Alternatieve geneeswijzen

Henk Schouten • 87 - 2011 • Uitgave: 24
Voor mij liggen twee boeken die dit jaar zijn uitgekomen en ongeveer dezelfde problematiek beschrijven. Hoewel wij zelden doen aan het recenseren van boeken, wil ik voor wat deze twee betreft daar een uitzondering op maken. Dat is omdat de materie zo belangrijk is en wij op kantoor en in het land niet zelden vragen krijgen over de stof in de boeken beschreven. Het eerste boek, Tussen waan en werkelijkheid, is van Gerard Feller, psychosomatisch therapeut en hoofdredacteur van het blad Promise. Het andere boek, Genezing uit het oosten, is van Ruud van der Ven. Van der Ven is arts, studeerde theologie en houdt lezingen in het land over onderwerpen rond geloof en gezondheid.

Gezien ook de vele vragen die we over allerlei alternatieve geneeswijzen krijgen, zijn dit belangwekkende boeken. Wij zijn geen specialisten en kunnen nooit antwoorden zoals deze mannen dat in hun boeken wel doen.

Gezondheid is een groot goed en ieder die gezond is, mag de Here daar dankbaar voor zijn, maar er is ook ziekte. Wanneer we ziek zijn gaan we naar de dokter en zo nodig verwijst de huisarts door naar de specialist. We weten hoe die dingen gaan. Wanneer de hulp niet baat en de ziekte blijvende pijn, handicap of zelfs de dood naderbij roept, dan willen we alles aangrijpen tot herstel, nieuwe kracht en levensverlenging. Op dat moment komen er goedbedoelende raadgevers langs. Uit hun kennissenkring diepen ze verhalen op van soms zeer spectaculaire genezingen. Daarbij worden indrukwekkende termen gebruikt, die tenminste de indruk wekken zeer verantwoord te zijn.
Bovendien vindt er een verschuiving plaats. De alternatieve therapie rukt ook op binnen de reguliere geneeswijzen. Men krijgt oog voor wat men noemt ‘heel de mens’, een veelgebruikte term daarbij is ‘holisme’. Dan wordt gesproken over complementaire of aanvullende geneeswijzen. We weten allemaal dat er relaties liggen tussen het lichamelijke en het geestelijke, dus dat klinkt zo gek nog niet. Bovendien leven we in een postmoderne samenleving. Dat wil zeggen dat niet de objectieve waarheid maatstaf is, maar de vraag of iets werkt. Dan is weer de persoonlijke beleving de norm. ‘Ik ervaar het, dus voor mij werkt het.’

Beide schrijvers stellen ernstige vragen aan deze ontwikkeling en beschrijven ook de bronnen van waaruit de alternatieve en complementaire (aanvullende) geneeswijzen werken. Bronnen die naar onze maatstaven en inzichten niet vrij, maar dikwijls zeer occult zijn. Er wordt wel eens tegengeworpen dat de reguliere geneeswijze ook veel kent en doet wat verkeerd is. ‘De chemische troep die we moeten slikken’ zijn dan standaardkreten, die de weg moeten vrijmaken om de ‘natuurproducten’ te gaan gebruiken. Natuur is per definitie goed en vertrouwd en dat geldt dan natuurlijk ook voor de therapieën die op de ‘natuur’ gebaseerd zijn. Dat de schepping vervloekt is en er dat er veel in de schepping is dat gevaar voor de gezondheid oplevert, wordt achteloos genegeerd. Bovendien blijken veel alternatieven niet direct vrucht van de natuur te zijn, maar werkzaamheden van het bovennatuurlijke, het rijk der duisternis, waar we ver vandaan moeten blijven, ook als het werkt. De alternatieve genezing kan een (occulte) bijwerking hebben die niet op de bijsluiter staat.

De beide boeken gaan diep op de materie in. Daarbij kiest Feller voor een meer algemeen filosofische benadering en geeft veel aandacht aan zogenaamde ‘visualisatie’, terwijl ook twee hoofdstukken gewijd zijn aan Deepak Chopra, die ook wel de profeet van de alternatieve geneeskunde wordt genoemd.
Het boek van Van der Ven heeft een andere benadering. Daarin worden een aantal alternatieve geneeswijzen uitvoerig tegen het licht gehouden. We komen bekende termen tegen als homeopathie, acupunctuur, reflexologie, reiki en therapeutic touch, maar ook EMDR, NLP, Silva mind control, e.d.

Beide boeken dragen in hun subtitel het woord ‘toetsen’. Dat is dan ook wat beide auteurs doen, zij toetsen het alternatieve genezingsaanbod op haar geestelijke achtergrond aan de Bijbelse openbaring. Het blijkt dat de uitdrukking ‘baat het niet schaadt het niet’ beslist niet van toepassing is op deze ‘nieuwe’ inzichten. Behalve de gebruikte termen zit er ook weinig nieuws bij. Het is oude toverij diep uit het heidendom. Op deze plaats hoef ik niet te betogen dat zij die de Here kennen zich daar verre van moeten houden. Voor wie meer van deze dingen wil weten zijn deze boeken een aanrader.

Ds. Henk Schouten