De betekenis van de opstanding

Jacco Stijkel • 82 - 2006/07 • Uitgave: 4
We naderen het slot van onze studie over 1 Korintiërs. In dit Zoeklicht willen we stilstaan bij de betekenis van de opstanding van Christus. In het volgende nummer van dit blad bij het einde. Wat mijzelf betreft is hoofdstuk 15 het hoogtepunt van de brief. Dit hoofdstuk is ook het enige leerstellige gedeelte van 1 Korintiërs, de vorige gedeelten zijn vooral gericht op de praktische kant van je christen zijn. Daarmee niet minder belangrijk, maar zelf word ik elke keer enorm aangesproken door wat Paulus in hoofdstuk15 schrijft.

Het eerste wat mij opvalt is vers 3. Paulus schrijft: “Want vóór alle dingen heb ik u overgeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften en Hij is begraven en ten derde dage opgewekt, naar de Schriften en Hij is verschenen.” En dan worden er de concrete namen of groepen mensen genoemd. Aan Kefas, de twaalven, ja zelfs aan 500 broeders tegelijk, “van wie het merendeel thans nog in leven is” (vers 6).
Zoals in de hele theologie van Paulus stelt hij het kruis op de eerste plaats (zie hiervoor in deze brief 1Kor. 2:2). De Here Jezus is gestorven voor onze zonden. In de Hebreeën brief wordt dit zo prachtig uitgewerkt. “Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het lichaam van Jezus Christus” (Hebr. 10:10). Jezus is “na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God” (Hebr. 10:12). We hebben onlangs Goede Vrijdag gevierd en het avondmaal gevierd. Peilen wij werkelijk de diepte van deze woorden? Eigenlijk past ons alleen nederigheid en dankbaarheid. Hierover nog één ding: Jezus heeft daadwerkelijk voor ons geleden. Wat je ook van de controversiële film The Passion of the Christ vindt, het laat op een indrukwekkende manier het lijden zien. Je wordt er enorm door geraakt. Dit heeft Hij doorstaan voor mij. Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat ik met alles wat in deze film wordt vertoond, gelukkig ben. Maar toch. En dan wordt het meest vreselijke wat de Here Jezus heeft moeten doorstaan, namelijk dat Hij de zonden van de wereld op zich moest nemen en in Godverlatenheid moest sterven, niet eens getoond. Omdat dit letterlijk niet te filmen is.
Paulus gaat verder: ‘naar de Schriften’. Al eeuwen tevoren heeft God zijn plan onthuld in zijn Torah, waarvan Jezus de vervulling is. Denk alleen maar aan de bekende woorden in Jesaja 53 over de lijdende knecht des Heren (en lees ook de overige drie profetieën hierover, al gaan die in de eerste plaats over Israël. Dit is uiteraard niet los te zien van de Messias). Maar ook elders en dan gaan we weer naar het tiende de hoofdstuk van Hebreeën. We lezen vers 7: “En toen zeide ik: zie hier in de boekrol staat van Mij geschreven - om uw wil, o God, te doen.” De schrijver citeert hier Ps. 40:7-9. Dit is zijn wil waarvan in het reeds aangehaalde vers 10 sprake is. De Here Jezus zelf, stelt zich als de ene ware offerande beschikbaar! In zijn onderwijs aan de discipelen heeft dit ook centraal gestaan: “Van toen aan begon Jezus Christus zijn discipelen te tonen, dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel lijden van de zijde der oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en ten derde dag opgewekt worden” (Matt. 16:21).
Hiermee komen we ook bij het volgende aan: Jezus is werkelijk gestorven, Hij is begraven. In onze tijd komen allerlei gnostische waanvoorstellingen weer boven drijven. Onder meer door de populariteit van De Da Vinci Code. De grote aandacht voor het Evangelie van Judas is ook zoiets. Alsof daardoor de waarheid van het christendom kan worden aangetast, het idee zeg. Het enige waar dit ‘evangelie’ licht opwerpt is over de verschijningsvormen van het christendom in de vierde eeuw. In de gnostische literatuur komt ook naar voren dat Jezus een schijndood zou zijn gestorven, of dat niet de echte Jezus aan het kruis zou zijn gespijkerd. Paulus weet wel beter. Zoals het ook in het Nieuwe Testament staat: Jezus is gestorven (Luc. 23:46) en begraven (Luc. 23:50- 53). De Schrift romantiseert niets, maar geeft gewoon de feiten weer!

Maar daar blijft het niet bij! Het is Pasen geweest. Jezus is opgestaan! Hij is “ten derden dage opgewekt naar de Schriften.” Net zoals het sterven van de Messias van tevoren in de Bijbel te lezen was, zo ook zijn opstanding. Te denken valt aan Hosea 6:2: “Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage al Hij ons oprichten en wij zullen leven voor zijn aangezicht,” en Jona 1:17: “En de Here beschikte een grote vis om Jona in te slokken; en Jona was in het ingewand van de vis drie dagen en drie nachten.” In Matt. 16:4 betrekt de Here Jezus dit op zichzelf. (zie ook Marc. 8:11-13, Luc. 11:29-30). In de gemeente Korinte heerste blijkbaar bij sommigen de gedachte dat er geen opstanding van de doden is (1Kor. 15:12). De consequentie van die gedachte is volgens Paulus duidelijk: “Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt.” Als dat waar is, is de boodschap van Paulus zonder inhoud en datzelfde geldt voor het geloof. Bovendien is het geloof dan zonder vrucht, wij zijn dan namelijk nog in onze zonden en degenen die in Christus gestorven zijn, zijn verloren. Wij als gelovigen zijn dan de ‘beklagenswaardigste van alle mensen,’ schrijft Paulus (vers 19). Gelukkig komt er een ‘maar’. Zo is het niet. Christus is opgewekt! Dit is, zoals we hebben gezien, een historisch feit. Mensen zijn daar getuige van geweest. Ga het maar navragen, het merendeel van hen is nog in leven! (vers 6). Paulus is bovendien zelf getuige geweest van de opgestane Heer (Hand. 9). Zijn opstanding heeft een enorme betekenis. “Want zoals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden” (vers 22). Paulus plaatst dit vervolgens in apocalyptisch perspectief. Op de Paasmorgen is Christus opgestaan, daarmee is Hij de eersteling (zie bijvoorbeeld Ex. 23:19 en Lev. 2:12).

“Vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst” (vers 23). En daarna komt het einde. Met deze thematiek wil ik graag in het volgende Zoeklicht deze Bijbelstudie over 1 Korinte besluiten. Toch nog hier even deze woorden. De opstanding van Christus betekent dat alle macht en kracht onttroond wordt, dat de Here Jezus als Koning zal heersen, dat alle vijanden onder zijn voeten worden gelegd. Ja, zelfs de dood, de laatste vijand, heeft Hij onttroond. Door zijn opstanding is God uiteindelijk “alles in allen” (vers 28). Deze overwinning is nog niet zichtbaar. De Here Jezus is nog niet gekomen, het vrederijk is nog niet aangebroken.
Maar alles is gereed voor zijn komst. En totdat Hij komt, mogen wij hier alvast leven vanuit zijn opstandingsk racht. Want: “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen” (2Kor. 5:17).

Jacco Stijkel