De profetieën spreken

ds. Jac. Schouten • 76 - 2000/01 • Uitgave: 8
Er is een kloof niet tussen kerk en wereld, die is er ook, maar een kloof die door de kerken heenloopt. Zij, die de lampen hebben, dat zijn zij die wedergeboren zijn door de Heilige Geest, zullen met de Here zijn, de anderen blijven achter. Een tragisch gegeven, wat ons ook op deze plaats aan onze lezers doet vragen toch ernst te maken met de genade die God ons biedt in de Here Jezus Christus.

In het kader van deze cyclus uit Mattheus 23 tot 25 schreven wij in ons vorig nummer over de opname van de gemeente, naar aanleiding van het verhaal, door de Here Jezus verteld, over de wijze en de dwaze maagden. Het verhaal is niet onduidelijk. Er is een kloof, niet tussen kerk en wereld, die is er ook, maar een kloof die door de kerken heenloopt. Zij, die de lampen hebben, dat zijn zij, die wedergeboren zijn door de Heilige Geest, zullen met de Here zijn, de anderen blijven achter. Een tragisch gegeven, wat ons ook op deze plaats aan onze lezers doet vragen toch ernst te maken met de genade die God ons biedt in de Here Jezus Christus.

Wat deze wereld betreft hoeft er geen onzekerheid te zijn. Als de Heilige Geest, als de grote Weerhouder, met de gemeente van deze aarde is weggegaan, breekt hier de hel los. Het is de tijd dat de antichrist zal regeren en zijn verderfelijk regiem zal openbaren. Het is de tijd van de grote verdrukking. Vele bijbelgedeelten wijzen daarheen. (Bijv. Matth.24 en 2 Thess.2). Het zal een donkere tijd zijn. De Here Jezus zegt daarvan: "Indien die dagen niet verkort werden, zou er geen vlees behouden worden; doch terwille van de uitverkorenen (Israël) zullen die dagen worden ingekort". De gemeente is dan bij de Here en wordt gereed gemaakt om met Hem te verschijnen. De Bijbel zegt immers dat als Hij zal verschijnen, wij met Hem zullen verschijnen (Kol.3:4).

Voor dat dit gebeurt moeten er echter twee andere zaken plaatsvinden.

Het eerste is de bruiloft des Lams, waarvan het boek Openbaring spreekt. Het is de geestelijke vereniging van de hemelse Bruidegom met Zijn bruidsgemeente. De Bijbel maakt ons duidelijk dat wij voor altijd bij Hem zullen wezen. Daarom lezen wij ook in het verhaal van de wijze en de dwaze maagden, dat de wijze de Bruiloftszaal binnen gingen. Dan gaat het feest beginnen. Al eerder, in de Evangeliën, lezen wij hoe wijd en ruim de uitnodiging is om deel te hebben aan dit feest. Niet de prestaties op aarde tellen, het geldt niet de groten en machtigen, ja ook hen, als zij bereid zullen zijn om klein en nederig te worden en te geloven als een kind. Want de gelijkheid wordt duidelijk als we de feestzaal binnentreden, want allen hebben hetzelfde bruiloftskleed aan. Weg valt alle verschil, allen samen in de Naam van Jezus. Hoe het verder zal zijn, wordt ons beschreven door de profeet Jesaja en de apostel Paulus: wat geen oor heeft gehoord en geen oog heeft gezien, wat in het hart van de mens niet is opgekomen, heeft God bereid die Hem liefhebben. Na de opname van de gemeente gebeurt er ook nog iets anders. Het wordt ook op verschillende plaatsen beschreven. In het kader van onze cyclus, die we aan het beschrijven zijn, wordt er gesproken over talenten. Hoe hebben we deze gebruikt? We denken dat hier sprake is van aangeboren talenten die we met onze geboorte hebben meegekregen. Hebben wij gebruikt in de dienst van de Here?

