De genade Gods is verschenen…

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 20/21
De genade Gods is verschenen…

In deze stellige bewering – ‘De genade Gods is verschenen’ – ligt de vaste zekerheid dat er sinds dat wondere gebeuren in Bethlehem, iets is veranderd in deze wereld.
De grote Schepper aller dingen zag Zijn schepping afglijden in de eeuwige nacht. Hij wierp de reddingslijn uit. Zijn eigen Zoon kwam in onze duisternis.


Op genade zit niemand te wachten. Of… je moet inzien dat je hulp nodig hebt in een zaak waar alle pogingen tot oplossing van het probleem hebben gefaald en de gevolgen van dat falen desastreus zullen zijn. Als er nergens meer een uitweg is en de dood is nabij, dan is die reddende hand welkom. Eerder niet. Immers, je moet jezelf toch kunnen redden als volwassen en verantwoordelijk mens? Zolang alles goed gaat, je gezond bent, te eten hebt en een dak boven je hoofd, dan speelt de hulpvraag geen enkele rol. Het lijkt bijna belachelijk als iemand zoiets ter sprake zou brengen. Je hebt wel wat anders te doen. Je staat goed in het leven, je hebt aan niets gebrek, je hebt iedereen het zijne gegeven en nog veel meer. Nee, je bent het leven tot nu toe wel goed doorgekomen. En als de dood komt, nou ja, dat is het dan. Dan zien we wel weer. Dood is dood en ik kan zeggen dat ik er goed van heb geleefd.

Wie herkent deze redeneringen niet? De mensheid in ons geseculariseerd werelddeel Europa, heeft God buiten de deur gezet, heeft de vraag naar zijn eigen herkomst beantwoord met het ‘geloof’ in de evolutie – “Ik stam af van de apen” – en is klaar met de toekomst – dood is dood. Hij is opgevoed met de overtuiging dat er niets anders is dan wat je ziet met je ogen en dat je voor jezelf moet opkomen, omdat anderen dat niet zullen doen. Je hoeft hier niet meer met de Bijbel aan te komen. Dat is religie en daarmee is de moderne mens klaar. De kerk heeft afgedaan. De Europeaan staat tegenover het Christendom als een gescheiden vrouw tegenover haar mislukte huwelijk. Verwond, verward en gefrustreerd staat ze in het leven omdat al haar idealen zijn vervlogen en haar leven is uitgelopen op verlatenheid. Overal in Europa staan de mooiste kathedralen, de mooiste concertzalen met de mooiste muziek aller tijden uit een rijke kerkgeschiedenis, de mooiste musea met de mooiste kunstschatten uit een schatrijk cultureel verleden, de beste ziekenhuizen met de knapste dokters. Allemaal vruchten in onze cultuur van een bloeiend Christendom. Maar het christelijke geloof zelf heeft in deze cultuur afgedaan. Twee wereldoorlogen in ditzelfde Europa hebben diepe collectieve wonden geslagen in de ziel van de Europeaan. Velen dichten zelfs de kerk een belangrijke rol toe in de oorlogen en vooral in de vernietiging van de Joden op ons continent. Nog steeds zijn de debatten erover heftig en emotioneel, de beweringen soms boud en historisch onjuist. Maar wat men echt kan horen is de vraag: hóe kon het gebeuren… wát hebben we gedaan? Hóe kon het zo ver komen? Is dat nu de vrucht van 1300 jaar christendom in Europa?

