Samenwonen… of toch trouwen?

Bert van Twillert • 91 - 2015 • Uitgave: 4
Binnen christelijke kerken en gezinnen wordt de laatste jaren het samenwonen steeds vaker geaccepteerd. En omdat de overheid naast het huwelijk ook samenwonen (samenlevingscontract) en een geregistreerd partnerschap een juridisch-administratieve basis heeft gegeven, wordt verdedigd dat deze samenlevingsvormen gelijk zijn aan een huwelijk. 'De overheid heeft het gelegitimeerd.'

Bovendien worden allerlei Bijbelse, meestal Oudtestamentische, argumenten naar voren gebracht om samenwonen gelijk te stellen aan een huwelijk. Ik ken ze, maar ik vind ze niet ter zake doende. In dit artikel wil ik uitleggen waarom, en dit thema bekijken vanuit een heel andere invalshoek. Ik heb dit geschreven in de jij-vorm, niet omdat samenwonen alleen onder jongeren voorkomt, maar omdat dit hun omgangstaal is. Lees alsjeblieft eerst dit artikel helemaal biddend door en vorm daarna je mening erover.

Bij Zijn rijk horen
In Matteüs 16 zegt Jezus dat enkele van Zijn discipelen niet zullen sterven voordat zij Hem hebben gezien in Zijn koninkrijk. Zes dagen later neemt Hij Petrus, Jakobus en Johannes mee naar een hoge berg. Daar verandert Hij voor hun ogen, zien zij Mozes en Elia en horen zij een stem uit de hemel: ‘Deze is Mijn Zoon, de Geliefde, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luistert naar Hém!’ (Matteüs 17:5). In Zijn koninkrijk is Jezus niet meer de Gekruisigde, maar de verheerlijkte Heer. Voor de ogen van deze mannen is Hij veranderd, ontzagwekkend groot, en vol eerbied buigen zij voor Hem. In het koninkrijk van God luistert iedereen naar Hem en is wat Hij zegt bepalend, niet Mozes of Elia. Daar kijkt iedereen allereerst naar Hém!
Als je belijdt een kind van God te zijn, omdat je gelooft dat de Here Jezus voor jouw zonden stierf, dan ben je dat koninkrijk binnengegaan, net als de discipelen op de berg (Matteüs 16:28 en Kolossenzen 1:13). Alleen: dat koninkrijk is op dit moment nog niet zichtbaar, het is geestelijk, je wandelt erin door geloof. Wat je nu moet weten, is niet alleen dat je bij dát rijk hoort, maar ook dat Jezus Christus daar jouw Heer is. Je moet Hem niet alleen aanvaarden als Heiland, maar ook als Heer over jouw leven, Degene die bepalend is voor beslissingen in je leven.

Zijn wil verstaan
De vraag is nu: wíl je dat wel, of wil je Hem alleen als Heiland aanvaarden. Het antwoord op díé vraag is er bepalend voor hoe je als jongen en meisje samen wilt leven. Ik zou willen dat je nu even stopt met verder lezen en deze vraag eerlijk voor jezelf en voor God overweegt.
Als je op deze vraag ‘ja’ hebt geantwoord, dan wordt alles veel eenvoudiger. Als je tot de conclusie komt dat dit eigenlijk bij jou niet zo is, belijdt Hem dat dan en zeg dat je wilt leven in Zijn koninkrijk en Hem wilt aanvaarden als Heer van je leven.
Er verandert dan nogal wat in je leven, want je gaat rekening houden met Hem, je gaat naar Hem luisteren, allereerst naar Hem. Hoe vaker je dat doet, hoe gelukkiger je wordt en hoe meer ontzag en eerbied je krijgt voor Zijn mening. De Bijbel noemt dat: wandelen in de vreze des Heren. Dat is met de grootst mogelijke eerbied naar Hem luisteren om te verstaan wat Zijn wil is. Daarom zei God tegen de discipelen: luister naar Hem!

