De Rechter komt

Jef de Vriese • 82 - 2006/07 • Uitgave: 4
De Rechter komt om de levenden en doden te oordelen (2 Tim. 4:1; 1 Petr. 4:5). Het is onze taak om geduldig te zijn. Het is Gods taak om in te grijpen en het onrecht aan te pakken in het oordeel.
Daarom moeten wij voorzichtig zijn met oordelen, maar ook met klagen in moeilijkheden.

Klagen draagt geen goede vruchten. Wie in moeilijkheden ongeduldig is, reageert zijn frustratie af op de omgeving.
Wij zuchten tegen anderen die het ook moeilijk hebben en helpen elkaar verder in de put. Wij zuchten tegen anderen die het minder moeilijk hebben en denken dat er niemand is die ons begrijpt. Wij zuchten tegen anderen die het ons moeilijk maken zonder dat dit ook maar iets oplost. Onze eigen bitterheid en negativisme verspreiden zich als een kanker in onze relaties. Bovenop de ellende die de problemen van het leven veroorzaakt, richten wij nog meer schade aan. Wij besmetten anderen met onze eigen innerlijke verdeeldheid. Wij spreken niet met elkaar in lofzangen en geestelijke liederen (Kol. 3:16) en in plaats van elkaar te verdragen (Ef. 4:2) belasten wij elkaar. Daardoor vallen wij zelf onder het oordeel van de Rechter.

Het is beter alles zonder morren of bedenkingen te doen en als lichtende sterren te schijnen in een duistere wereld (Fil. 2:15).
Veroordeling hoeven wij niet te vrezen, want Christus heeft voor ons het oordeel ondergaan (Rom. 8:1, 31-34). Toch staat de Rechter ook voor onze deur. De tijd komt dat er geen onopgeloste rechtszaken meer zijn en dat ook onze zaken in het licht openbaar zullen worden.

Jef De Vriese