‘Carlo Schuster: Bijbelschool kwam als een geschenk uit de hemel’

Feike ter Velde • 82 - 2006/07 • Uitgave: 2
Vanaf zijn zeventiende levensjaar wist hij zich geroepen om, in dienst van God, anderen te bereiken met het Evangelie van de Here Jezus Christus. Daarom wilde hij na de middelbare school direct beginnen aan een theologische opleiding, hij wist ook wáár. Maar men zei hem dat hij beter naar de Pabo zou kunnen gaan. Het duurde nog lang vóórdat zijn roeping werkelijkheid werd. Het verhaal van Carlo Schuster (59).

In mijn voorgeslacht vindt men een Duits-Joodse familie, die ook mijn achternaam verklaart. Mijn zuster woont al jarenlang in Israël en is officieel Joodse, hoewel zij de Here Jezus belijdt. Ik kreeg in de loop van de jaren steeds meer belangstelling voor Israël en het profetisch Woord. Vooral door het lezen van de Bijbel zelf. In Nederland kwam ik in aanraking met broeder en zuster De Graaf in Alphen aan den Rijn. Van hen, maar vooral ook van tante Rebecca de Graaf, een Messiasbelijdende Jodin, heb ik heel veel geleerd. De bijzonder plaats van Israël in het heilshandelen van God sprak me bijzonder aan.
Ik ben geboren in Suriname. Mijn moeder was een actief belijdend christen, mijn vader was meer een christen in naam dan in daad. We zijn van huis uit lid van de Baptistengemeente van Paramaribo. Daar ben ik ook gedoopt, op zestienjarige leeftijd. Maar toen ik nog maar negen jaar was, heb ik al heel bewust een keuze voor de Here Jezus gemaakt. Bij die keuze ben ik, door Gods genade, altijd gebleven en tot op vandaag ben ik nog steeds lid van diezelfde Baptistengemeente hier in Paramaribo. Trouwens, onze gemeente is in 1888 gesticht door een Messiasbelijdende Jood, Meijer Salomon Bromet. Er woonde altijd betrekkelijk veel Joden in Suriname. Zij hebben hier een uitgebreide geschiedenis in het land.

In Paramaribo heb ik de Pedagogische Academie gedaan en heb dat daarna in Nederland mogen uitbreiden met een ‘volledige onderwijsbevoegdheid’. Die heb ik gehaald aan de Driestar in Gouda, een door-en-door Reformatorische school. Dat kende ik helemaal niet. Ik werd er als student aangenomen onder bepaalde voorwaarden. Uiteindelijk was ik baptist, nietwaar? Ik mocht o.a. niet de ‘volwassendoop’ propageren. Maar ik heb daar een fijne tijd gehad, hoor. Het onderwijs was er heel gedegen en wat mij direct opviel was ookde degelijkheid, ernst en ingetogenheid van de jonge mensen daar. Dat was voor mij in die tijd iets heel wonderlijks. Want ik had juist in Nederland zo’n een enorme andere kant gezien, op straat, op de televisie en in gesprekken met mensen. Het was heel anders dan ik in Suriname gewend was. Losbandiger, verwilderd, in mijn ogen. En dan kom je op de Driestar en je ziet dan toch een totaal andere wereld. Ik begreep alleen niet dat ze vaak zo onzeker waren over hun eeuwig behoud. Het waren christenen, dat wel, maar ze de vreugde ervan kwam niet naar voren, omdat ze niet zeker waren voor eeuwig behouden te zijn. Dat kon ik niet begrijpen.