Wijsheid van boven
Als er iemand was die dit toepaste in zijn leven, dan was het wel Job. Hij betrok God bij alle dingen van zijn leven. Als je nou aan hem zou vragen: hoe weet u wat God wel of niet wil, dan had hij daar een antwoord op, dat je kunt vinden in Job 28:25-28. Hij zegt daar dat God de kracht van wind en water bepaalde, dat Hij grenzen stelde aan de elementen, maar dat Hij tegen de mens zei: ‘Zie de vreze des Heren – dat is wijsheid, en... van het kwade te wijken, dat is inzicht.’
Als je dus inzicht wilt hebben in Gods wil, dan zul je die alleen ontdekken als je met eerbied en ontzag naar Hem wilt luisteren én als je bereid bent het kwade op te geven. Daar waar eerbied is voor Hem, krijgt de Heilige Geest ruimte om duidelijk te maken wat Hij wil. Je kunt namelijk heel makkelijk de Heilige Geest overschreeuwen met je eigen gedachten, je eigen wijsheid. Maar… Gods gedachten zijn niet onze gedachten en Gods wegen niet de weg die wij bedenken. Er zit een verschil tussen de wijsheid van God en jouw wijsheid. De wijsheid van God is een wijsheid van boven, jouw wijsheid is de wijsheid van beneden, van de wereld (Jakobus 3:13-17; Jesaja 55:7-9). Als je dat beseft, zou je dan niet Gods gedachten willen leren kennen over samenwonen?

Laten we nu naar de meest gebruikte argumenten voor samenwonen kijken. 1) Nederland legitimeert het, en 2) in het OT werd bijvoorbeeld Rebekka Isaäks vrouw toen hij haar ‘tot zich’ nam (Genesis 24:67).

Koninkrijk der Nederlanden
We kijken naar deze argumenten aan de hand van de Efeze-brief. De eerste hoofdstukken gaan namelijk over dat onzichtbare rijk van God: je bent in Christus gezet in de hemelse gewesten, je bent als Gods kind aangenomen, je hebt de verlossing, je hebt de Heilige Geest ontvangen en je bent bestemd om met de Here Jezus Zijn erfenis te delen. Kortom: je bent een nieuwe schepping – God heeft jou in Christus Jezus geschapen en nu ben je een burger van de hemel, een hemelburger. Dat ben je geworden om goede werken te doen, die God van tevoren voor jou heeft bereid, om in díe werken te wandelen (Efeziërs 1 en 2).
Vanaf hoofdstuk 4 gaat het nu om de vraag, hoe wij als burgers van dat koninkrijk kunnen wandelen in deze wereld, zeg maar: in het koninkrijk der Nederlanden. Dat is belangrijk, omdat er nogal wat meningen zijn die de regels van het koninkrijk der Nederlanden willen hanteren in het koninkrijk van God. ‘De Nederlandse wetgeving heeft samenwonen gelegitimeerd, dus moet dat óók gelden binnen het koninkrijk van God.’ Dat is je reinste dwaasheid! In het koninkrijk der Nederlanden mag je abortus plegen, een buitenechtelijke relatie hebben, een homohuwelijk aangaan, een godloochenaar zijn, kun je smadelijk spreken over God, enz. Als je heilig wilt leven, moet je in ieder geval niet kijken naar de regels van het koninkrijk der Nederlanden. Die regels komen niet van God, maar van de overste van de wereld. En ik verzeker je, dat ze in geen enkel opzicht zijn gemaakt om heilig voor God te leven.

Navolger van God worden
In hoofdstuk 4 roept Paulus je daarom op om te kijken naar je roeping. God heeft je namelijk geroepen om één te worden met Zijn Zoon Jezus Christus, jouw Here (Efeziërs 4:1; 1 Korintiërs 1:9). Wat hij daarmee bedoelt, lees je vanaf vers 17: je moet niet wandelen zoals de heidenen wandelen, in de zinloosheid van hún denken, verduistert in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is. Zij hebben zich namelijk, ongevoelig als ze zijn, overgegeven aan losbandigheid, om allerlei onreinheid begerig te bedrijven (vers 17-19). Bandeloosheid betekent, dat mensen die niet in Gods koninkrijk willen leven, zelf bepalen hoe ze willen leven. Ze willen de correctie van God niet in hun leven.
Maar, gaat hij verder, op deze wijze heb jij Jezus niet leren kennen. (Hij heeft Zichzelf nooit overgegeven aan losbandigheid. Integendeel, Hij heeft altijd de wil van Zijn Vader gedaan.) Als je werkelijk de waarheid hebt gehoord en leren kennen, dan weet je dat je afstand moet nemen van je vroegere levenswandel, van het denken, de filosofie, van het koninkrijk der Nederlanden. Je moet vernieuwd worden in je denken en goed beseffen dat je bekleed bent met een nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid (vers 20-24).
In hoofdstuk 5 herhaalt hij dat nog eens en wordt alles nóg duidelijker: Je moet een navolger van God worden als een geliefd kind van God en in de liefde van God wandelen. Dat betekent niet alleen dat God jou liefheeft, maar ook dat jij liefhebt wat God liefheeft. Met dwaze praat, hebzucht, onreinheid, oneerbaarheid, onbehoorlijke dingen die niet bij het leven van een heilige passen, moet je je niet bezig willen houden. Je moet namelijk weten, dat iemand die daarin leeft geen erfdeel heeft in het koninkrijk van Christus en van God (Efeziërs 5:1-5).
Wel, dat is duidelijke taal. Je moet niet kijken naar de regels van het koninkrijk der Nederlanden. Dat is zinloos denken, dat levert alleen maar de toorn van God voor je op. Laat niemand je misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid, doe daarom niet met hen mee! (vers 6).

