Als de grondslagen zijn vernield

John Hofman • 83 - 2007 • Uitgave: 16
..., wat kan de rechtvaardige dan nog uitrichten? (Psalm 11:3)

Als ik terugblik op 11 september 2001, de dag van de verwoesting van de Twin Towers, op de aanslagen in Madrid en Londen, dan is het duidelijk dat de wereld verder veranderd is: er is een nieuwe fase ingetreden. Een nieuwe fase van agressie, terreur en angst. Angst voor bacteriologische oorlogvoering, angst voor escalaties. Het zwart-wit denken neemt toe. De mensheid wordt ingedeeld in de ‘goeden’ en de ‘slechten’. De islamiet wantrouwt en haat de westerling en de westerse mens ziet in elke islamiet een terrorist in spe.

Angst
In Lucas 21:25 en 26 wordt gesproken over angst, verbijstering en radeloosheid onder de volkeren, omdat menselijke middelen ontbreken om het onheil te keren. Velen vragen zich terecht af: “Waar kan ik bescherming vinden, waar is nog veiligheid?” In essentie is veiligheid het blijven binnen Gods grenzen. In Genesis lezen we dat er slechts één boom was waarvan Adam en Eva niet mochten eten. Helaas, mede onder invloed van de slang, gebeurde dat toch. Het directe gevolg was dat Adam en Eva zich naakt, onbedekt, onbeschermd en dus onveilig voelden. Daarom verborgen ze zich, uit angst voor ontdekking. Echter, God vond hen en sprak hen aan. In plaats van een ruiterlijke erkenning van gemaakte fouten, verschoof Adam de schuld naar Eva en Eva naar de slang, waarop God rechtsprak.
Ongehoorzaamheid, in feite rebellie, opstand tegen God, heeft enorme gevolgen, zowel individueel als collectief. Door de ongehoorzaamheid van Adam en Eva verloor de mens zijn harmonieuze, onbezoedelde relatie met God. In Spreuken 22:28 worden we opgeroepen om de aloude grenzen niet te vergeten. Wat zien we echter vandaag de dag:

1. Een anti-autoritaire opvoeding die in de jaren '60 begon onder het mom van flower power, peace en love, heeft diepe sporen achtergelaten. In plaats van de nadruk te leggen op gezagswaarden die bescherming bieden, lieten ouders hun kinderen los. Het gevolg is gezagsminachting, rebellie, eigenzinnigheid en vaak buitensporig uit de band springen. We zien schietpartijen op scholen. Er zijn loverboys en recentelijk zelfs lovergirls. Tienermeisjes die voor een flesje breezer, een spijkerbroek e.d. hun lichaam aanbieden. De gemeente Rotterdam is onlangs een project gestart getiteld Seks in de stad, met het doel een gesprek onder jongeren op gang te brengen over seks, in de hoop dat er meer bewustwording plaatsvindt over de ernstige gevolgen van teugelloze seks. Een positief punt is de inbreng van de Christenunie in de huidige regering waarbij André Rouvoet zich sterk maakt voor het gezin als hoeksteen van de samenleving.

2. Materialisme
Vaak werken beide ouders, zodat hun kroost bij thuiskomst uit school slechts een notitie vindt in de trant van: “Eet maar vast, je ziet ons later wel.” Er ligt een zeer sterke nadruk op carrière maken, op presteren. Vrouwen zoeken bijvoorbeeld de ideale combinatie van huisvrouw, moeder, minnares en modeontwerpster. Mannen combineren fitnessoefeningen, kerkverplichtingen en hun baan als verkoper. Maar ‘what about their kids’? De Bijbel waarschuwt in 1 Timoteüs 5:10 nadrukkelijk voor het focussen op materieel gewin.

3. Traditie en religie
Wij Nederlanders zijn vaak meer gehecht aan traditie, aan overlevering, dan aan een levende relatie met God. God volgen betekent verandering, beweging, flexibel zijn, loslaten, je eigen agenda opgeven e.d. Voor velen is de eigen agenda nog te kostbaar. Traditie hecht sterk aan de status quo. ‘We hebben het altijd zo gedaan en we blijven het zo doen.’ Elke vernieuwing, vooral geestelijk, wordt met argusogen bekeken en vaak gedwarsboomd. De (hoofd)reden? Angst. Angst gebaseerd op vrees voor het nieuwe, het onbekende. Behoudzucht, macht en controle (meester willen zijn over de situatie en daarbij anderen die hun nek willen uitsteken, belemmeren) spelen een grote rol. In wezen is er weinig vertrouwen in God, men weet zich te weinig geborgen in de armen van de Hemelse Vader.

4. Een cultuur van uitstellen
We hebben in Nederland een echte praatcultuur in plaats van een doe-cultuur. Eindeloos afwegen, eindeloos vergaderen om uiteindelijk te komen tot een weinigzeggend verwaterd besluit. In het Hebreeuws bestaat hiervoor de term Ashkelon, hetgeen migratie, afwegen betekent (Zach. 9:5). Migratie is een eindeloos bewegen zonder vooruit te komen. Rangeren van perron naar perron, in plaats van naar de plaats van bestemming te gaan. Het volk Israël kwam in eerste instantie het beloofde land niet binnen vanwege mopperen en vooral vanwege ongeloof. Vandaar een eindeloos ronddolen in de woestijn. Ons woord doolhof is hiervan afgeleid.

