Babylon, de valse bruid

J.G. Fijnvandraat • 82 - 2006/07 • Uitgave: 17
In de Bijbel is sprake van verschillende geheimenissen. Eén daarvan is het geheimenis genoemd in Openbaring 17:5, dat luidt: “een naam (…) een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.” De NBV geeft dit zo weer: “een naam met een geheime betekenis: het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld.” Over dat geheimenis willen we het in dit artikel hebben.

Wat is een geheimenis?
Het woord ‘geheimenis’ – andere vertalingen spreken over ‘verborgenheid’ – duidt op een zaak die onbekend is (was) tot op het moment van de onthulling ervan. In Openbaring 17:7 vinden we een voorbeeld van een onthulling. In de Bijbel wordt gewoonlijk aangeduid waarop het geheimenis slaat. Het geheimenis kan zowel over het heden als over de toekomst gaan. Ik neem als voorbeeld Romeinen 11:25 waar sprake is van het geheimenis dat er een gedeeltelijke verharding over Israël gekomen is totdat de volheid der heidenen binnengaat. Die gedeeltelijke verharding is nu al een feit, het ingaan van de volken ligt in de toekomst.

Babylon
Over Babel of Babylon wordt het eerst gesproken in Genesis 10:10. Daar wordt gezegd dat Babel, in het land Sinear, het begin was van het koninkrijk van de geweldige jager Nimrod. In Genesis 11 wordt aangegeven dat de mensen in die vlakte een toren gingen bouwen om bij elkaar te blijven en zich een naam te maken. God verijdelt hun plannen door de spraakverwarring. Babel betekent verwarring. Vermoedelijk moeten we bij de toren van Babel mede denken aan een afgodstempel. In ieder geval is de oorsprong van Babel Godvijandig.

Het koninkrijk Babel
In de loop van de geschiedenis treedt het koninkrijk Babel onder leiding van Nebukadnezar op als een geweldig machtscentrum, dat Juda onderwerpt en het in een aantal fases wegvoert in ballingschap. Babylon wordt geschilderd als het eerste van de vier wereldrijken en wordt in Daniël 2 aangeduid als het gouden hoofd van het statenbeeld dat Nebukadnezar in zijn droom ziet. In Daniël 7 wordt het voorgesteld als een leeuw. Nebukadnezar wordt in een bepaald opzicht aangeduid als de knecht des Heren omdat hij de wil van God uitvoert, anderzijds echter is Babylon als rijk Godvijandig en dat koninkrijk zal zijn einde vinden in het oordeel dat God over alle vier rijken doet komen, zoals dat in Daniël 2 en 7 beschreven wordt. Babel is al in het verleden gevallen en gebroken. Het was niet te genezen (zie Jes. 21:9; Jer. 51:7-10). Als onderdeel van de vier wereldrijken zal het in de toekomst totaal vernietigd worden als Jezus Christus zijn rijk opricht (zie weer Dan. 2 en 7).

Het geestelijke Babylon
In het Nieuwe Testament is sprake van Babylon. Daarmee wordt niet op het oude koninkrijk Babel geduid, maar op een geestelijke macht, die echter wel de kenmerken van het oude Babel vertoont. Van die geestelijke macht wordt in Openbaring 18:2 (vgl. Op. 14:8) hetzelfde oordeel aangegeven als van het koninkrijk Babel, namelijk: “Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij alle naties heeft laten drinken.”
Dat het om een geestelijke macht gaat, blijkt uit nadere vermeldingen zoals:

a) De naam ‘vrouw’ en ‘hoer’
Een vrouw is vaak een zinnebeeldige voorstelling van een godsdienstig getuigenis. Israël was enerzijds een staatkundige macht, anderzijds vormde het volk een godsdienstig getuigenis en wordt het de vrouw van God genoemd. Zie hiervoor: Jes. 54:5,6; Jer. 2:2; Ez. 16:1-14.
Een hoer is de voorstelling van een afvallig godsdienstig getuigenis. Zo wordt het Godontrouwe Israël aangeduid als een hoer. Ze is een afvallige vrouw geworden. Zie Ez. 16:30,35; Hos. 1:2; 3:1). Israël heeft net als een ontrouwe vrouw van haar man een scheidbrief gekregen (Jes. 50:1; Jer. 3:8).

