De ANTICHRIST (I)

J.W. Embregts • 82 - 2006/07 • Uitgave: 14
Is de antichrist al 44 jaar?

In 1978 schreef ik in het toenmalige blad Woord en Geest een artikel met de titel “Is de antichrist al 16 jaar?” Dat artikel was gebaseerd op het volgende bericht: “Zoals de komst van Christus door herders en wijzen aan de wereld werd bekend gemaakt, zo kondigden de boodschappers van het rijk der duisternis, de geboorte aan van een ‘vredevorst’, een ‘supermens’ (die later de antichrist zal blijken te zijn). Verscheidene maanden tevoren hadden astrologen en waarzeggers uit de stand der planeten, welke stand vermoedelijk de ‘grote ster uit het oosten was’, op 5 februari 1962 een aardschok voorspeld. Sommigen voorspelden zelfs het einde van de wereld, omdat de stand van de planeten zo bijzonder was.1

Het was Jeane Dixon, een occulte zieneres, die in haar autobiografie My Life and Prophecies vertelde, dat ze aan de hemel had gezien, wat ze beschreef als een Zwarte Madonna die een baby aan de wereld presenteerde. Toen dacht ze dat het een Katholieke betekenis had, maar later herzag ze die mening en geloofde dat het een openbaring was van de geboorte van de antichrist. Hij werd geboren, zo stelde ze, “ergens in het Midden-Oosten, kort na 7 uur ’s ochtends op 5 februari 1962 en leeft nu in een dichtbevolkt gebied van de Verenigde Arabische Republiek.” Eind jaren ‘80, begin ‘90, zo verklaarde mrs. Dixon, zal de Superman van de satan, met zijn hoofdkwartier in Jeruzalem, “de religie van de valse god propageren.”2

R. Henry Hall stelde zich achter dat bericht: “Een openbaring die ik ontving vóór mijn ontdekking van het visioen van mrs. Dixon, was, dat de antichrist niet alleen al geboren was, maar dat hij op de datum van mijn openbaring (maart 1984), 24 jaar oud was.”3 Ook een Nederlands christelijk tijdschrift stelde zich achter deze berichten: “De Heer bevestigde ons dat dit kind, dat op 5 februari 1962 geboren is, inderdaad de te verwachten antichrist is. Ook anderen gaven te kennen dit van de Heer zo te hebben ontvangen.”4

Ik kan me zo voorstellen dat iemand bij het lezen van het bovenstaande zich afvraagt: wat moet ik daar nu mee? Anderen zullen erover inzitten dat het nu toch akelig dichtbij aan het komen is. Verder zal het voor alle personen in het Midden-Oosten, die op 5 februari 1962 kort na 7 uur ’s ochtends geboren zijn, de kwellende vraag kunnen zijn: ben ik het soms? Anderen kunnen van een bepaald iemand zeggen: dat had ik altijd al van hem gedacht!

Nu is het helemaal niet nieuw dat dit soort voorspellingen wordt gedaan. Al in het jaar 380 na Chr. verkondigde Martinus, bisschop van Tours, in alle ernst, dat de antichrist reeds op aarde leefde, maar nog in zijn jongensjaren was, klaar om de macht te grijpen als hij volwassen zou zijn.5 Sulpicius Severus, een kerkelijk schrijver, die leefde omstreeks 363-420, schreef: “Het lijdt geen twijfel dat de antichrist, verwekt door een boze geest, reeds is geboren. Hij is nu nog een kind.”6
Rond 1080 is het bisschop Ranieri van Florence volmaakt duidelijk, dat de antichrist al leeft en hetzelfde verzekert bij het begin van de 12e eeuw de premonstratenzer Norbert van Maagdenburg aan de heilige Bernard.7 Odo, abt van het klooster van Cluny (879-942), voelde op grond van de tijdsverschijnselen aan, dat de antichrist elk moment zijn aanwezigheid bekend zou maken.8 Telesforus (heremiet, geboren te Cosenza) weet precies dat de antichrist al in het jaar 1365 geboren is.9 In 1421 beschouwde Vincentius Ferrer, een groot prediker, het als zijn plicht aan paus Benediktus XIII te schrijven, dat de antichrist al 9 jaar oud was.10 Op het concilie van Bazel (1431-’49) verbreidden enkele Spaanse bisschoppen het gerucht, dat de antichrist al in leven was. Nicolaüs van Clémanges (gest. 1440), hoogleraar te Parijs, verklaarde omstreeks die tijd dat de antichrist de volwassen leeftijd al had bereikt.11

Mogen deze paar gevallen volstaan om aan te tonen, dat het stichten van verwarring op dit gebied bepaald geen nieuwe aangelegenheid is. Ook in onze tijd waagt men zich aan uitspraken hierover: L. Sale-Harrison gaat (al voor de 2e wereldoorlog) zo ver door te verklaren: “Hij is zonder twijfel al op aarde.”12 De bekende prediker William Branham zei omstreeks 1970 dat hem goddelijk geopenbaard was, dat hij niet lang meer te leven had en dat de wereld binnen een jaar na zijn heengaan geïnformeerd zou worden over de verschijning van de antichrist op het politieke toneel.13 “Ik geloof dat de Antichrist vandaag leeft,” schrijft David Hathaway in Prophetic Vision, van augustus 2000.

