De beker Gods

Gieneke van Veen-Vrolijk • 86 - 2010 • Uitgave: 9
In de Bijbel worden bepaalde, vaak algemeen bekende voorwerpen, gebruikt als beeld om iets uit te drukken. Op die manier komt het beeld van de beker voor. Voor de Bijbelse schrijvers heeft de beker als voorwerp op zichzelf geen betekenis, maar het is de inhoud ervan die de bijzondere betekenis geeft. De beker kan een zegen bevatten of juist het tegendeel. Dit betekent dat de inhoud van de beker bepaalt of het beeld positief of negatief is, ofwel: houdt het bekerbeeld zegen of straf in?
Het meest gebruikte Hebreeuwse woord voor beker of (drink)kelk is ‘kos’.1 Een ‘kos’/beker kon verschillen in vorm, afmetingen en materiaal. Een ‘kos’/beker kon de vorm hebben van een kom, maar stond ook wel op een voet en kon in bepaalde gevallen kunstig gevormd zijn, bijvoorbeeld in de vorm van lelie of lotusbloem.2 Een zeer kostbare ‘kos’ kon van zilver of goud zijn (Jeremia 51:7), terwijl een eenvoudige ‘kos’ van klei werd gemaakt, voor dagelijks gebruik. Een ‘kos’ diende om water of wijn uit te drinken en was te vinden bij velen, van rijk (Genesis 40:11-21) tot arm.
Het woord ‘kos’ kan een letterlijk gebruik hebben met een duidelijk positieve strekking. We zien dit in Nathans parabel van de arme man met zijn lam dat dronk uit zijn ‘kos’/beker (2 Samuël 11:1-4). Dat deze man zijn lam uit zijn eigen beker liet drinken toont hoeveel hij van het dier hield.3
Het gebruik van de beker als beeld komt echter niet alleen in het Oude Testament voor, maar is ook in het Nieuwe Testament aanwezig. De Here Jezus leert hoe waardevol het is voor God wanneer iemand de Zijnen een beker koud water aanbiedt (Matteüs 10:42).

De beker van Gods toorn
Een belangrijk theologisch gebruik van het bekerbeeld is de ‘beker van toorn’ (Jeremia 25:15-29; 49:12; Ezechiël 23:31-33). De beker is dan beeld van Gods oordeel, straf en toorn. De volle beker vertegenwoordigt de volheid van Gods oordeel over het verderf en zonden van de mens die Hem veracht. De mensen die God ongehoorzaam zijn en Hem hardnekkig en bewust verwerpen, zullen uiteindelijk de volle maat van de hen toekomende straf ontvangen. “Want in de hand van de HERE is een ‘kos’/beker… en Hij schenkt daaruit…” (Psalm 75:9). Deze straf is door God duidelijk en van tevoren aangekondigd, met een oproep tot inkeer.
Maar ook Gods eigen verbondsvolk werd opgeroepen tot trouw aan Hem en gewaarschuwd voor de komende straf voor hun ontrouw aan Hem. Profeten, vooral vóór alsook tijdens de ballingschap, gebruikten herhaaldelijk het beeld van de beker die uitgedronken moet worden, om hiermee het oordeel te beschrijven dat zowel Juda, Israël als de natiën zou treffen (Jeremia 25:27; Ezechiël 23:33). Deze vorm van beeldspraak is duidelijk aanwezig bij Jeremia. Wie uit die beker van toorn moet drinken zal mensonwaardig gedrag vertonen: beven, dwaas worden, waggelen, slingeren (Jeremia 25:16; 51:7; Klaagliederen 4:21). De beker van Gods toorn wordt als metafoor gebruikt voor de straf Gods die over de volken zal komen (Jeremia 25:16,17). De Here zal Zijn beker van toorn uiteindelijk ook geven aan Jeruzalems verdrukkers (Jesaja 51:17-23).

Jezus’ beker
Het oudtestamentische bekerbeeld wordt door de Here Jezus overgenomen betreffende Zijn aangekondigde lijden en sterven. In dat perspectief krijgt dit beeld een diepe, indringende heilsbetekenis. Jezus bad “…neem deze beker van Mij…” (Marcus 14:36), omdat Hij wist dat het volle gewicht van Gods toorn over de zonde op Hem zou vallen… Hij, de Enige ooit op aarde die Gods toorn niet verdiende. Maar Hij gaf zich volledig over aan die straf, “maar niet Mijn wil…”, om zo de zonden van de mens te verzoenen. Wanneer men Hem zoekt zegt Hij: “…zal Ik de beker die de Vader Mij geeft niet drinken?” (Johannes 18:11). Omdat Hij bereid is de strafbeker Gods te drinken kan Hij de Zijnen de heilsbeker van het Nieuwe Verbond aanbieden (Matteüs 26:27-29; 1 Korintiërs 11:25-26).
Gods beker brengt zegen en heil voor de rechtvaardigen, maar vloek en oordeel voor de goddelozen. Wie Jezus’ kruisoffer verwerpt, zal uiteindelijk de beker van Gods oordeel drinken (Openbaring 17:3-6; 18:6-8).

De beker van heil
Een ‘beker’ kan als beeld ook verlossing, liefde, troost, kracht, bemoediging, gemeenschap uitdrukken. Zo zingt David: “De HERE is …. mijn deel en mijn ‘kos’/beker…” (Psalm 16:5).
Bijzonder is de ‘beker van de verlossingen’ waarvan men tijdens de Pesachviering zong. Ook Jezus zong deze woorden kort vóór Zijn sterven: “Ik zal de beker van de verlossingen opheffen…” (Psalm 116:13). Wij kunnen nu vreugdevol diezelfde woorden nazingen, omdat Hij bereid was de beker van Gods toorn tot de laatste druppel te drinken (Lucas 22:42). Zijn bittere beker werd voor ons tot zegenrijke en troostvolle ‘heilsbeker’!
“…mijn beker vloeit over…” (Psalm 23:5).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

Eindnoten
1 Dit woord ‘kos’/beker komt 31 keer voor in het O.T.; daarnaast zijn er nog andere woorden voor ‘beker’.
2 De speciale plaats en/of waarde van een beker kan blijken uit het feit dat op de boog van Titus één beker in het bijzonder is afgebeeld van de geroofde bekers uit de tweede tempel.
3 Een ‘kos’ kon ook een speciaal gebruik hebben, zoals de zogeheten ‘kos/beker van troost’ bij rouwmaaltijden (Jer. 16:7).