De Dag des HEREN

Gert van de Weerd • 84 - 2008 • Uitgave: 10
De Dag des HEREN

Openbaring 1:10 ‘Ik kwam in vervoering des geestes op/in de dag des Heren.’ Zo begint het visioen van Johannes. Hij ontvangt een Openbaring van Jezus Christus (Op. 1:1) over wat moet geschieden, de toekomst dus. We onderscheiden drie delen. 1) De brieven aan de Gemeente (hfst 2-3); 2) Oordeel over de wereld = De Grote Verdrukking (hfst 4-18); en 3) Wat na de Grote Verdrukking kom (het Vrederijk). Die periode begint met de val van Babylon (hfst 19-22).

In het dagelijks spraakgebruik van enige tientallen jaren geleden werd met de dag des HEREN de zondag bedoeld. Bijbels gezien is dat fout. Indien we de zondag vieren is dat een dag voor de Here. Dus een dag, waarop de Gemeente van Christus (= Here) samenkomt. Wat de dag des HEREN dan wel is? De Bijbel zegt daarover:
Jesaja 2:12 ‘Want er is een dag van de HERE der heerscharen tegen al wat hoogmoedig is en trots en tegen al wat zich verheft’;
Jesaja 13:6, Joël 1:15 ‘Jammert, want de dag des HEREN is nabij; hij komt als een verwoesting van de Almachtige.’
Jesaja 13:13 ‘Daarom zal Ik de hemel doen wankelen en de aarde zal bevend van haar plaats wijken door de verbolgenheid van de HERE der heerscharen, ten dage van zijn brandende toorn.’
Jesaja 34:8 ‘want de HERE houdt een dag van wraak, een jaar van vergelding in Sions rechtsgeding.’
Jesaja 59:18 ‘Naar de daden zal Hij vergelden: grimmigheid aan zijn tegenstanders, vergelding aan zijn vijanden.’
Ezechiël 30:3 (grondtekst): ‘Nabij is de dag. Voorwaar de dag van Jahweh is nabij. Het zal een duistere dag zijn, het uur der heidenvolken.’
Joël 2:11b (Statenvertaling) ‘Want de Dag des HEEREN is groot en zeer vreselijk, en wie zal hem verdragen?’
Joël 2:30-31, Handelingen 2:19-20 ‘Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt.’
Amos 5:18 ‘Wee hun, die verlangen naar de dag des HEREN! Wat toch zal de dag des HEREN voor u zijn? Duisternis is hij, en geen licht!’
Micha 5:9 ‘Te dien dage zal het geschieden, luidt het woord des HEREN, dat Ik uw paarden uit uw midden zal uitroeien en dat Ik uw strijdwagens zal vernietigen.’
Micha 5:14 ‘En Ik zal in toorn en gramschap wraak oefenen over de volkeren die geen gehoor gegeven hebben.’
Obadja 1:15 ‘Want nabij is de dag des HEREN over alle volken; zoals gij gedaan hebt, zal u gedaan worden, uw daad zal op uw eigen hoofd terugvallen.’
Sefanja 1:14 ‘Nabij is de grote dag des HEREN, nabij en hij nadert haastig. Hoort, de dag des HEREN; bitter schreeuwt dan de held.’
Sefanja 3:8b ‘Want mijn vonnis is, volken te vergaderen, koninkrijken te verzamelen, over hen mijn gramschap uit te gieten, heel mijn brandende toorn, want door het vuur van mijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden.’
Matteüs 24:28 ‘Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen.’
1 Tessalonicenzen 5:2,3 ‘Immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag des HEREN zó komt, als een dief in de nacht. Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen.’
2 Petrus 3:10 ‘Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.’

De Bijbel spreekt dus duidelijk over de Dag des HEREN. De conclusie is:
1. Het is een dag van Gods wraak (Jes. 2:12, 13:13, 34:8, 59:18 / Micha 5:14 / Sef. 3:8).
2. Een vreselijke en bittere dag (Joël 2:11b, Jes. 13:6, Sef. 1:14, Matt. 24:28).
3. Een duistere dag (Ez. 30:30, Joël 2:31, Amos 5:18, Hand. 2:20).
4. Vol ondergang en verderf (Joël 2:31 / Jes. 13:6 / Sef. 3:8 / 1Tess. 5:3 / 2Petr. 3:10).
5. Van verwoesting en bloedvergieten (Joël 2: 30,31 / Hand. 2:19,20 / Micha 5:9).
6. Dan valt het oordeel over de heidenvolken (Jes. 59:18 / Ez.l 30:30 / Ob. 1:15).
7. De elementen zullen vergaan (2Petr. 3:10).