Misleiding
Er zit dus heel veel misleiding in de argumenten die je om je heen hoort. Besef daarom goed, dat die komen uit het rijk der duisternis. Bij dat rijk hoorde ook jij vroeger, maar nu ben je licht in de Here. Wandel dan ook als een kind van het licht en beproef wat voor de Here welbehaaglijk is. Want… wat door hen wordt gedaan, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen (vers 9-13). Als iemand dus tegen je zegt: in Nederland is samenwonen hetzelfde als een huwelijk, als je elkaar maar trouw belooft, dan is dat niet wáár. Het is niet de waarheid van het koninkrijk van God. Het is misleiding.
Hoe kun je dan hierover de waarheid van God ontdekken? Wel, dat is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. De waarheid van God vind je altijd bij Hem die de Weg, de Waarheid en het Leven is, bij de Here Jezus. Het hele Nieuwe Testament wijst je op de Zoon van God om de waarheid te leren kennen. Om bij ons thema te blijven: heb jij zó Christus leren kennen (als Iemand die samenwonen predikte)? Wees een navolger van God (heeft Hij het samenwonen ingesteld als een soort ‘proefhuwelijk’?). Laat Christus over je lichten en word vervuld met de Heilige Geest (heeft de Heilige Geest samenwonen in de Gemeente gebracht of komt dat uit een andere koker?).
Op de berg der verheerlijking zagen de discipelen naast Jezus ook Mozes en Elia, grote namen uit het Oude Testament. Maar om Gods wil te leren kennen als christen, moet je niet Mozes of Elia volgen, maar Jezus alleen! Luistert naar Hem, zegt God! En als ze durven te kijken naar Wie God daarmee bedoelt, dan is dat duidelijk: ze zien ze niemand dan Jezus alléén! Je moet dus niet te rade gaan in het Oude Testament (Mozes of Elia), maar bij de Here Jezus om een antwoord te krijgen op de vraag of samenwonen naar Gods wil is. God wijst niet naar Abraham, Isaäk, Jakob, of welke andere gelovige dan ook, maar naar Zijn Zoon!

Je vrouw aanhangen
Het tweede argument dat wordt gebruikt om samenwonen te verdedigen, lijkt wel plausibel, omdat je de Bijbel erbij haalt, maar is dat niet. Je kunt wel zeggen: Rebekka kwam bij Isaäk wonen in de tent van Sara en dus wordt samenwonen daar als een huwelijk gezien. Dat mag je daar echter helemaal niet uit afleiden. Als je zo denkt, ben je al aardig bezig om Gods gedachten over een huwelijk aan te passen aan de jouwe. Als er in de Bijbel over iets nietwordt gesproken, dan wil dat nog niet zeggen dat het er niet was, dat Abraham géén huwelijksfeest heeft gehouden voor Isaäk en dat er géén bruiloft is geweest. Maar ik ga daar verder niet op in, omdat ik geloof dat we boven alles moeten kijken naar het Nieuwe Testament. Je bent immers een christen en wilt Christus volgen. Je moet kijken naar hoe de Here Jezus het zou doen.
Wel, als je naar Hem wilt luisteren, dan zegt Hij dat een man zijn vader en moeder zal verlaten en zijn vrouw aanhangen en dat die twee – als man en vrouw – één vlees zullen zijn (Matteüs 19:5-6). Als er sprake is van man en vrouw is dat iets anders dan vriend en vriendin. Ik heb nog nooit iemand die samenwoont horen zeggen: dit is mijn vrouw.
Je vrouw aanhangen, dat betekent: de vrouw met wie jij bent getrouwd en voor wie jij je vader en moeder hebt verlaten. Het gaat immers niet om een vrouw aan te hangen, maar om jouw vrouw. Jouw vrouw is alleen de vrouw met wie je getrouwd bent. Er ís bij samenwonen geen sprake van een huwelijk: a) omdat degenen die samenwonen dat zelf nooit beweren, en b) omdat zij zeggen dat ze éérst willen samenwonen om láter te kunnen trouwen. Jezus heeft het niet over een of andere samenlevingsvorm in dit vers, maar over een man en een vrouw, zijn vrouw en haar man, dus over een huwelijk!