Vooral zal ook bedoeld zijn de gave van de Heilige Geest, die God ons heeft geschonken. In een rijke opsomming komen we deze gaven tegen in 1 Corinthiërs 12; Romeinen 12 en Efeze 4. Het zijn gaven die de Here niet alleen aan het gemeentelid, maar aan de gemeente heeft geschonken. Hoe hebben we ze gebruikt? Daar is de man die zelfs vijf talenten heeft ontvangen, een onvoorstelbaar groot bedrag. Hij heeft er honderd procent bij gewonnen. De man met twee talenten heeft er eveneens honderd procent bij gewonnen. Die ene man met dat ene talent heeft er niets mee gedaan. Hoorde deze man er al bij, of stond hij er vanaf het begin al buiten? Hij doet denken aan het Koninklijke bruiloftsmaal uit Matth. 22, waar er één man is binnengekomen zonder bruiloftskleed. En dan komt de vraag van de Koning: "Vriend, hoe zijt gij hier gekomen zonder bruiloftskleed?" Er is met het toevertrouwde talent niet gewerkt en het bruiloftskleed werd geweigerd. Beiden worden buitengeworpen. Zij horen er niet bij.

Wij denken ook aan 2 Cor. 5:10 waar we lezen dat wij allen voor de rechterstoel van Christus geopenbaard zullen worden, opdat wij zullen wegdragen wat we verricht hebben in het lichaam, in dit leven, hetzij goed, hetzij kwaad. Dit is niet het oordeel, zoals sommigen denken. Hier gaat het niet over eeuwige veroordeling. Hier zullen we beoordeeld worden. De rechterstoel van Christus zal duidelijk maken of wij in dit aardse leven voor de Here hebben geleefd. Hoeveel we gewerkt hebben met onze talenten, die de Here ons heeft gegeven. Wat zal het erg zijn om straks met beschaamd gelaat te moeten constateren dat we veel voor ons zelf hebben gevraagd en weinig voor de Here hebben gedaan. Wij leven in een tijd dat kerken en gemeenten niet meer de ouderlingen en diakenen krijgen die zij nodig hebben. Steeds vaker horen we van onvervulde vacatures in kerkenraden en broederraden. Steeds vaker kan het werk van de gemeente niet gedaan worden, om de werkers ontbreken. Steeds vaker komt evangelisatie-werk niet van de grond omdat de inzet ontbreekt. En zo kunnen we nog wel doorgaan. Hoe staat het met het gebruik van onze talenten, de gaven die de Here ons heeft gegeven.

Er komt nog een gedeelte bij uit 1 Cor. 3:13 " Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt ". Daar is sprake van bouwen op het Fundament. Dat Fundament ligt er en de apostel zegt: "Een ander Fundament kan niemand leggen". Zo is het ook, want er is geen andere Naam onder de Hemel gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. Maar bouwen wij wel en hoe bouwen we? Is het goud, zilver of edelgesteenten of zal het hout, hooi en stro zijn? Is het dat laatste, dan verbrandt het en er blijft niets van over. We zullen wel behouden worden, maar als door vuur heen. Daar komt ieders werk aan het licht. Blijft het in het beoordelingsvuur dan wacht het loon. Hoe beschaamd zullen we daar staan als we alleen behouden worden, als door vuur heen.

De randfiguren, want die zijn er ook zoals de man met dat ene talent en die man die geweigerd heeft het bruiloftskleed te dragen, blijken er niet bij te horen en worden buitengeworpen.

Maar ook voor de echte wedergeboren gelovigen is de rechterstoel een ernstige zaak. Behouden worden als door vuur heen? Of zullen we de stem van de Heiland horen, die zal zeggen: "Over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal Ik u stellen. Gaat in, in de vreugde van uw Here".

Eén ding is zeker, de behoudenis is voor allen die de Here kennen en van ganser harte liefhebben. Laten we er aan denken dat we niet door werken behouden zullen worden. Dat is alleen door genade. Maar als we de Here kennen, als we ooit de keuze voor Hem hebben gedaan, dan gaat het er om, om te wandelen in zijn voetstappen, om iets van het wonderbare licht van Christus te verspreiden.

We leven in een steeds donkerder wordende wereld. Het christen zijn wordt steeds meer gezien als een randverschijnsel, zeker die gelovigen die vast houden aan de volle Waarheid van het Woord van God. Juist daarom moeten we nu wakker en wakende blijven, want hoe donkerder de nacht, hoe nabij de morgen. En de morgen komt. Want de Here komt en dan zal het eindelijk licht worden in deze wereld en in heel de schepping.

ds. Jac. Schouten