In Nederland heb ik daarna eerst voor de klas gestaan. Na die periode ben ik klinische pedagogiek gaan studeren aan de Universiteit van Utrecht. Weer later, terug in Suriname, wilde ik naar de Bijbelschool in Engeland. Want vanaf mijn zeventiende jaar wist ik dat God mij geroepen had voor Zijn dienst. Maar alles was anders gelopen. Ik was ouderling in onze kerk, maar ik wilde mij ook verder bekwamen in de kennis van het Woord. Door een samenloop van omstandigheden werd mij een theologische opleiding aangeboden, in Engeland, compleet met de financiering ervan; ik moest alleen mijn vliegticket betalen. Het was gewoon een geschenk uit de hemel!
We kwamen in 1977 terug in Suriname en in 1980 vond de staatsgreep door Bouterse plaats. Dat was voor mij en mijn gezin, we hadden drie kleine kinderen, de moeilijkste tijd van ons leven. Mede dankzij mijn opleiding en positie, maar vooral door Gods bewarende genade, heb ik het overleefd. Men sprak ook van een dodenlijst, die de regering van toen had en men had mij gezegd dat mijn naam er ook op stond. Dat heb ik nooit bevestigd gezien. Maar de rechtsonzekerheid die bestond, maakte iedereen bang. Er was een avondklok ingesteld, maar ik moest ook over straat naar mijn stervende vader in het ziekenhuis. Ik kon toen bellen met een militaire commandant en die zei dat ik kon gaan. Maar je weet niet wie je in het donker tegen komt. Het is gelukkig goed gegaan. Ik deed regelmatig een ochtendwijding op de radio en men had mij laten weten dat ik te kritisch was.

Na die periode heb ik nog jaren voor de overheid gewerkt, op het ministerie van onderwijs en later op sociale zaken. Men kende mij ook daar als christen en als voorganger in de gemeente. Je kunt gelukkig over je geloof spreken en er vrijmoedig voor uitkomen. Ik werk nu fulltime voor het christelijke radiostation Shalom hier in Suriname. Er komen veel mensen tot levend geloof. Soms maak je ook mee dat mensen uit een duistere achtergrond komen en demonisch zijn belast. De occulte Wintiepraktijken hier in Suriname zijn daar meestal debet aan. Men kan dan niet of heel moeilijk de Bijbel lezen en bidden of men valt in slaap bij het bidden. Sommigen hebben zeer demonisch geladen dromen en worden tot grote angsten gebracht. We weten dan wel dat er sprake is van demonische bezetting. Op dit moment speelt dat sterk in Coronie, een plaats twee uur rijden van Paramaribo. Leerlingen van een middelbare school worden daar satanisch aangevallen. Het was zelfs in het journaal van acht uur. Deze kinderen vallen zo maar weg tijdens de les en vertonen allerlei andere vreemde verschijnselen. De dokter wist er ook geen raad meer mee. Een predikant en zijn gemeente zijn gevraagd om hulp te komen bieden. Mensen die dit hebben moeten in de pastorale zorg komen en moeten soms diep afdalen naar verborgen zonden. Ook Wintiepraktijken moeten als zondig worden erkend en beleden. Men moet leren vertrouwen op Gods Woord en op het bloed van Jezus dat van alle zonden reinigt. Die gebonden ziel moet ook in gebed en in Gods autoriteit van satan worden teruggeëist. Ik heb heel vaak gezien dat mensen vanuit een diepe gebondenheid, door Christus worden vrijgemaakt. Dan is er grote vreugde!
Op onze radio-uitzendingen zijn ook veel reacties. Mensen kunnen bellen en we hebben uitgebreide nazorg. We zenden 24 uur per dag uit. Dagelijks begin ik, met mijn team, om vijf uur met een uitzending die “Goed begin” heet. Een goed begin van de dag, met Gods Woord en mooie gewijde muziek. We hebben ook een wekelijks programma over het Profetisch Woord. Ik maak daarin ook vaak gebruik van teksten uit Het Zoeklicht, vooral ook dingen over Israël en ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Wij in Suriname hebben altijd veel Joden gehad. In de oorlog vonden Europese Joden hier onderdak. Als we Israël en de Joden hier gaan vergeten dan gaat het ons nationaal in Suriname ook niet goed. Daar ben ik diep van overtuigd. Want wie Israël zegent wordt gezegend!

Feike ter Velde