Jezus' komst, de vervulling van Gods belofte

ds. Jac. Schouten • 76 - 2000/01 • Uitgave: 20
Het is weer kerstfeest. Prachtig om te vieren. Maar hoe vieren wij het en wat vieren wij? Heeft het alles wel zin? De schrijver/dichter D. van der Stoep begint een Kerstgedachte met deze woorden:

Het is weer Kerstfeest, maar 't schijnt zinloos u te zeggen
Dat herders deze nacht verrukt zijn opgestaan. U weet het allemaal, er valt niets uit te leggen 't Is lang geleden en't was hier ver vandaan.

Maar dan gaat hij verder met deze woorden:

Het is weer Kerstfeest, maar is 't zinloos u te zeggen dat herders deze nacht zijn opgestaan? Waar God gesproken heeft, daar valt niets uit te leggen Waar Hij geroepen heeft, daar dient alleen gegaan.

Het is al jaren geleden dat dit gedicht werd geschreven, maar bij elk Kerstfeest moet ik er weer aan terugdenken. Het is niet zinloos om Kerstfeest te vieren, al heeft de gemeente zich dit laten afnemen door de wereld. Eigenlijk bewijst dit alleen maar dat het Kerstgebeuren een spoor heeft getrokken door de geschiedenis. Hoe men er ook over denkt, veel mensen vieren Kerstfeest. En voor ons heeft het geen versleten feest te zijn, want de boodschap waar het om gaat is levend en krachtig. Kerstfeest laat ons zien hoe God heeft ingegrepen in de geschiedenis van de mens. Iemand heeft het eens genoemd: een invasie van Boven. En zo was het ook.

Kerstfeest was een ingreep uit de hemel. Maar wie Lucas 2 leest, gaat spoedig ontdekken dat het gebeuren niet op zichzelf staat, maar dat het de vervulling is van veel beloften van God. Heel het Oude Testament staat er vol mee. Het moest wel uitlopen op dat grote gebeuren wat in Lucas 2 beschreven staat. En dat is juist het heerlijke, het is geen sprookje, maar pure realiteit. Eerst horen we de boodschap uit de hemel: U is heden de Heiland geboren. Hebben de herders die boodschap kunnen vatten? Gaat het ook dikwijls niet ons verstand te boven? Kunnen wij deze boodschap wel ten volle vatten? Een boodschap uit de hemel, omgeven met hemelse zang door machtige engelenkoren. Wie heeft ooit zulk een lied gehoord? Een lied waarin de Naam van God wordt groot gemaakt en waarin Hem ere wordt gebracht. Een lied waarin de eeuwige vrede wordt aangekondigd. Een lied van hoop en verwachting. Vrede op aarde.

Het komt de eeuwen door ons al tegemoet. Er is een diep heimwee naar deze vrede en het lijkt een utopie. Dit alles geschiedde in hemels licht. Vaak waren we in Israël en hebben we gestaan in de velden van Efrata en daarbij gedacht: wat zal dat mooi zijn geveest, hemels licht, hemelse zang en een hemelse boodschap.

Maar de jaren zijn voorbij gegaan sinds deze boodschap werd gehoord en het zijn al eeuwen geworden. En nog is het geen vrede. De eeuw die we kort geleden hebben afgesloten, was de meest bloedige uit de geschiedenis. Wie denkt niet aan de beide vreselijke wereldoorlogen, aan de concentratiekampen, aan het woeden van waanzinnige dictators.

Is het dan toch zinloos om Kerstfeest te vieren? Luister eens naar wat de Bijbel zegt in Jesaja 9 vs.3-5. Dat heeft ook met Kerstfeest te maken.

"Want het juk dat het drukte, en de stang op zijn schouder, de roede van zijn drijver, hebt Gij verbroken als op Midiansdag. Want elke schoen die dreunend stampt, en elke mantel, in bloed gewenteld, zal verbrand worden, een prooi van vuur.

Want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder… en eindeloos zal de vrede zijn".

