Bestaat God wel?

Feike ter Velde • 87 - 2011 • Uitgave: 10
Het is Pasen geweest en we zijn op weg naar Pinksteren. Dat zijn grote gebeurtenissen in de heilsgeschiedenis, opgetekend in de Bijbel. Door Zijn opstanding heeft Hij bewezen Gods Zoon te zijn: Jezus Christus, onze Here en Heiland. Gelooft u dat?

In het gesprek over geloof en ongeloof wil men graag verstand en geloof tegenover elkaar plaatsen. Wie gelooft moet eerst zijn verstand op slot doen, denkt men. In dit denken zijn ook wetenschap en geloof geworden tot twee elkaar uitsluitende fenomenen. Daarom vond ik het in de jaren ’80 verschenen boekje van de topwetenschapper, de Britse prof. dr. Wilder Smith, zo’n veelzeggende titel dragen: Wie denkt moet geloven! Ik heb het grote voorrecht gehad veel met hem op te trekken tijdens de lezingen die hij heeft gehouden over het thema Schepping of Evolutie aan alle universiteiten van ons land. Zowel bij studenten als bij docenten op universitair niveau steeg zijn ster hoog en wist hij op de moeilijkste vragen zeer zinvolle antwoorden te geven, om aan te tonen dat het voor een wetenschapper niet moeilijk is te geloven in de levende God, de Schepper van hemel en aarde. De Evangelische Omroep, met Willem Glashouwer en Koos van Delden, maakte zeer interessante en gedocumenteerde programma’s over het thema schepping of evolutie. Dat waren nog eens gouden tijden!

Nu komen meestal populaire en oppervlakkige programma’s aan bod in onze media die ons doen geloven dat de evolutietheorie de enige - en ook nog bewezen - waarheid is en dus… is er geen God. Om met de Britse filosoof Thomas H. Huxley (1825-1895), betiteld als Darwins buldog, te spreken, toen hij het had over Darwins evolutietheorie: “Nu zijn we eindelijk van dat vreselijke scheppingsverhaal af”, althans woorden van gelijke strekking. Wetenschappers met een andere insteek dan de evolutietheorie komen niet meer aan bod, ook niet in de christelijke media.
Blijft de vraag, die elke generatie opnieuw stelt: Bestáát God wel? En die vraag blijft legitiem en het formuleren van een antwoord evenzeer. Daarbij moet natuurlijk ook het debat Schepping of Evolutie steeds weer met wetenschappelijke argumenten worden gevoerd. Tot nu toe heb ik nergens gehoord of gelezen van evolutionistische opvattingen, die het christelijk geloof zouden aantasten, noch het geloof in de Schepper, de levende God. Voor jonge mensen, die hun geloof van huis uit hebben meegekregen, is dit onderwerp daarom iedere keer weer van groot belang. Ons geloof is het waard met argumenten te worden onderbouwd en te worden verdedigd tegen het anti-geloof dat uit de wereld steeds krachtiger op ons afkomt. Hoever de wetenschap ook teruggaat in de tijd, of hoever de wetenschap ook doordringt in het universum of de materie, steeds weer zal men moeten erkennen dat de vragen groter zijn dan de antwoorden.
Alleen al het fenomeen van de zwaartekracht die de aarde, de maan, de zon en de miljarden andere hemellichamen in ons eigen melkwegstelsel exact op hun plaats houdt, doet de vraag opkomen: wat is die zwaartekracht nu eigenlijk. Daarnaast zijn er nog miljarden andere melkwegstelsels in het onmetelijke universum, die ook op hun plaats worden gehouden. Isaac Newton (1643-1727), een christen, gaf een wetenschappelijke duiding van de zwaartekracht. Albert Einstein (1879-1955), een Jood, verfijnde de inzichten van Newton, maar werkelijke antwoorden hebben we nog steeds niet, alleen theorieën. Wel weten we uit het boek van de Schepper van hemel en aarde, dat Hij alle dingen - het hele universum - draagt door het Woord zijner kracht! Wat de wetenschap zwaartekracht noemt, kent de Bijbel als Woord Gods (Hebreeën 1:3 en 11:3).

Misschien moeten we altijd maar eerst uitgaan van geloof. Daarna kan men kijken hoe feiten en fenomenen dit geloof ondersteunen. Geloof in de evolutietheorie of geloof in God de Schepper! Ik geloof bijvoorbeeld dat er mensen op de maan hebben gelopen, hoewel ik daar zelf niet bij ben geweest. Films en foto’s ‘bewijzen’ dat dit echt is gebeurd. Natuurlijk kan men films en foto’s vervalsen en dus kan ik het aan mensen niet duidelijk maken dat het echt wáár is: er hebben mensen op de maan gelopen. Maar ontkenners daarvan zijn er nog steeds. We moeten er direct bij zeggen dat ons zaligmakend geloof een gave van God is en dat niemand de behoefte, noch de mogelijkheid heeft dit zaligmakend geloof te bewijzen. Maar we hebben het nu over het basale geloof in het Godsbestaan. Met welke argumenten kunnen we dit geloof ondersteunen? Door eerst en vooral te wijzen op de enorme complexiteit van onze wereld. Wie zich daarin begeeft komt vanzelf tot de conclusie dat er intelligentie ten grondslag moet liggen aan onze wereldwerkelijkheid en dat blind toeval dit alles niet tot stand heeft kunnen brengen. We kunnen aan toeval ook geen motief toedichten. Daarom kan men ook geen doel formuleren of de zin van de wereldwerkelijkheid ontdekken.