Maar het volgende argument zou nog veel meer doorslaggevend moeten zijn voor ieder kind van God. Dezelfde woorden die Jezus aanhaalt, vind je in Efeziërs 5 met betrekking tot de Gemeente. Daar vergelijkt Paulus de relatie tussen Christus en de Gemeente met een huwelijksrelatie. Anders gezegd: de Here Jezus heeft Zijn Vader verlaten om Zijn vrouw aan te hangen. Die vrouw is de Gemeente. Om háár als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af! Niemand zal durven beweren dat de Here Jezus gaat samenwonen met de Gemeente of dat zij Zijn vriendin is. Neen, Hij komt haar halen en brengt haar in het huis van Zijn Vader. Want… er komt een bruiloft in de hemel en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt voor die bruiloft. Ze heeft zich gekleed in een prachtige bruidsjurk van blinkend en smetteloos fijn linnen (Openbaring 19:7-8). De gasten zijn genodigd, de bruid wordt verenigd met haar Bruidegom en in de hemel is het feest!
De vraag is niet of je kunt samenwonen met een vriend(in). De vraag is of je de Here Jezus wilt betrekken in je leven. Als je éérst naar Hem kijkt, dan vallen andere argumenten weg. Nadat in Hebreeën 11 een hele rij geloofshelden wordt genoemd uit het Oude Testament (Noach, Abraham, Isaäk, Mozes, Jozua, enz.), begint het volgende hoofdstuk ons te vertellen dat al deze mensen alleen maar getuigen zijn die wijzen naar de Here Jezus. Laat ons oog alléén gericht zijn op Jezus tijdens óns leven op aarde. En als we naar Hem kijken, zien we een bruiloft. Bij Hem is het huwelijk in ere (Hebreeën 13:4), bij jou ook?

Hoe nu verder?
Misschien woon je nu samen en ben je tot de ontdekking gekomen dat dit niet Gods bedoeling is. Wat dan? Als je vriend of vriendin gelovig is, ga dan met elkaar hierover in gesprek en in gebed. Belijd voor elkaar en voor God dat jullie relatie verkeerd is begonnen. Zonde moet altijd in het licht worden gebracht. Bij Hem is vergeving. Je mag geloven dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, jullie zal reinigen van alle zonden. Ga vervolgens in gesprek met de oudsten of voorganger van jullie gemeente. Belijd ook voor hen dat deze relatie verkeerd/zondig was en trouw zo spoedig mogelijk met elkaar. Je zult Gods zegen in jullie relatie gaan ervaren.
Misschien bent u wel een oudste of voorganger in een gemeente waar samenwonen al langere tijd is geaccepteerd. Ik hoop dan dat u na het lezen van dit artikel hebt ingezien dat dit Gods bedoeling niet is. U bent herders in uw gemeente en verantwoordelijk voor de schapen. Maar het kwaad is al geschied en op welke wijze kan je dat dan terugdraaien? Wel, er ís een weg terug. Belijd voor God en uw gemeente dat u verkeerd hebt gehandeld en wijs samenwonen af. Ik weet van een gemeente waar de oudsten dat hebben gedaan. En de Here heeft gezegend, kón zegenen in geestelijke groei en wasdom. Laat uw oog alleen gericht zijn op Jezus!

Bert van Twillert