De hoop van volharding

Jef de Vriese • 88 - 2012 • Uitgave: 9
Volharding leidt vanuit beproeving naar godsvrucht (2 Petrus 1:6). Volharding wordt gevoed door hoop. Wij hopen op wat wij niet zien, omdat wij verwachten met volharding (Romeinen 8:25). Doelgerichte hoop is de bron van volharding. Volharding ziet met geestelijke ogen wat nog niet aanwezig is. Blijdschap in een specifieke hoop, gebaseerd op het Woord van God, gaat gepaard met geduld in de verdrukking en volharding in gebed (Romeinen 12:12). Het is het Woord van God dat onze hoop beschrijft, waardoor volharding en vertroosting mogelijk worden (Romeinen 15:4). Hoop maakt inspanning en het ondergaan van smaad mogelijk, omdat het oog gericht is op de levende God, van Wie het goede tot ons komt (Jakobus 1:17) en Die een Behouder is van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen (1 Timoteüs 4:10).
Volharding is een gave van God. God deelt Zijn karakter van volharding mee aan wie Hem liefhebben. Volharding en geduld komen uit Zijn kracht (Kolossenzen 1:11). Volharding is geen zelf opgepept doorzettingsvermogen, maar het kenmerk van een hart dat door God geneigd is tot liefde en de volharding van Christus (2 Tessalonicenzen 3:5). Zoals geloof, hoop en liefde gaven van God zijn, is het bijhorende werk, inspanning en volharding eveneens uit Hem. De hoop is op Jezus, voor het aangezicht van God (1 Tessalonicenzen 1:3). Zodoende wordt volharding gevoed door te verblijven in de tegenwoordigheid van God, waardoor Zijn beeld dieper in de gelovige wordt gedrukt en Zijn aanwezigheid afrekent met duisternis en onrust.

Jef De Vriese