De onbekende God van Rob Bell
Zelden weet een boek zoveel discussie te veroorzaken nog voordat het van de drukpersen is gerold. Maar de Amerikaanse Rob Bell is het gelukt. Al bijna een jaar is zijn boek Love Wins onderwerp van vele verhitte gesprekken. Deze maand verschijnt de Nederlandse editie bij uitgeverij Kok. Over hemel en hel en de vraag wat nu eigenlijk het Goede Nieuws is.
Rob Bell (40) is voorganger van Mars Hill Bible Church in Grand Rapids, Michigan, en trekt iedere zondag meer dan 10.000 mensen. Vooral evangelische jongvolwassenen zijn erg gecharmeerd van de Amerikaanse prediker, die inmiddels enkele goedverkopende boeken op zijn naam heeft staan.
Precies een jaar geleden verscheen een promotievideo voor zijn nieuwste boek op internet. Een boek dat zijn uitgever Zondervan niet op de markt wilde brengen, omdat het zou botsen met de christelijke missie van het bedrijf. Het seculiere HarperCollins zag er wel brood in, maar had waarschijnlijk niet durven denken dat het boek zoveel internationale aandacht zou krijgen. Rob Bell werd een ‘trending topic’ op Twitter en de discussie rondom het boek werd zelfs opgepikt door CNN en The New York Times. Een maand later werd Bell door het magazine Time uitgeroepen tot één van de 100 meest invloedrijke mensen in de wereld.
Goed nieuws?
Voor Bell begon het allemaal met een kunsttentoonstelling in zijn kerk. Op één van de kunststukken stond een citaat van Ghandi. Iemand had daarop een met de hand geschreven briefje geplakt: ‘reality check: Ghandi is in de hel’. “Hoe weet diegene dat zo zeker,” vroeg Bell zich af, “en waarom voelt hij of zij de behoefte om dat aan ons te laten weten?” Het was voor hem de aanleiding om een boek te schrijven ‘over hemel, hel en het lot van elk persoon die ooit geleefd heeft’.
Volgens Bell is de hel iets anders dan de meeste christenen denken. Hel is wat we voor onszelf creëren als we Gods vergeving en genade weigeren. Hel is God die geeft wat wij willen als we Hem afwijzen. Hel is het leven op aarde zonder God en het leven-na-de-dood als God ons loutert vanwege ons ongeloof. Hel is er volgens Bell dus in verschillende vormen, maar er is één overeenkomst: hel is nooit voor eeuwig. Want God wil dat alle mensen behouden worden en dus zullen ook alle mensen behouden worden. God komt altijd tot Zijn doel. Mensen hoeven niet meer gered te worden, zij moeten zich realiseren dat zij al gered zijn. Wij zijn allemaal vergeven en geliefd door God. Het werk is volbracht, zegt Bell en we worden uitgenodigd om dat te geloven en hierin te gaan leven.
Het Evangelie zoals dat in orthodoxe kringen gepredikt wordt, kan volgens Bell onmogelijk ‘goed nieuws’ worden genoemd. Want, zo betoogt hij, als miljoenen en miljoenen mensen voor eeuwig verloren gaan en slechts enkelen behouden worden, dan is God uiteindelijk de grote Verliezer.
Een onbekende God
Bell weet als geen ander mensen mee te nemen in zijn verhaal. In plaats van met een uitgewerkte theologie te komen, stelt hij vragen. Héél veel vragen. Hij weet dat mensen in deze postmoderne tijd niet onderwezen, maar geïnspireerd willen worden. En dat is wat hij doet. Hij schrijft op bijna poëtische wijze, als een briljant marketeer. Maar in plaats van Gods Woord te laten spreken, brengt hij zijn theologie over met een haast eindeloze reeks suggestieve vragen en formuleringen die meer een beroep doen op ons voorstellingsvermogen dan op de Bijbel. Of meer nog: op ons vermogen om te fantaseren. Want kenmerkend voor Bell is zijn nadruk op het mysterieuze van God. Het is dan ook niet zo vreemd dat zijn kerk is vernoemd naar de plaats waar Paulus een altaar vond met de inscriptie: ‘aan een onbekende God’.
