De kerk als teken van de eindtijd

Henk Schouten • 79 - 2003/04 • Uitgave: 4
De kerk als teken van de eindtijd

W e zouden misschien hoopvolle en schitterende dingen over de kerk in de eindtijd willen schrijven. Heeft de gemeente van de opgestane Heer niet een pracht boodschap. Jezus leeft, Hij bereid plaats voor ons mensen in het Vaderhuis. We hoeven niet vol zorg en angst te leven, maar er is een geweldige hoop. Allerwegen zou de kerk dat genadewoord moeten laten klinken. In de kerk zou de verwachting op de komst van de Here met alle hoopvolle aspecten die daarbij horen, wekelijks velen troosten en kracht geven. Maar helaas dat is utopie, de werkelijkheid is heel anders. De kerk zelf is een beschamend teken van de eindtijd geworden.
Ze heeft Gods Woord losgelaten. In plaats daarvan dat de kerkmens, met de dominees voorop, zich buigen voor God en Zijn Woord, is er notabene juist in de kerk een uitholling van de Bijbel gaande en dat is toch ongedacht. Alleen in de kerk wordt haar 'Grondvester' (opnieuw) gekruisigd en worden haar apostelen voor leugenaars uitgemaakt.

Dit alles, hoe beschamend ook, is voorzegd in Gods Woord. Zij die dit Woord uithollen, kunnen daar, wanneer ze gelovig zouden lezen, kunnen zien dat die uitholling vervulling van profetie is. Een paar teksten als voorbeeld:
'Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren' (l Timotheüs 4:3-4).
Toch zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen, zelfs de heerser, die hen gekocht heeft, verloochenende en een schielijk verderf over zichzelf brengend' (2 Petrus 2:1).

Misschien wordt de teloorgang van de kerk en de ongehoorzaamheid aan Gods Woord wel het meest scherp getekend in de brief aan de gemeente te Laodicea, zoals we die vinden in Openbaring 3. De plaatsnaam Laodicea heeft te maken met de ‘gerechtigheid van het volk’, of met de wil van het volk en de stem van het volk. Modern gezegd, misschien met de 'mensenrechten'. De mensenrechten en de verlangens van mensen staan haaks op de dingen die in Gods Woord geleerd worden. Juist ook in de kerk, waar men beter zou kunnen weten, heeft men de Here Jezus buitengesloten. We zien bij de gemeente Laodicea, dat de Here Jezus aan de deur staat. Hij wil graag binnen komen, maar kan er in een verworden kerk niet meer bij zijn.
Heel dikwijls hoor ik van mensen die 'Het Brandpunt' of de kapel bezoeken, met groot verdriet, dat ze in hun woonplaats geen kerk of gemeente vinden waar men onverkort aan Gods Woord vasthoudt. Heel dikwijls hoor ik dat de prediking in plaatselijke kerken nauwelijks of niets meer over de Here Jezus laat horen.
Natuurlijk zijn er ook nog veel plaatsen waar men de Here Jezus wel verkondigt en waar men met grote liefde put uit Gods Woord tot bemoediging en opbouw van velen, maar dat neemt niet weg dat de tendens en niet alleen in ons land, een neergaande is. En dat is, zoals geschreven, een teken van de eindtijd. Begrijpelijk dat men zich in zulke geloofsgemeenschappen ook niet bezighoudt met de tekenen van de tijd. Men spreekt niet van hoop of toekomst. Men heeft het wel over vrede en liefde, over tolerantie, waarmee bedoeld wordt dat alle zonden toegestaan moeten worden. Maar aan de vrede met God door het verzoenende werk van de Heiland wordt niet gebouwd. Dat is geen evangelie en zo wordt aan mensen juist die hoopvolle toekomst onthouden. Daarom zullen wij die de Here verwachten en weten van het heerlijke dat komen gaat, onze donker geworden wereld tegemoet moeten treden met de vrijmoedigheid van de Here. Van Hem lezen we in Openbaring 3, dat Hij desondanks gemeenschap zoekt met mensen. Ook al staat Hij buiten, Hij wil graag binnen komen en maaltijd houden. Mogen velen, wellicht ook u, geachte lezer, het hart openen voor Zijn liefde en genade.

Ds. Henk Schouten