekomen. De leus ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ is ook steeds meer doorgedrongen in de samenleving. Veel vrijheden werden ingevuld die los stonden van Bijbelse waarden. Door die vrijheid is losbandigheid gekomen, zoals op het gebied van seksualiteit.”

Is democratie dan wel het juiste middel?
“Democratie is ingewikkelder geworden, omdat steeds minder mensen zich vertegenwoordigd voelen. Ook hebben we een ingewikkelde samenleving gekregen waar allerlei lastige besluitvorming voor ligt. Democratie zoals we dat kenden is gebaseerd op het vertrouwen op vertegenwoordigers, waarmee je dezelfde waarden deelt. Door onder andere de ontzuiling zijn die vertrouwensbanden tussen grote delen van de samenleving en politici zoekgeraakt. Als je niet meer weet waar je zelf eigenlijk voor staat en als je niet weet wat het antwoord is op al die ingewikkelde vragen waarmee je wordt geconfronteerd, hoe maak je dan je keuze? Ik zie dat er een behoefte ontstaat aan een soort verlosser of dat nou Thierry Baudet is of Donald Trump. Er lijkt een verlangen te ontstaan naar een sterke leider die het antwoord wel zal weten. Als het niet meer via de inhoud gaat, dan gaat het om personen die indruk weten te maken.”

Staat de toekomst van democratie niet op het spel?
“Ik zie democratie als iets veerkrachtig, maar het is geen rustig bezit. Nederland heeft een mentaliteit om samen te werken, maar dat is een ander verhaal als het gaat over de positieve verhalen dat de westerse democratie de wereld verovert en de toekomst heeft. Het beeld kantelt en het zwaartepunt schuift naar geopolitiek, denk aan een land zoals China. Europa moet wennen dat het niet meer belangrijk is, zoals in het verleden.”

Wat drijft u om in de Tweede Kamer te zitten?
“De leiding en roeping van God in mijn leven is de reden dat ik in de Tweede Kamer zit. Vanuit Bijbelse waarden hoop ik een steentje bij te dragen aan goede besluitvorming en bestuur van ons land. Ik zie het niet als roeping voor het leven, dus per termijn overweeg ik of het verstandig is om weer een nieuwe periode in te gaan. Ook vanuit christelijk oogpunt besef ik dat wij allemaal mensen zijn met onze talenten en beperkingen. Soms is het ook goed dat er van tijd tot tijd nieuwe mensen komen, zodat ze niet te veel macht en invloed krijgen.”

Joël Oosterhagen