De vraag die Bell terecht in zijn boek stelt is: wie is deze onbekende God? Wie zorgvuldig leest ontdekt al snel dat de God van Bell een heel andere is dan die van het protestants-orthodoxe christendom. Bell denkt volkomen postmodernistisch en het is dan ook niet zo vreemd dat zijn theologie niet verder komt dan ‘God is liefde’. Evenals andere postmodernisten legt hij de nadruk op de individuele ervaring van God en verwerpt hij het feit dat God objectief gekend kan worden. De Bijbel is voor hem een boek van mensen, met hun inspirerende maar feilbare ervaringen en ideeën van God – niet het Woord van God zélf. Geen sola scriptura dus volgens Bell. Wat overblijft is een zeer subjectief beeld van een god die in weinig verschilt van de Kerstman en een postmoderne theologie die zich niet laat controleren door de Schrift.
Hevige discussie
Ook al schrijft Bell met veel liefde en compassie, als iemand die God van harte liefheeft, hij kan met recht en om meerdere redenen een dwaalleraar genoemd worden. En het was beter geweest als uitgeverij Kok niet had besloten tot een Nederlandse vertaling van zijn boek En de meeste van deze is… liefde. Nog niet eens zozeer vanwege Bells slinkse propaganda voor het universalisme, maar veel meer nog vanwege diens postmodernistische uitgangspunten die elke discussie al op voorhand volstrekt zinloos maken.
Dat het universalisme ook in Nederland groeit, is echter een feit. In 2008 schrijft Andries Knevel in de maandkrant Uitdaging dat hij, net als veel evangelische theologen, twijfelt aan de hel of in elk geval de eindeloosheid daarvan. Enkele maanden later volgt een lezing van Wim Hoogendijk op het Flevo Festival, waarbij hij opmerkelijk veel jongeren weet te interesseren voor het universalisme. In de christelijke media barst een hevige discussie los die nog maanden zou duren. Twee jaar later krijgt de discussie een vervolg dankzij de heruitgave van Het ene doel van God, geschreven door de gereformeerde predikant Jan Bonda (1918-1997).
Toegegeven, Bonda’s boek is waarschijnlijk de beste verdediging van het universalisme, waarin opmerkelijk genoeg Gods handelen met Israël als voorbeeld dient. Ook al deel ik de conclusie niet, Bonda wenst zich in elk geval nog te onderwerpen aan het gezag van Gods Woord, in tegenstelling tot Bell. Dit biedt ruimte voor verdere discussie. En het kan geen kwaad eens goed na te denken over onze ideeën en standpunten. Zo hebben velen een beeld van de hel als een kolkende, nimmer dovende vuurmassa waarin de ongelovigen als een soort drenkelingen dag en nacht gepijnigd worden. Maar in hoeverre doet dat beeld recht aan de Schrift? En wat betekent het als Paulus schrijft dat God ‘door Christus de wereld met zich heeft verzoend’ (2 Korintiërs 5:17)?
Met de verschijning van En de meeste van deze is… liefde zal de eeuwenoude discussie rondom het universalisme deze maand weer in alle hevigheid losbarsten. Uitgevers zijn er in elk geval klaar voor. Medema komt in april met Bestaat de hel? van Francis Chan en De Vuurbaak publiceert God overwint van Mark Gali. Onlangs publiceerde Het Zoeklicht Waarom kwaad als God bestaat? van bestsellerauteur Norman L. Geisler, waarin ook wordt stilgestaan bij het universalisme. En van J.W. Egberts verscheen eerder al het verdiepende boek De hel. Stuk voor stuk aanraders! Want in één ding heeft Rob Bell volkomen gelijk: hoe wij denken over de hel kenmerkt hoe wij denken over God. Hijzelf is het Goede Nieuws! ‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt’ (Johannes 17:3).