Hier vindt u de diepe betekenis van het Kerstgebeuren. In Lucas 2 wordt ons verteld hoe God zijn Zoon deed komen. Hier vinden we waar het om gaat.

Het valt op dat hier, in onze vertaling, drie maal het woordje "want" wordt gebruikt. Dit woordje ' want" geeft telkens een verbinding met het voorgaande te zien, van wat Jesaja schrijft. En daar is het niet zo best. Want het gaat over donkerheid en zonde, over duistere machten en onvrede. Maar dat zijn wel de machten die de wereld beheersen. Moet dat, ondanks het Kerstfeest, zo blijven? Het is goed om daarover na te denken.
Het eerste "want" zegt dit:
Want het juk dat het drukte!

Hier hebt u het, de mensheid is onder het juk gekomen, het juk van de zonde. Om het wat anders te zeggen: het juk van het missen van het doel. Want dat is de betekenis van zonde: het doel missen. God had het zo goed bedoeld. Het zou een eeuwig feest met en voor de mens worden. Maar de mens heeft daar een streep doorgehaald door over te stappen in het kamp van de vijand. Een vijand, die drukte en steeds meer gaat drukken. Kerstfeest leert ons dat er uitzicht is om onder dat juk uit te komen. Want het juk dat drukte heeft Hij, de Heiland, verbroken. Maar dan komt het tweede "want".

Toen Jesaja dit schreef was de dreunende schoen van het leger van Nebukadnezar al in de verte hoorbaar. Maar daarna zijn er nog vele dreunende voetstappen geweest, ook in de dagen dat de Here Jezus werd geboren. Dreunende schoenen, tot in onze dagen toe. Wie herinnert zich niet de dreunende laars, die nog steeds in onze oren klinkt als we jaarlijks 4 mei beleven. Dreunende laarzen die altijd weer de vrede van deze aarde hebben weggenomen. Het is of onzichtbare machten de mensen heen-drijven naar geweld en onvrede. En inderdaad, achter dit alles vinden wij de onzichtbare machten. Wie zal dit geweld weten te keren? Daar doet Kerstfeest toch niets aan af of toe. Of toch wel?

En dan komen we bij het derde "want". Want een kind is ons geboren. Eigenlijk is het onbegrijpelijk. God zet een Kind in tegen die donkere en gevaarlijke machten. De machten van zonde, dood en duisternis. Is dat niet absurd?

In een wereld waar de zonde struikelt op de straten om ons heen. In een wereld waar tanks en raketten hele werelden kunnen vernietigen. In een wereld waarin mensen krachten hebben ontketend die in staat zijn om Gods schepping te vernietigen, zet God een Kind in. Daar ligt Hij, niet eens in een paleis, maar in een voederbak, in een stal. Niet omgeven door een machtige erewacht, maar omgeven door een wat armelijke man en vrouw, en enkele herders, toen het uitvaagsel van de maatschappij.

God zet een kwetsbaar Kind in.
Maar wel een Kind dat Overwinnaar zal worden. Want dat Kind gaat van de kribbe naar het Kruis. En wat zegt de Bijbel?
Aan het kruis heeft Hij de machten en de overheden ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.
Toen dat kwetsbare Kind. Man geworden, uitriep: "Het is volbracht", sidderden de machten. En straks?

Straks zal die overwinning openbaar worden. Want de heerschappij is op zijn schouder, en eindeloos zal de vrede zijn. Dat is er nog niet, maar het komt wel. Nog beter: Hij komt! Niet als een Kind, maar als een Koning. En dan? Jesaja zegt het ons: Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen, geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren. Daarom is het niet zinloos om Kerstfeest te vieren. En we eindigen dit artikel met de laatste strofe van het gedicht van D. van der Stoep:

Wij zingen Gloria en gaan het Kind begroeten.
't Was gratie dat Hij kwam bij mensen metterwoon, God laat geen schreiend hart het eigen duister boeten,
Mijn hart, zing Gloria en groet Gods eigen Zoon.


ds. Jac. Schouten