Nu ligt daar deze “profetie” waaruit zou moeten blijken dat de antichrist intussen zijn 44e verjaardag moet hebben gevierd. Nu schreef ik destijds (in 1978) dat we nog 10 à 14 jaar de tijd hadden. Dat was dan weer een hele geruststelling. Waar was die gedachte op gebaseerd? Welnu, omdat de antichrist de grote ‘nabootser’ is en er over het algemeen van wordt uitgegaan dat hij dus de Christus in alle opzichten probeert na te bootsen. Dus zou zijn verschijning in het openbaar, net zoals Jezus, rond zijn 30e levensjaar hebben moeten plaatsvinden. Intussen is dit tijdstip alweer met 14 jaar overschreden. De antichrist schijnt op leeftijd te moeten komen!

Zoals we gelezen hebben, hád de antichrist moeten gaan optreden in de jaren 1980-1990. Dat is niet gebeurd en dus kunnen we deze ‘profetie’ van mrs. Dixon rustig naar de prullenbak verwijzen. Maar: wat is hier eigenlijk aan de hand? Deze ‘profetie’ wordt en daar windt men geen doekjes om, rechtstreeks ontleend aan de duivel zelf: “het rijk der duisternis” – “astrologen en waarzeggers” – “stand der planeten.” Welke waarde kan men nu toedichten aan een profetie van de duivel? Jezus zei van hem: “die... staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.” (Joh. 8:44) De leugen is intussen gebleken uit het niet uitkomen van de voorspelde data.

Als dan toch zo’n profetie wordt uitgesproken en zelfs voor zoete koek wordt geslikt (zelfs alsof de Heer de uitspraak van de duivel bevestigt) dan vraagt men zich af: wat kan daar achter zitten. Het lijkt op een poging van de satan om de aandacht af te leiden van degene die straks werkelijk de antichrist zal zijn. In ieder geval: kinderen van God hebben niets aan zo’n profetie want zij kennen andere middelen om daaraan de persoon van de antichrist te toetsen. We vinden onze toetsingscriteria in het Woord van God, de Bijbel.

Toch is het verontrustend, dat mensen meer waarde toekennen aan buitenbijbelse berichten dan aan de Bijbel zelf. Dat zien we aan de gretigheid waarmee het boek De Da Vinci Code van Dan Brown wordt gekocht en verslonden. Hoewel heel eenvoudig kan worden aangetoond dat dit boek gewoon een verzinsel is, bedient het zich, volgens de beproefde methode van de satan, van halve waarheden, waarmee de Bijbel onderuit wordt gehaald. Dat mensen het aannemen voor meer waar dan de Bijbel zelf, komt omdat men veel te weinig van de Bijbel afweet. Als er één tijd is, waarin de uitspraak van Hosea 4:6: “Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis,” volledig opgaat, dan is dat juist onze tijd. Misschien dat Hosea ons ook wel óver de eeuwen heen toeroept: “Zo komt het volk, dat geen inzicht heeft, ten val.”

Het wordt de boze véél te gemakkelijk gemaakt om zijn verwarrende gedachten in het brein van de mensen binnen te pompen. Veel christenen zijn vergeten de geestelijke wapenrusting van Efeze 6 aan te doen. Daarbij hoort de ‘helm des heils’, waarmee je gedachteleven beschermd wordt tegen de influisteringen van de boze. Veel christenen vergeten zich het Woord van God eigen te maken door dagelijkse Bijbellezing en studie. De vraag is of we het op deze wijze wel zullen herkennen als de antichrist daadwerkelijk in beeld gaat komen. Want waar herken je hem eigenlijk aan? Daarover gaan de volgende artikelen.

Door J.W. Embregts

Wordt vervolgd in Het Zoeklicht nr. 16.

1 “De tijd is nabij”, uitgave tijdschrift Visie, ’s Gravenhage, p. 52-53
2 Ian Macpherson: “The False Prophet”, artikel in “Redemption Tidings”, 25-5-1972
3 R. Henry Hall: “AD 1991 – The Genesis of Holocaust”, p. 53
4 “De tijd is nabij”, uitgave tijdschrift Visie, ’s Gravenhage, p. 52-53
5 Brian Daley: “The hope of the early churcht”, p. 126
Emmerson and McGin: “The Apocalypse in the Middle Ages”, p. 23
6 McGinn: “De Antichrist”, p. 345, voetnoot 52.
7 A. Hübscher: “Die grosse Weissagung”, p. 106
8 Richard Abanes: “End-time Visions”, p. 169-170
9 A. Hübscher: “Die grosse Weissagung”, p. 119
10 H.J. Forman: “Groote profetieën der menschheid”, p. 77
A. Hübscher: “Die grosse Wessagung”, p. 121
11 Ds. I. de Wolff: “De laatste jaren dezer wereld”, p. 47
Y. Hepp: “De antichrist”, p. 68 e.v.
12 L. Sale-Harrison: “The wonders of the great unveiling”, p. 142
13 Ian Macpherson: “The False Prophet”, artikel in “Redemption Tidings”, 25-5-1972