Sudan in nood

Joop Schotanus • 80 - 2004/05 • Uitgave: 9
Sudan in nood



We mogen dankbaar zijn dat er steeds meer aandacht komt voor de situatie in Sudan. De dingen die daar gebeuren overstijgen ons voorstellingsvermogen. Als het in de berichten over het conflict in het Midden-Oosten vaak om tientallen slachtoffers gaat, gaat het het in Sudan om tientallen duizenden en nog eens tientallen duizenden. Dat de Europese Unie en ook onze Nederlandse reacties op de gebeurtenissen in de wereld in hun verontwaardiging dermate eenzijdig geconcentreerd zijn op het Midden Oosten is net zo onverklaarbaar als de houding van de Wereldraad van kerken tijdens de koude oorlog.



Onze betrokkenheid

Er kwam een verhaal over Sudan in het Nederlands Dagblad op basis van een interview met de Europese directeur van de Africa Inland Mission, John Brand. De verslaggever trok de conclusie dat de Sudanese kerkleiders geen visa hadden kunnen krijgen van de Sudanese regering om Nederland binnen te komen voor de jaarlijkse zendingsdag op Het Brandpunt. Het probleem lag echter niet niet in Sudan, maar hier in Nederland. Deze kerkleiders bevonden zich al in Engeland, waar ze in vele kerken de gelegenheid hadden om de nood van Sudan op de harten van de christenen te binden en ze waren bereid dat ook in Nederland te doen op onze zendingsdag op Hemelvaartsdag. Ondanks intensieve pogingen door AIM Engeland en ook vanuit Nederland door het Nederlandse AIM Comité, met overduidelijke garantstelling van vertrek uit Nederland na hun bezoek, kregen deze kerkleiders geen visum voor hun spreekbeurten op de zendingsdag. Wat voor indruk moet men ondertussen wel van ons landje hebben. Hoe erg betreuren we nog steeds de gebeurtenissen van onze Nederlandse regering in de dertiger jaren t.o.v. de Joden. Waarom hebben we daaruit geen lessen geleerd voor het heden.



En wij dan?

Er zijn voorstellen om massale acties te doen ontstaan in ons land om de zo noodzakelijke inkeer tot stand te brengen. Er is bewogenheid over de situatie in Sudan. Tegelijkertijd worden we ook overstelpt met zo ontzettend veel ellende overal elders in de wereld. Kunnen we het nog wel aan? Het is wenselijk dat we in ieder geval globaal op de hoogte blijven
van het wereldgebeuren om de juiste houding daarin te hebben. We mogen niet onwetend zijn van wat de grote Tegenstander doet om het werk van God te verhinderen. Op de speciale dagen van zendingsorganisaties kunnen we worden ingelicht, zoals op de boven vermelde zendingsdag in Doorn. Welke
dag is er geschikter dan Hemelvaartsdag, waarop de Grote Opdracht aan ons werd nagelaten. Op zo’n dag zou de Brandpuntkapel uit moeten puilen van betrokken christenen.



Voorbede blijft hard nodig

Het is nu de tijd om onze Nederlandse christenen wakker te maken voor de toestand in Sudan en om op te roepen tot gebed voor de situatie daar. Als er uit een recent interview van de directeur van Open Doors op de E.O. over de lijdende kerk één ding duidelijk werd, is dat wel de dankbaarheid voor de bemoediging die er uit gaat van betrokkenheid met hun lijden van medechristenen uit het Westen. Hoe schrijnend is het dan als een vertegenwoordiger van de Raad van Kerken spreekt van stemmingmakerij als het gaat om een oproep tot het bemoedigen van de christenen in Sudan. Mag er ook onder de christenen daar geen sprake zijn van ontmoediging als de
zoveelste vredesbespreking weer op een mislukking is uitgelopen, of daarop dreigt uit te lopen. Met het gevolg dat de niet-arabische Sudanezen weer nieuw lijden tegemoet zullen zien. We kunnen er zeker van zijn dat er in wezen in de houding van de Sudanese regering geen verandering is gekomen en zij opnieuw tot dezelfde gruwelijkheden als in het verleden in staat zullen zijn. Dat heeft niets met stemmingmakerij te maken. Toen het Stalin beter uitkwam om tijdens de tweede wereldoorlog even aan te pappen met de Russisch Orthodoxe kerk deed hij dat, maar dat kon al de gruwelijkheden van de dertiger jaren niet ongedaan maken. Voorbede blijft nodig , want in een algemene wantoestand lijden christenen vaak bovenmate.



De toestand in Darfur

In Darfur gaat het niet om christenvervolging, maar om de uitroeiing van een niet-arabisch volk, dat meer ruimte vraagt voor haar eigenheid. Ze vragen ruimte voor hun manier van beleven van hun vorm van de Islam, die anders is dan die van het Nationale Islamitische Front in Kharthoum. Zij weten dat zij beter af zullen zijn met een regeringsvorm zoals de SPLA in het zuiden die voorstaat. Bij de VN en bij de VS wordt er op aangedrongen in te grijpen. Ook en vooral als het gaat om de een miljoen hongerlijdende vluchtelingen, waarvan de meesten beschutting en verzorging in Tsjaad proberen te vinden. Ondertussen blijft Kharthoum doorgaan met het doden en verkrachten in de dorpen van Darfur. Maakt men zich schuldig aan stemmingmakerij als men deze dingen vermeldt? Laten we hopen en bidden dat er onder een wereldwijde druk en sancties tegen Kharthoum veranderingen ten goede mogen komen, waar christen en niet-christen bij gebaat zullen zijn. Ondertussen weten we dat er een opwekking gaande is onder de christenen. Hopelijk zal de toestand in de loop van het komende jaar zodanig veranderen dat we volgend jaar op onze zendingdag op Het Brandpunt in Doorn mensen uit Sudan zullen kunnen ontmoeten om ons daarover te vertellen. Hoop dat u dat dan niet zult missen.



Joop Schotanus