De Paasmorgen en de

Feike ter Velde • 82 - 2006/07 • Uitgave: 2
Pasen, van het Joodse Pesach – de verlossing uit de slavernij van Egypte door het geslachte lam – is het fundament van het christelijk geloof. Zonder de opstanding waren we nog in de staat van eeuwige verlorenheid, op weg naar het oordeel. Maar Jezus Christus werd de Weg.

Enkele jaren geleden werd er een onderzoekje gedaan naar de kennis van ons volk als het gaat om Pasen. De meeste mensen, vooral jongeren, kwamen niet verder dan de paashaas of eieren schilderen. Dat was toch wel schokkend om te horen en te lezen. Het bleek opnieuw: er is een einde gekomen aan de christelijke identiteit van ons land en volk. We zijn teruggekeerd tot het botte heidendom. Hoe kon dat gebeuren in enkele tientallen jaren tijd? We kunnen natuurlijk de oorzaak zoeken bij ons volk, de secularisatie, de welvaart en noem maar op. Maar moeten we de belangrijkste oorzaak niet zoeken bij de christelijke gemeente zelf? Het is kennelijk niet meer de moeite waard om van christenen en van het christelijk geloof enige notitie te nemen. Het is een factor die er niet toe doet. Wat moet je ermee en wat kun je ermee? Op die vraag heeft kennelijk de kerk zelf ook geen antwoord gegeven in de afgelopen decennia. Hele volksstammen hebben de kerk de rug toegekeerd. Ze werden geboren in de kerk, gedoopt in de kerk, ze zijn getrouwd in de kerk, hebben er hun kinderen laten dopen en kwamen gefrustreerd tot de ontdekking dat het geloof niets inhield. Ze werden onkerkelijk en de meesten ongelovig. Ze zagen er voor zichzelf niets in en ze zagen ook niets bij anderen. Het heidendom is terug.

Het gevolg is dat er duisternis over ons land en over ons werelddeel neerdaalt. Mensen worden eenzaam, iedereen denkt bijna uitsluitend aan zichzelf. De gevangenissen zitten overvol en er moet steeds nieuwe capaciteit bijkomen. Iedereen, van hoog tot laag, lijkt wel crimineel aan ’t worden. Eerlijkheid en integriteit lijken steeds schaarser te worden. De christenheid zelf lijkt er ook geen antwoord op te hebben. Vanuit de kerk is het toch praktisch volkomen stil als het gaat om de stem te verheffen in de samenleving en om antwoorden te geven op de nood van de tijd. De grote levensvragen zijn van alle tijden en altijd dezelfde, maar de antwoorden zijn er niet meer. Althans, zo lijkt het te zijn. De normloosheid en de immoraliteit van onze generatie kent geen grenzen meer. Vooral de commerciële televisie toont ons die liederlijke werkelijkheid. Die immoraliteit kruipt ook de christelijke kerk binnen en legt beslag op het hart en het denken van gelovigen. En wat zien we tot groot verdriet gebeuren? Er is geen antwoord meer vanuit de antithese – vanuit het geheel andere van Gods Woord en wet – maar men gaat zoeken naar de synthese, het samensmelten van het immorele en de wet van God. De kracht van het Woord is weg, de kracht van de Geest ontbreekt en wat kan men nu anders? Op academische wijze en in deftige bewoordingen de zonde verfraaien en sanctioneren. Zo wordt het beste tot het slechtste. Het Evangelie van verlossing is verworden tot ‘je moet elkaar liefhebben,’ of woorden van gelijke strekking. En zó zijn we verder aan het verdwalen. Dan trekt de Geest zich uit de kerk terug en verdwijnt de kracht van het christenleven. Een jongere generatie stelt zich dan terecht de vraag: “Wat heb ik daaraan?” Het antwoord is dan ook gauw gegeven. Want er is niets dat de moeite waard is.