Door een onjuiste vraagstelling verkrijgt men ook onjuiste antwoorden. Niet het Christendom als cultuurfenomeen, maar de Bijbelse boodschap van zonde, oordeel en redding zijn de wezenlijke zaken waarom het gaat. Wie onbevangen de Bijbel leest zal niet anders dan tot die conclusie kunnen komen. De Bijbel – het Woord van de levende God – biedt een mens een nieuw begin aan. Er is vergeving van wat fout is en verkeerd ging en er is een nieuw begin mogelijk. Dat brengt ons terug bij de tekst: ‘De Genade Gods is verschenen’. Dat brengt ons bij de Bijbelse openbaring van Wie God is en wat Hij doet. Het was voor God onverdraaglijk dat Zijn schepping – de mens – in de eeuwige verlorenheid zou eindigen. Alleen Hij wist wat dat betekende, namelijk dat een mens altijd en eeuwig zonder zijn Maker zou moeten leven. Wat dat is heeft nog nooit iemand meegemaakt. Dat is de volstrekte leegte, de ultieme eenzaamheid, de ondoorgrondelijke zinloosheid. Daar kan een mens niet leven, maar ook niet sterven. Dat is een eeuwigheid zonder hoop en zonder God. Alleen Jezus is ooit als mens van God verlaten geweest, toen Hij aan het kruis hing. Toen heeft Hij uitgeroepen: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Zijn lijden was ondraaglijk omdat het zich in de godverlatenheid afspeelde. Er was geen zin meer aan te ontdekken, er bleef alleen nog deze vraag over. Het was nog nooit gebeurd dat een mens door God verlaten was. Het ondenkbare bleek mogelijk en wordt zichtbaar in een onzegbaar lijden van Gods Zoon aan het kruis. En juist daarin ligt Gods genade. Bij het kruis komt niet alleen Gods liefde openbaar: Hij gaf Zijn liefste Zoon in het oordeel voor ons. Ook de mens wordt openbaar in zijn ultieme afwijzing van Gods genadeaanbod: “Kruisigt Hem, weg met Hem!” en ze lieten Hem doodbloeden. De machten der duisternis werden openbaar toen het donker werd op klaarlichte dag en de vorst der duisternis en zijn demonen hun macabere dodendans dansten met gedachte aan de overwinning. Maar toen Jezus de derde dag uit de dood opstond lagen alle dingen ineens anders. De zonde was geboet in ons oordeel dat Hij voor ons droeg, de dood werd overwonnen in de opstanding.

Met de komst van Jezus in Bethlehem is de genade van God verschenen, waar niemand om had gevraagd, omdat men de afloop van het menselijke bestaan in de eeuwige godverlatenheid niet vermoedt. God, die alle dingen kent en overziet, wist dat wel. Hij baande een weg voor ons, de mensheid, om te gaan. Jezus Christus is God de Zoon, die de Weg, de Waarheid en het Leven is. De moderne mens moet vrij komen van zijn vooroordeel als het gaat om het christelijke geloof. Dat vooroordeel wordt ingegeven door een godvijandige cultuur. In deze cultuur kunnen de machten der duisternis het denken en doen van de mens vrijelijk beïnvloeden en hem zo naar de eeuwige verlorenheid slepen. Die eeuwige verlorenheid noemt de Bijbel de hel.

In Dantes grote werk “De goddelijke komedie” (1300 na Chr.) wordt de hel beschreven als plaats van voortdurende lichamelijke en geestelijke pijnen en kwellingen. Hij komt er allerlei belangrijke mensen tegen die hij in zijn aardse leven heeft gekend, mensen die je daar niet zou verwachten. Vanuit zijn denkbeeldige reis door het ‘Hiernamaals’ beziet hij zijn eigen levenstijd en oefent kritiek uit, vooral op het verwereldlijkte pausdom en het afvallige Christendom. Men wilde het niet horen. Op straffe des doods werd hij dan ook verbannen uit zijn woonplaats Florence. Dat hebben christenen altijd ervaren, ook vandaag. Want met het aanbod van genade komt ook de vinger Gods die naar de schuld wijst. En dan komt de woede. Maar wie zijn woede laat varen en eerlijk wordt voor zichzelf, zal Gods genadeaanbod dat in Bethlehem zichtbaar werd op aarde, in Jezus, niet verwerpen, maar aannemen. De hel is niet de keuze van God, het is de keuze van een mens zelf. God biedt ons zijn genade aan, onvoorwaardelijk en uit liefde. Men mag het aannemen of verwerpen. Gods genade biedt redding, een eeuwig behoud. Hij houdt ons de keuze voor en roept ons toe: “Beide houd Ik u voor, de dood en het leven. Kies dan het leven.”
Gezegend kerstfeest!

Feike ter Velde