De Messias en het Joodse volk

Dirk van Genderen • 84 - 2008 • Uitgave: 1
De Messias en het Joodse volk

Misschien kent u ds. John Hagee wel. Hij was een van de gasten in een serie tv-programma’s, vorig voorjaar, over de toekomst van het Midden-Oosten. Ik herinner me hem nog van zijn uitspraak ‘Israel lives’ (Israël leeft).
Hagee is de grondlegger en senior-pastor van de Cornerstore Church in San Antonio, Texas. Veel christenen steunen via zijn organisatie tal van projecten in Israël. Onlangs kwam een nieuw boek van hem uit, met als titel In defense of Israel, waarin hij onder meer stelt dat Jezus niet is gekomen als de Messias voor het Joodse volk.

Ter verduidelijking enkele citaten uit dit boek:
‘Als God Jezus ertoe bestemde de Messias van Israël te zijn, waarom gaf Hij Hem dan niet de autoriteit om bovennatuurlijke tekenen te doen om te bewijzen dat Hij Gods Messias was?’
‘Als Jezus de Messias wilde zijn, waarom zei Hij dan telkens opnieuw tegen Zijn discipelen en volgelingen niemand iets te vertellen over Zijn bovennatuurlijke bekwaamheden?’
‘De Joden verwierpen Jezus niet als de Messias. Het was Jezus Die weigerde de Messias van de Joden te zijn.’
‘Hij weigerde hun Messias te zijn en koos in plaats daarvan de Redder van de wereld te zijn.’

Het is belangrijk om te weten dat zowel ‘Christus’ als ‘Messias’ dezelfde betekenis hebben, namelijk ‘Gezalfde’. Christus is de vertaling uit het Grieks en Messias uit het Hebreeuws. Hagee maakt een onterecht onderscheid tussen beide.
In twee teksten in het Nieuwe Testament komen we de benaming Messias tegen. In Johannes 4:25-26 lezen we: ‘De vrouw zeide tot Hem: Ik weet, dat de Messias komt, die Christus genoemd wordt. (...) En Jezus zeide tot haar: Ik, Die met u spreekt, ben het.’
En in Johannes 1:42 staat: ‘Wij hebben gevonden de Messias, wat betekent: Christus.’

De forse uitspraken van Hagee zijn niet in overeenstemming met wat de Bijbel zegt over de Here Jezus, juist ook in Zijn betekenis voor het Joodse volk. Zo zegt Petrus in Handelingen 2:36: ‘Dus moet ook het ganse huis Israëls zeker weten dat God Hem en tot Here en tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus Die gij gekruisigd hebt.’
In Johannes 10 vragen de Joden aan de Here Jezus of Hij de Christus is. Dan antwoordt Hij in vers 25: ‘Ik heb het u gezegd en gij gelooft het niet.’ Hij geeft aan dat de werken die Hij doet in de Naam van Zijn Vader, het bewijs zijn van Zijn Messiasschap.
Ook Johannes 20:30-31 bewijst het ongelijk van Hagee, met name wanneer hij stelt dat Jezus geen bovennatuurlijke tekenen heeft gedaan om daarmee te bewijzen dat Hij de Messias is: ‘Jezus heeft nog vele andere tekenen voor de ogen van Zijn discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn beschreven, opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus, de Zoon van God en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam.’ Telkens opnieuw in het Nieuwe Testament wordt met nadruk gesteld, richting de Joden, dat Jezus de Messias is, de Zoon van God.

Onder meer op grond van het feit dat Jezus geen aards koninkrijk oprichtte en de macht van de Romeinen niet brak, komt Hagee tot de conclusie dat Jezus niet de Christus, de Messias was voor het Joodse volk.
De leer van Hagee, betreffende het heil voor de Joden, is een valse leer. Hij wijst hun een andere weg, waarvan Paulus in Galaten 1:6-9 heel duidelijk stelt dat dat een ander Evangelie is. Volgens Hagee kunnen Joden nu gered worden door de wet te onderhouden. Galaten 2:15-16 zegt echter dat uit de werken van de wet geen mens gerechtvaardigd kan worden.
In Hagee’s visie is er ook geen plaats voor Messiasbelijdende Joden. Waarom zouden Joden in de Here Jezus geloven als Hij voor hen niet de Messias is? Juist de Messiaanse Joden zijn er het bewijs van dat Joodse mensen Jezus vandaag kunnen herkennen en erkennen als hun Messias.

Het Evangelie is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek (Rom. 1:16). Het was Paulus erom te doen enigen uit het Joodse volk te behouden (Rom. 11:14).
De Joden hebben de Here Jezus net zo nodig als u en ik. En wellicht zijn Joodse gelovigen het beste in staat om hun eigen volk te bereiken. De zaligheid is namelijk in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam aan de mensen gegeven waardoor zij moeten behouden worden (Hand. 4:12).

Dirk van Genderen