5. Elitarisme
Een geest van trots en hoogmoed die ook binnen het Lichaam van Christus werkzaam is. Bepaalde groepen mensen die (maatschappelijk) succesvol zijn, een goed lopend gezin hebben, hebben de touwtjes in handen. Ze bekleden de voornaamste posities in een gemeente en delen de lakens uit. Anderen worden minder geschikt geacht en veroordeeld tot het tweede garnituur. De geestelijke elite voert de boventoon. Bepaalde typen gemeenten voelen zich verheven boven andere, omdat zij ‘de Geest’ hebben. Op zich al een vreemde gedachte, omdat het enige wat telt is of de Heilige Geest ons ‘heeft’! Kortom, een levensgevaarlijke houding, omdat hoogmoed immers voor de val komt.

6. Wetverachting
Matteüs 24:12 zegt dat tengevolge van de wetverachting (Gods regels) de liefde zal verkillen. Voor de goede orde: er is uiteraard verschil tussen wetticisme en wetten van God. Wetticisme is gebaseerd op regels door mensen opgelegd, die wel van buiten de schijn van geloof ophouden, maar van binnen leeg zijn. Waar wetticisme heerst, zien we dat zowel jongeren als ouderen een buitengewoon sterke behoefte hebben om uit de band te springen. Waar geen bewogenheid is, ontbreekt het cement tussen ouders en kinderen, tussen leraren en leerlingen, tussen werkgevers en werknemers, tussen mensen onderling. James Dobson stelt in zijn boek Liefde en Discipline terecht dat er een balans moet zijn tussen regels en eventuele straffen en bewogenheid.
De Amplified Bible spreekt in 2 Tessalonicenzen 2:9 over de komst van de Wetteloze, de Antichrist die alle bestaande wetten en instellingen, vooral de christelijke, zal veranderen en overboord gooien. Wetteloosheid, wetverachting, is dus een uiting van de geest van de Antichrist. Anti betekent zowel ‘tegen’ als ‘in de plaats van’. De Antichrist zal zich manifesteren door tal van bovennatuurlijke misleidende wonderen en tekenen. Misleidend in die zin, dat ze ons van Christus afhouden! Er zal een soort mix van godsdiensten komen die uiteindelijk de mens in plaats van Christus centraal zal stellen. Dit is het Humanisme!

7. Humanisme
Derek Prince, de bekende Bijbelleraar, noemt humanisme de voorloper van de Antichrist. Voor de humanist is de mens de maat aller dingen. Een goede beschrijving van het humanisme vinden we in 2 Timoteüs 3:2. De mens bepaalt dus wat goed of kwaad is. Was 20 tot 30 jaar geleden abortus en euthanasie nog ondenkbaar in de Nederlandse politiek, tegenwoordig is Nederland koploper als het gaat om tolerantie, om ‘vrijheid’. Er was destijds zelfs een debat in de Tweede Kamer over de pil voor ouderen. Homohuwelijken worden thans gelijkgesteld met heterohuwelijken (Bijbelse huwelijken). In Amsterdam waren onlangs ruim 2.000 mensen naakt fietsend te ‘bewonderen’. Job Cohen stelde verheugd vast dat Amsterdam weer eens in the picture stond. Er gaan steeds meer stemmen op om een pact te sluiten tussen christenen en moslims. De bekende senator Egbert Schuurman pleitte daar onlangs voor in een landelijke krant. Er is dus een voortdurende grensverlegging gaande in die zin, dat er wordt afgedaan aan de uniciteit van de Persoon en het Verlossingswerk van Christus. Christus wordt op die manier gelijkgesteld aan andere goden, zoals Allah, terwijl Allah een maangod is. Bovendien leert de Schrift ons dat Jezus de enige waarachtige Zoon van God is en dat alle andere goden drekgoden zijn. Er is een groeiende tendens om Christus een plaats te geven samen met andere ‘(af)goden’ zodat we zogenaamd iedereen tevreden kunnen stellen en door kunnen gaan met een comfortabel leven te leiden.

Het centraal stellen van wat aangenaam is voor de mens, zorgt ervoor dat veel gelovigen zich nestelen in hun comfortzone. De preek is oké, maar je moet niet te fanatiek worden. Van geestelijke oorlogvoering willen velen niets weten. Ze willen liever blijven wonen in hun weldoortimmerde huizen, terwijl Gods huis verwoest ligt. Hun motto is ‘huisje, boompje, beestje’. Ze zijn zelfgericht en willen geen risico nemen. Geen aanstoot geven en niet opvallen. Geestelijk niet op het water lopen; stel je voor dat je nat wordt.

John Hofman

In Het Zoeklicht 17 leest u het vervolg van dit artikel.