U kunt een gratis 21-pagina’s tellende inhoudelijke bespreking van ‘Liefde wint’ downloaden, geschreven door Kevin DeYoung.
Ruben Hadders
Rob Bell (40) is voorganger van Mars Hill Bible Church in Grand Rapids, Michigan, en trekt iedere zondag meer dan 10.000 mensen. Vooral evangelische jongvolwassenen zijn erg gecharmeerd van de Amerikaanse prediker, die inmiddels enkele goedverkopende boeken op zijn naam heeft staan.
Precies een jaar geleden verscheen een promotievideo voor zijn nieuwste boek op internet. Een boek dat zijn uitgever Zondervan niet op de markt wilde brengen, omdat het zou botsen met de christelijke missie van het bedrijf. Het seculiere HarperCollins zag er wel brood in, maar had waarschijnlijk niet durven denken dat het boek zoveel internationale aandacht zou krijgen. Rob Bell werd een ‘trending topic’ op Twitter en de discussie rondom het boek werd zelfs opgepikt door CNN en The New York Times. Een maand later werd Bell door het magazine Time uitgeroepen tot één van de 100 meest invloedrijke mensen in de wereld.
Goed nieuws?
Voor Bell begon het allemaal met een kunsttentoonstelling in zijn kerk. Op één van de kunststukken stond een citaat van Ghandi. Iemand had daarop een met de hand geschreven briefje geplakt: ‘reality check: Ghandi is in de hel’. “Hoe weet diegene dat zo zeker,” vroeg Bell zich af, “en waarom voelt hij of zij de behoefte om dat aan ons te laten weten?” Het was voor hem de aanleiding om een boek te schrijven ‘over hemel, hel en het lot van elk persoon die ooit geleefd heeft’.
Volgens Bell is de hel iets anders dan de meeste christenen denken. Hel is wat we voor onszelf creëren als we Gods vergeving en genade weigeren. Hel is God die geeft wat wij willen als we Hem afwijzen. Hel is het leven op aarde zonder God en het leven-na-de-dood als God ons loutert vanwege ons ongeloof. Hel is er volgens Bell dus in verschillende vormen, maar er is één overeenkomst: hel is nooit voor eeuwig. Want God wil dat alle mensen behouden worden en dus zullen ook alle mensen behouden worden. God komt altijd tot Zijn doel. Mensen hoeven niet meer gered te worden, zij moeten zich realiseren dat zij al gered zijn. Wij zijn allemaal vergeven en geliefd door God. Het werk is volbracht, zegt Bell en we worden uitgenodigd om dat te geloven en hierin te gaan leven.
Het Evangelie zoals dat in orthodoxe kringen gepredikt wordt, kan volgens Bell onmogelijk ‘goed nieuws’ worden genoemd. Want, zo betoogt hij, als miljoenen en miljoenen mensen voor eeuwig verloren gaan en slechts enkelen behouden worden, dan is God uiteindelijk de grote Verliezer.
Een onbekende God
Bell weet als geen ander mensen mee te nemen in zijn verhaal. In plaats van met een uitgewerkte theologie te komen, stelt hij vragen. Héél veel vragen. Hij weet dat mensen in deze postmoderne tijd niet onderwezen, maar geïnspireerd willen worden. En dat is wat hij doet. Hij schrijft op bijna poëtische wijze, als een briljant marketeer. Maar in plaats van Gods Woord te laten spreken, brengt hij zijn theologie over met een haast eindeloze reeks suggestieve vragen en formuleringen die meer een beroep doen op ons voorstellingsvermogen dan op de Bijbel. Of meer nog: op ons vermogen om te fantaseren. Want kenmerkend voor Bell is zijn nadruk op het mysterieuze van God. Het is dan ook niet zo vreemd dat zijn kerk is vernoemd naar de plaats waar Paulus een altaar vond met de inscriptie: ‘aan een onbekende God’.
