Blijf bij mij, Heer - JdH 586

ds. Johan M. Zijlstra • 84 - 2008 • Uitgave: 16
De nacht voorbij? Veel meer nog, want ‘wat er eerst was, is voorbij’ (Op. 21: 4b). Henry Francis Lyte, zo heet de dichter voluit, werd geboren Ednam (Schotland) in 1793. Hij stierf te Nice in 1847. Lyte studeerde medicijnen en theologie. Al jong dichtte hij ook graag, zijn dichtwerk - van hoge kwaliteit - werd zelfs bekroond.

Blijf bij mij, Heer, want d’avond is nabij (JdH 586 en 586a)


Erg gezond was Henry niet, hij had veel last van astma en later ook nog van tbc. Mede daarom bracht hij de latere jaren van zijn leven gedurende de winter elders door, in Italië of Zuid-Frankrijk. Hij bleef echter ook toen verbonden aan de kerk Lower Brixam, waar hij ’s zomers zijn tijd en krachten helemaal wijdde aan het gemeentelijke werk. De nieuw gestichte gemeente daar bestond voornamelijk uit vissers.
Minstens twee van zijn liederen zijn overbekend geworden, te weten ‘Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt’ (5 coupletten) en ‘Loof de Koning, heel mijn wezen, gij bestaat in zijn geduld’. En let u ook eens op het derde couplet: ‘Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons, Hij kent onze broze kracht’. U leest daar ‘Blijf bij mij Heer’ al tussen de regels door.
Lyte had een hartenwens, zijn gebed was ooit een lied te mogen maken dat de tijd zou overleven, de eeuwen zou trotseren. Die bede lijkt in beide genoemde liederen te zijn verhoord, ‘Blijf mij nabij’ is niet meer weg te denken uit de kerkelijke en gemeentelijke samenzang. Het lied staat op het repertoire van veel muziekcorpsen en wordt op diverse plaatsen in ons land ten gehore gebracht, zeker op 4 mei, zo rond de klok van acht uur.
Ook bij rouwdiensten wordt dit lied vaak gezongen en gemusiceerd. De schijnbaar sombere woorden zijn voor velen al tot grote troost geweest. Zo is het ook ooit een Engelse verpleegster vergaan. Zij zat gevangen in afwachting van haar executie. Ze had zich sterk ingezet voor het verzetswerk, heel wat gewonde soldaten had ze niet alleen verpleegd, maar ook geholpen te ontsnappen. Lytes bede om de nabijheid van de Here te mogen ervaren en te weten ‘de schaduw gaat voorbij’ bemoedigde en vertroostte haar.

Blijf bij mij, Heer, want d’avond is nabij
Dit prachtige lied is meermalen vertaald. U zou de verschillende vertalingen eens moeten vergelijken. Abide with me; fast falls the eventide. De bundel ’38 vertaalt ‘want d’avond is nabij’. Uit de bundel van Johannes de Heer zingen we in 586 ‘als ’t zonlicht niet meer straalt’. Blijkbaar geeft het woord eventide mogelijkheden tot verschillende vertalingen en omschrijvingen. Eventide (evensong) is een poëtisch woord voor avond. Logisch daarom dat dit lied ook wel als avondlied wordt opgevat, in het Liedboek voor de Kerken vindt u dit lied dan ook in de rubriek ‘ochtend en avond’. In de oude uitgave van de JdH-bundel moet u kijken in de rubriek Afhankelijkheid en Gebed en dankzegging.
Alleen, Lyte bedoelde dit gedicht als stervenslied en sinds de organist William Henry Monk zijn melodie op dit lied zette, is het ook echt een lied rondom sterven en begraven geworden. Overigens, pas na Lytes dood is dit lied naar buiten gebracht.

Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt.
De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.


De nacht, daarover spreekt het woord van God bij herhaling. Nee, de nacht is niet alleen het beeld van verkwikkende slaap en rust, van de dag die voorbij is, van de nieuwe dag die eraan staat te komen. De nacht is ook het beeld van de dood (door een nacht, hoe zwart, hoe dicht, voert Hij mij naar ’t eeuwig licht). En waar de dood voorbij is, waar tranen tot het verleden behoren, waar geen rouw meer zal zijn, daar is ook de nacht definitief voorbij. Over het Nieuwe Jeruzalem lezen in de laatste hoofdstukken van Openbaring ‘en nacht zal het er niet meer zijn’ en ook ‘Het zal er geen nacht meer zijn’.
Vast en zeker zal het woord uit Lucas 24 bij Lyte door het hoofd hebben gespeeld toen hij dit lied dichtte. Alsof hij het de Emmaüsgangers nazegt: “Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.”

Ds. Johan M. Zijlstra

(T: Henry Francis Lyte - M: W.H. Monk - Vert: W. Barnard, en anderen)