Olie en wijn

ds. Jac. Schouten • 84 - 2008 • Uitgave: 4
In Openbaring 6 komen we, bij de opening van de zegels, grote gebeurtenissen tegen die verder in het hele boek Openbaring worden uitgewerkt. Het zijn de zegels van het boek van Gods raadsbesluiten, dat ligt in de hand van Hem die op de troon zit. Maar Johannes is verdrietig, hij weent, omdat niemand waardig is gebleken om dat boek te openen. Johannes ziet de grote betekenis van dat boek. Als de zegels niet geopend worden, dan blijft het boek gesloten en zullen ook de beloften van de toekomst niet vervuld kunnen worden.
Maar dan gaat het gebeuren. Johannes ziet een wonderbaar gezicht. Temidden van de troon ziet hij een Lam staan, het Lam van God, dat tegelijk de Leeuw van Juda is. En het Lam gaat de zegels openen, want Hij is het waardig. Hij heeft de strijd gestreden en werd de grote Overwinnaar. Hem zij de glorie!
Het Lam gaat de zegels openen. Het Lam van God laat het gebeuren. Er zal niets gebeuren zonder dat Hij het toelaat. Het is de tijd van de grote verdrukking. Gods gemeente is dan opgenomen om voor altijd bij de Here te zijn. Maar op aarde gaat het leven verder. God staat toe dat de macht der duisternis nog eenmaal naar de macht kan grijpen. Maar ook dat gebeurt onder toelating van de Here God. Het Lam opent de zegels en heeft de regie in handen. Het gaat er heen dat de macht der duisternis uiteindelijk ten onder zal gaan.
Bij de opening van het eerste zegel verschijnt de ruiter op het witte paard. Neen, dat is niet de overwinnende Christus, ook niet het evangelie dat de wereld over trekt. Deze ruiter is de grote tegenstander, wat in zijn naam al duidelijk wordt, het is de antichrist. De overwinnende Christus verschijnt pas in hoofdstuk 19. Dat dit de antichrist is wordt duidelijk aan het gevolg dat achter hem aan komt. De andere ruiters beelden de oorlog uit, de honger en de dood. Het gaat voor de wereld een moeilijke en zware tijd worden.
Wat ons vooral bezighoudt is het derde zegel. Daar verschijnt de honger op het wereldtoneel, zichtbaar aan de bijbehorende attributen.We zien hier de weegschaal en tevens wordt ons gesproken over de schaarste van het dagelijks voedsel, tarwe en gerst. De prijs die hiervoor betaald moet worden is het dagloon van een man en ook net genoeg voor de dagelijkse levensbehoefte van een man. Voor de rest van de familie is er dan niet meer.
Daarnaast is er een merkwaardige uitspraak die hier wordt gehoord: “Breng geen schade toe aan de olie en de wijn.” Wat kan dat betekenen?
Olie en wijn hebben in de Bijbel allereerst geestelijke betekenis. Olie is bijna altijd het beeld van de Heilige Geest, terwijl wijn ons voert naar de beker der verlossing van het bloed van de Here Jezus Christus, zoals wij de beker zien bij het Avondmaal.
Maar het heeft ook andere betekenissen. Olie is ook het beeld van overvloed en wijn het beeld van vreugde.
In deze betekenis moeten we het hier op deze plaats in het boek Openbaring zien. Terwijl er straks, tijdens de grote verdrukking, naast alles wat er ook gebeurt, erge hongersnood zal zijn, is er ook overvloed en vreugde. Het wordt duidelijk dat er straks een tweedeling door de wereld heen zal gaan. Aan de ene kant honger, aan de andere kant weelde. Hoe we ons dit precies moeten indenken wordt niet duidelijk, maar wel dat er grote tegenstellingen in de wereld zullen zijn.
Vandaag leven wij echter in een wereld die snel op weg is naar die tijd die komt. De profetische tekenen van de tijd, ons in de Bijbel gegeven, zien we vandaag tot vervulling komen. Daarbij denken we aan Israël dat weer in het beloofde land is, we zien de politieke lijnen van het toekomstige antichristelijke rijk verschijnen. Daarnaast is er een cultuurverandering gaande die niet is terug te draaien, maar die de weg baant voor de cultuur van de antichrist. In dit kader plaatsen we ook wat we lezen in Openbaring 6:5 en 6.
Aan de ene kant zien we grote hongersnoden, we horen van mensen in grote gebieden van India, die van één euro per dag moeten rondkomen, terwijl daarnaast ook in India grote rijkdommen zijn. Zo zouden we veel meer gebieden kunnen noemen in de wereld waar tekorten zijn, terwijl wij in het westen op zulk een grote voet leven, inderdaad olie en wijn, vreugde en overvloed. Toch is er nog iets anders. Hoe denken wij als christenen over deze nood. Verheugen wij ons ook in de olie en de wijn zonder oog te hebben voor de nood van anderen. En nu denken we aan de nood van onze broeders en zusters in al die noodgebieden. We lezen in de Bijbel dat we goed moeten doen aan alle mensen, maar het meest aan de huisgenoten van het geloof. Dat is niet zo bijzonder, want het gebeurde ook al in de tijd van het Nieuwe Testament. We lezen hoe Paulus in de rijke Griekse gemeenten en de gemeenten in Asia collecte hield voor de arme gemeente van Jeruzalem. Misschien moeten wij andere broeders en zusters, die we helemaal niet kennen, toch laten meedelen in onze overvloed en vreugde, onze olie en wijn. Want nog een korte tijd en we zijn samen met hen in het rijk der heerlijkheid. De Here is komende.

Ds. Jac. Schouten