De vraag die Bell terecht in zijn boek stelt is: wie is deze onbekende God? Wie zorgvuldig leest ontdekt al snel dat de God van Bell een heel andere is dan die van het protestants-orthodoxe christendom. Bell denkt volkomen postmodernistisch en het is dan ook niet zo vreemd dat zijn theologie niet verder komt dan ‘God is liefde’. Evenals andere postmodernisten legt hij de nadruk op de individuele ervaring van God en verwerpt hij het feit dat God objectief gekend kan worden. De Bijbel is voor hem een boek van mensen, met hun inspirerende maar feilbare ervaringen en ideeën van God – niet het Woord van God zélf. Geen sola scriptura dus volgens Bell. Wat overblijft is een zeer subjectief beeld van een god die in weinig verschilt van de Kerstman en een postmoderne theologie die zich niet laat controleren door de Schrift.
Hevige discussie
Ook al schrijft Bell met veel liefde en compassie, als iemand die God van harte liefheeft, hij kan met recht en om meerdere redenen een dwaalleraar genoemd worden. En het was beter geweest als uitgeverij Kok niet had besloten tot een Nederlandse vertaling van zijn boek En de meeste van deze is… liefde. Nog niet eens zozeer vanwege Bells slinkse propaganda voor het universalisme, maar veel meer nog vanwege diens postmodernistische uitgangspunten die elke discussie al op voorhand volstrekt zinloos maken.
Dat het universalisme ook in Nederland groeit, is echter een feit. In 2008 schrijft Andries Knevel in de maandkrant Uitdaging dat hij, net als veel evangelische theologen, twijfelt aan de hel of in elk geval de eindeloosheid daarvan. Enkele maanden later volgt een lezing van Wim Hoogendijk op het Flevo Festival, waarbij hij opmerkelijk veel jongeren weet te interesseren voor het universalisme. In de christelijke media barst een hevige discussie los die nog maanden zou duren. Twee jaar later krijgt de discussie een vervolg dankzij de heruitgave van Het ene doel van God, geschreven door de gereformeerde predikant Jan Bonda (1918-1997).
Toegegeven, Bonda’s boek is waarschijnlijk de beste verdediging van het universalisme, waarin opmerkelijk genoeg Gods handelen met Israël als voorbeeld dient. Ook al deel ik de conclusie niet, Bonda wenst zich in elk geval nog te onderwerpen aan het gezag van Gods Woord, in tegenstelling tot Bell. Dit biedt ruimte voor verdere discussie. En het kan geen kwaad eens goed na te denken over onze ideeën en standpunten. Zo hebben velen een beeld van de hel als een kolkende, nimmer dovende vuurmassa waarin de ongelovigen als een soort drenkelingen dag en nacht gepijnigd worden. Maar in hoeverre doet dat beeld recht aan de Schrift? En wat betekent het als Paulus schrijft dat God ‘door Christus de wereld met zich heeft verzoend’ (2 Korintiërs 5:17)?
Met de verschijning van En de meeste van deze is… liefde zal de eeuwenoude discussie rondom het universalisme deze maand weer in alle hevigheid losbarsten. Uitgevers zijn er in elk geval klaar voor. Medema komt in april met Bestaat de hel? van Francis Chan en De Vuurbaak publiceert God overwint van Mark Gali. Onlangs publiceerde Het Zoeklicht Waarom kwaad als God bestaat? van bestsellerauteur Norman L. Geisler, waarin ook wordt stilgestaan bij het universalisme. En van J.W. Egberts verscheen eerder al het verdiepende boek De hel. Stuk voor stuk aanraders! Want in één ding heeft Rob Bell volkomen gelijk: hoe wij denken over de hel kenmerkt hoe wij denken over God. Hijzelf is het Goede Nieuws! ‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt’ (Johannes 17:3).
U kunt een gratis 21-pagina’s tellende inhoudelijke bespreking van ‘Liefde wint’ downloaden, geschreven door Kevin DeYoung.
Ruben Hadders