Die trieste werkelijkheid moet ons brengen bij de vragen naar de fundamenten van ons geloof. En dat fundament is: de Paasmorgen! De apostelen en de eerste christenen verkondigden met grote kracht en overal de opstanding van Christus uit de doden. Het werd aan hen gezien, ze waren anders en ze stonden in aanzien bij het hele volk. Voor de waarheid van de opstanding hebben ze hun leven gegeven, ze zijn de hele wereld overgetrokken om overal mensen te bereiken met die heerlijke werkelijkheid: de dood is overwonnen! Alleen door het geloven en aanvaarden van deze heerlijke waarheid – namelijk de lichamelijke opstanding van Jezus Christus – kan de Heilige Geest ook aan een mens een wonder verrichten, datzélfde wonder! En als dát gebeurt verandert alles. Maar dat wordt helaas weinig gezien, noch geloofd en dan ook niet verkondigd. En daardoor is het onbekend geworden en zijn mensen in de kerk de weg bijster geraakt.

Petrus zegt, dat we “wedergeboren zijn door de opstanding van Jezus Christus uit de doden” (1Petr. 1:3). De wedergeboorte van een verloren zondaar is het begin van alle geestelijk leven. Dáár moet het mee beginnen. Als we niet zijn wedergeboren hebben we niets en weten we niets. Iemand die zich christen noemt en niet is wedergeboren haalt alle waarheden van de Schrift door elkaar, snapt het niet en leeft voort in zonde en nederlaag. Het kan zelfs zijn dat zulke mensen op de kansel staan en preken. Onvoorstelbaar, maar mogelijk. En dan kunnen ze nog mooi preken ook. Je hangt aan hun lippen. En toch, het zijn blinde leidslieden. Toen ik destijds een vooraanstaand geestelijk leider probeerde te vertellen wat de meest fundamentele waarheid was voor een zondaar om verlost te worden, schreef hij terug: “Och, jij weet het allemaal zo goed.”
Hij ging echter op geen van mijn Bijbelse argumenten in. Nou, daar sta je dan. En mooi preken…!

De apostel Petrus legt ons uit dat alle geestelijk leven met de opstanding van Christus begint. Het gelóóf daarin en het léven daaruit. Die opstanding moet ook onze opstanding worden. Want we worden wederom geboren, opnieuw geboren, door diezelfde Geest, die Jezus uit de dood heeft opgewekt (Rom 8:11)! Daarom vroeg Paulus aan de ‘gelovigen’ in Efeze: “Hebt gij de Heilige Geest ontvangen toen gij tot geloof kwaamt?” (Hand. 19:2) Het bleek dat ’t hun aan kennis van Gods Woord ontbrak. Ze moesten eerst door Paulus onderwezen worden in deze grote waarheid van de Schrift: de dood en de opstanding van Christus. Alleen door het geloof in de Bijbel, dat is de geopenbaarde waarheid van de levende God aan ons(!), gaat de Heilige Geest een werk doen in ons leven. Nooit eerder. Er is altijd weer de neiging om de Geest los te maken van het Woord, maar dan krijgen we onmiddellijk met allerlei dwaling te maken. Geest en Woord, Woord en Geest, zij horen bij elkaar en zijn niet los verkrijgbaar! Door het geloof in het Woord gaat de Geest een werk doen in het hart van wie dat Woord gelooft. Zonder de Geest wordt het Woord tot een onbarmhartige gesel, gebruikt om mensen te knevelen die niets ervaren in hun eigen leven van Gods eindeloze barmhartigheid. Maar de Geest zonder het Woord leidt tot on-Bijbelse ‘geestelijke’ ervaringen die uitmonden in frustratie en uiteindelijk leiden tot ongeloof. Er zijn vandaag helaas veel schrijnende voorbeelden van die werkelijkheid. Daarom moeten we terug naar het gezonde onderwijs van de Bijbel. Wie biddend de Bijbel leest en gelooft wat er staat, ontvangt ook wat er staat!

Jezus leeft! Velen hebben Hem gezien en waren daarom niet bevreesd om voor het geloof in Hem hun leven te geven. Jezus leeft, laten we opstaan en ons leven aan Hem geven. Hij heeft zonde en dood overwonnen. Door dat geloof komt de Geest van Hem, die Jezus uit de dood heeft opgewekt, dat is de Geest van de levende God, God de Geest(!), wonen in ons hart en worden we tot een nieuwe schepping. Dat kunnen we elkaar niet geven, maar daar staat Hijzelf garant voor. Jezus Christus is opgestaan, Hij leeft en Hij wil uw, jouw, Heiland, Redder, Heer, Leidsman en Metgezel zijn, door de kracht van de Heilige Geest. Elke dag van je leven. Halleluja, het Pasen!

Feike ter Velde