Als we geloven in het bestaan van God, de Schepper, is het ook niet moeilijk te begrijpen waarom onze planeet, als enige in het ganse universum, geschikt is voor leven, geschikt voor mens en dier, voor flora en fauna. Zij is geschikt gemáákt, met goede lucht om in te ademen en met de juiste temperatuur om niet te bevriezen, noch te verbranden. Het systeem rond de aarde neemt water op uit de oceaan, laat het zout daarin achter, zweeft in wolken door de lucht om op andere plaatsen de aarde met regen te bevochtigen, zodat het gewas kan groeien, mens en dier kunnen drinken en alles lekker opfrist. Welk onpersoonlijk toevalsproces kan dat 1) hebben bedacht en 2) tot uitvoer brengen?
De moderne wetenschap leert ons hoe onmetelijk diep en complex de werkelijkheid is, maar ook dat we zélf zo’n onmetelijk complexe werkelijkheid zijn, ieder individu op zich. Alles in ons leven speelt zich af in een hoopje grijs weefsel, dat we hersenen noemen. Dankzij de voortschrijdende neurowetenschappen krijgen we ook steeds meer inzicht in de geheimen van onze hersenen. In een recent boek, De Vijfde Revolutie, beschrijft de Deense wetenschapsjournaliste Lone Frank de voortgang van de neurowetenschap. Buitengewoon boeiend en informatief. Totdat het een reclamespot gaat worden voor boeddhistische meditatie, waarin ook allerlei wetenschappers zich begeven, kennelijk op zoek naar innerlijke rust en die daarin ook menen te vinden. En dan komt de aap uit de mouw, waarbij we opnieuw de zo graag verheerlijkte botsing zien tussen wetenschap en geloof. Want dit boek bewijst dat we een religieuze component in de hersenen hebben die via de MRI-scan in beeld is te brengen. Zo kan worden aangetoond dat een mens het bestaan van en geloof in een almachtige zelf oproept en worden goddelijke openbaringen in het laboratorium in kaart gebracht en onderzocht als chemische processen in de hersenen. De interpretatie van de onderzoeksresultaten zijn in dit boek een rechtstreekse poging - de zoveelste (!) - om het christelijk geloof onderuit te halen door het Godsbestaan te verklaren als product van hersenactiviteit. De ontwikkeling van neurowetenschap en vooral de interpretatie van de onderzoeksresultaten, zal christenwetenschappers moeten bewegen er een nuchtere Bijbelse visie tegenover te plaatsen.
Steeds weer probeert men vanuit nieuwe wetenschappelijke vindingen het christelijk geloof en vooral het Godsbestaan - met een bijna religieuze gedrevenheid - onderuit te halen. Dit boek doet in feite hetzelfde vermoeden. Dat is te ontlenen aan de titel De Vijfde Revolutie. Want wat waren dan de eerste vier. Die worden erin opgesomd:
Nicolaas Copernicus: de aarde is rond
Charles Darwin: evolutie en geen schepping
Sigmund Freud: de mens als slachtoffer van zijn seksuele driften
Frederick Sangers: het DNA
Deze zogenaamde vier revoluties hebben als vermeende gemeenschappelijkheid dat zij het geloof in God succesvol zouden hebben weerlegd. Dit is natuurlijk volstrekte onzin. Zelfs Darwins tweede buldog, Richard Dawkins (‘God als misvatting’, pseudowetenschappelijke bestseller - ftv), slaagt er maar niet om zijn haat jegens het Godsbestaan en het christendom met wetenschappelijke argumenten succesvol in een overwinning om te zetten.

Nee, we moeten gewoon vasthouden aan de openbaring van de levende God in de Bijbel, Zijn Woord, door welke ook God de Heilige Geest Zijn heerlijk werk doet in elk Hem toegewijd leven. Dat is een wetmatigheid en een niet te verwoesten realiteit.
Net zoals de eerste hoofdwet van de thermodynamica leert dat er binnen de stof niets uit niets kan ontstaan. Onze God is echter niet stoffelijk en niet gebonden in ruimte-tijd. Hij schept iets uit niets. De natuurwetenschap moet dit in feite beamen. De stof ontstaat uit dat wat niet is. De natuur leert ons God echter kennen als een bouwmeester. Zodra er wel iets is, blijkt er ordening, wetmatigheid, maar ook reactievermogen en afhankelijkheid. Het onderzoek van de natuur geeft - geheel naar de bedoeling van de Schepper - diep inzicht in wie Hij is. Calvijn heeft meer dan vier eeuwen geleden al opgemerkt: “Het onderzoek van de sterrenwereld is niet alleen een vreugde, maar heeft ook grote waarde. Gods wonderlijke wijsheid wordt door deze wetenschap helder.”

Gelooft u in het Godsbestaan? Geloof dan ook in Jezus Christus, door Wie de levende God alles heeft geschapen en ook álles gaat verlossen. Eerst een ieder die zich aan Hem toevertrouwt. Het is Pasen geweest en het wordt Pinksteren! Maar bent u al verlóst?

Feike ter Velde