Als de Bijbel zonder uitzondering de Dag des HEREN beschrijft als een oordeelsdag, kan Openbaring 1:10 geen andere betekenis hebben. Johannes spreekt dus niet over de zondag, maar wordt in een visioen naar de Dag des HEREN verplaatst. Wat er dan gaat gebeuren heeft hij opgeschreven in het boek Openbaring. Al de elementen van oordeel die we in het Oude Testament gevonden hebben, vinden we daar terug. Johannes zelf noemt deze periode van oordeel (Op. 7:14) ‘De Grote Verdrukking’. Ook Jezus Christus deed dat: Want er zal dan een grote verdrukking zijn… (Matt. 24:21).

De Opname van de Gemeente van Christus
Er komt dus een gruwelijke tijd aan, waarschijnlijk niet ver van nu. Kun je dan nog wel hoopvol uitzien naar die toekomst? Jawel, mits je kiest voor Jezus! Want die doem geldt niet voor de Gemeente van Christus! Voordat De Grote Verdrukking begint, komt Jezus Christus Zijn Gemeente ophalen. Dat is een evacuatie, om hen te behoeden voor de rampen die plaats gaan vinden. Deze ‘Opname’ vertoont een opvallende overeenkomst met de redding van Noach en zijn gezin (Gen. 6-7, Matt. 24:39). Evenals de ark hen beschermde tegen de zondvloed, die alle mensen verdierf, redt de Opname de Gemeente van Christus van de catastrofale gevolgen van de komende Grote Verdrukking. Daarover spreken de volgende teksten:
1 Tessalonicenzen 1:10 ‘Jezus, die ons verlost van de komende toorn
1 Tessalonicenzen 5:4-5a ‘Maar gij broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou: want gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags.’
1 Tessalonicenzen 5:5b ‘Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe.’
1 Tessalonicenzen 5:9 ‘Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus, die voor ons gestorven is.’
Openbaring 3:10 'Omdat gij het bevel aanvaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal.’
De onderstreepte woorden zijn allen synoniemen van De Grote Verdrukking.

De Grote Verdrukking
Deze periode vangt aan kort na de Opname van de Gemeente van Christus. Volgens Daniël 9:27 zal dat één jaarweek (zeven jaar) duren. Dan zal de antichrist regeren. Na drieënhalf jaar van de zeven zal de antichrist het verbond met Israël verbreken en een beeld oprichten, dat door iedereen aanbeden zal moeten worden. Dit beeld, gruwel der verwoesting genoemd (Matt. 24:15 en Dan. 9:27), zal volgens Openbaring 13:15 tot leven komen en zelfs spreken. Een ieder die zal weigeren het beest te aanbidden, zal vervolgens gedood worden. Vooral de gelovige (orthodoxe) Joden zullen Gods gebod - Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen (Ex. 20:5) - weigeren te overtreden. Zij zullen daarom massaal omgebracht worden. De Bijbel noemt dit de tijd der benauwdheid van Jakob (Jer. 30:7). In de tweede periode van drieënhalf jaar zal de macht van de antichrist absoluut zijn (Dan. 7:25 en 11:36). Dan zal hij tevens zijn ware gezicht laten zien, als dienaar van satan.

Hoe lang duurt de Dag des HEREN?
Het woord Dag is een vertaling van het Hebreeuwse woord yôwm en kan zowel ‘dag’ als een ‘zekere tijdsperiode’ betekenen. In dit geval betreft dat de gehele periode van de Grote Verdrukking. Daniël 9:27 zegt precies hoe lang dat zal duren: ‘En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang’ (dat is een jaarweek, dus zeven jaren).

Is die Dag al gekomen?
Maleachi 4:5,6 ‘Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.’
Vraag: Is de profeet Elia reeds weer gekomen? Zijn de elementen reeds vergaan? Is Gods wraak over al zijn vijanden reeds uitgeoefend? Neen! Dat moet nog gebeuren.

Wanneer komt die Dag?
Dat weten we niet. 2 Petrus 3:10 zegt: ‘Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.’ En Matteüs 24:38-39 ‘Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.’

Kies daarom voor Jezus en wordt gered: Maranatha!

Gert A. van de Weerd