De Gemeente is aan Christus verbonden als zijn vrouw. We vinden dat in Efeze 5:22-33 waar Adam en Eva als type van Christus en de Gemeente worden voorgesteld. Als de Gemeente ontrouw wordt aan haar Heer, dan mogen we verwachten dat ze ook een hoer wordt genoemd. Er is dus reden om in de hoer Babylon een van God afvallig godsdienstig systeem te zien, namelijk de afvallige christenheid van de eindtijd.

b) Een gelijke aankondiging
De hoer (Op. 17:1) en de bruid, de vrouw van het Lam (Op. 21:9) worden elk aangekondigd door “een van de zeven engelen”, en dat met dezelfde uitspraak van diezelfde engel: “Kom ik zal u tonen…” Dit ondersteunt de gedachte dat de grote hoer de afvallige christenheid voorstelt. Let ook op het contrast tussen ‘het grote Babylon’ en ‘het nieuwe Jeruzalem’. De hoer is de valse bruid, ofwel de afvallige christenheid.

c) De hoer zit op het scharlaken rode beest
Dat beest is een voorstelling van het vierde of laatste wereldrijk op aarde. De hoer beheerst dat beest. De geschiedenis herhaalt zich, want de afvallige christenheid uit het verleden, de toenmalige Roomse Kerk (ik duid op het systeem, niet op de roomse christenen), regeerde in de Middeleeuwen de staten van Europa. De paus kroonde de keizers. Denk ook aan de vernederende tocht van keizer Hendrik IV van Duitsland in 1077 naar Canossa, waar hij de paus zijn excuses moest aanbieden. De afvallige christenheid zal in de toekomst eenzelfde staatkundige macht uitoefenen. Let erop dat de Roomse Kerk nog altijd staatkundige pretenties heeft en een stukje staat, Vaticaanstad, handhaaft en haar vertegenwoordigers bij de diverse regeringen heeft.
Het beest dat “was, niet is en zal zijn” (Op. 17:8) ziet op wat we het hersteld Romeinse rijk noemen en waar ‘verenigd Europa’ de voorloper van is. Dit is een onderwerp op zichzelf, dat hier vanwege de omvang niet uitgewerkt kan worden. Zie de rubriek Schema’s Toekomst 2 op mijn website www.jaapfijnvandraat.nl.

d) Dronken van het bloed van de heiligen (Op.17:6)
Dat is een volgend kenmerk van de hoer. Ook hierin herhaalt de geschiedenis zich. In de Middeleeuwen vervolgde de toen afvallige christenheid, het roomse kerksysteem, de gelovigen. De Roomse Kerk vonniste de gelovigen niet zelf, maar leverde ‘de ketters’ over aan de staat van een land en die voltrok het vonnis. Denk aan de brandstapels die Filips de Tweede van Spanje oprichtte. In de toekomst zal de hoer hetzelfde doen. In Openbaring 18:24 wordt gezegd dat in haar gevonden werd ‘het bloed van profeten en heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn.’ De afvallige christenheid van de eindtijd is dus de erfgename van de schuld voor het vergieten van het bloed van alle getuigen van God. Dit is te begrijpen als we Matteüs 23:35 erbij aanhalen. We lezen daar dat de farizeeën verantwoordelijk gesteld worden voor het bloed van Abel dat door Kaïn vergoten werd. Die farizeeën zijn niet de letterlijke, maar wel de geestelijke nakomelingen van Kaïn. Zo is de hoer de erfgename van allen die de profeten hebben vervolgd en gedood en wordt het bloed van haar hand geëist.

e) Zeven bergen waarop de vrouw zit
In Openbaring 17:9 wordt gezegd, dat de vrouw zit op de zeven bergen. Welnu, Rome staat bekend als de stad van de zeven heuvels. Hier vinden we dus opnieuw een indicatie van de vrouw. Er is een relatie tussen de vrouw en de stad Rome, zoals die in de geschiedenis is opgetreden.

Met bovenstaande punten a t/m e meen ik dat ‘het geheimenis het grote Babylon’ voldoende geïdentificeerd is en wel als de afvallige christenheid van de eindtijd waarin de Roomse Kerk (nogmaals: het systeem, niet de roomse christenen) een dominante plaats zal innemen.

Praktisch nut
In Openbaring 18:4 vinden we de oproep: “Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt met haar zonden en niet ontvangt van haar plagen.” Die oproep geldt het volk van God in de toekomst, als het Grote Babylon zich als de hoer manifesteert. Het is echter ook een oproep voor de gelovigen in deze tijd om zich af te zonderen van elk systeem dat de kenmerken van afval vertoont en om toegewijd aan God te leven.

J.G. Fijnvandraat