De roof van je bezit
De roof van je bezit
Mijn vrouw en ik hebben ongeveer 15 jaar gewerkt onder studenten van een Bijbelschool in de rol van "huisouders". Als de studenten met vakantie waren, belegde men huwelijksconferenties, waarbij wij een pastorale taak hadden. Dat werd vaak laat in de avond dat we weer thuis kwamen. Op één van die avonden bleek er bezoek geweest te zijn, bezoek dat we niet hadden uitgenodigd, maar dat door insluiping binnen was gekomen en voor een zeer aanzienlijk bedrag aan spullen en geld had meegenomen. Verslagenheid en boosheid streden om de voorrang. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat boosheid het won. Natuurlijk hebben we de politie gebeld, maar daar hadden we niet zoveel van te verwachten, een verwachting die later bleek juist te zijn, want er werd op geen enkele wijze actie ondernomen om de dieven te pakken.
We zeiden die avond tegen elkaar: "Moet je nu toch eens zien, we dienen God in een pastorale taak en als dank maak je zo iets mee, had God dat nu niet kunnen voorkomen?" Dat was natuurlijk wat krom geredeneerd, maar in zulke omstandigheden zeg je wel eens dingen waar je later spijt van hebt. Het zij zo. Die avond gingen we laat naar bed en van slapen kwam natuurlijk niet veel. Piekeren en nog eens piekeren, zonder dat je er uit komt. Toen plotseling, als een flits ergens anders vandaan, viel me een gedachte in, helder en duidelijk alsof ik het voor me zag: "Gij hebt de roof van uw bezit blijmoedig aanvaard, want gij weet zelf een beter en blijvend bezit te hebben". Toen viel ik in slaap.
De volgende morgen heb ik opgezocht waar dat moest staan, want dat het iets uit de Bijbel was stond voor mij vast en ik kwam uit op Hebr 10:34. Het is een tekst waar ik nooit over had nagedacht, maar die ergens diep van binnen moet gezeten hebben en op het juiste moment kwam het eruit. Toen dacht ik hoe belangrijk het is om het Woord van God te lezen, óók als je niet alles opslaat in je geheugen. Want op een moment dat je het nodig hebt is het er opeens. Net alsof God, met eerbied gezegd, op een knopje drukt, om je te laten weten waar het ècht om gaat.
Gerrit van Engelenhoven
Mijn vrouw en ik hebben ongeveer 15 jaar gewerkt onder studenten van een Bijbelschool in de rol van "huisouders". Als de studenten met vakantie waren, belegde men huwelijksconferenties, waarbij wij een pastorale taak hadden. Dat werd vaak laat in de avond dat we weer thuis kwamen. Op één van die avonden bleek er bezoek geweest te zijn, bezoek dat we niet hadden uitgenodigd, maar dat door insluiping binnen was gekomen en voor een zeer aanzienlijk bedrag aan spullen en geld had meegenomen. Verslagenheid en boosheid streden om de voorrang. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat boosheid het won. Natuurlijk hebben we de politie gebeld, maar daar hadden we niet zoveel van te verwachten, een verwachting die later bleek juist te zijn, want er werd op geen enkele wijze actie ondernomen om de dieven te pakken.
We zeiden die avond tegen elkaar: "Moet je nu toch eens zien, we dienen God in een pastorale taak en als dank maak je zo iets mee, had God dat nu niet kunnen voorkomen?" Dat was natuurlijk wat krom geredeneerd, maar in zulke omstandigheden zeg je wel eens dingen waar je later spijt van hebt. Het zij zo. Die avond gingen we laat naar bed en van slapen kwam natuurlijk niet veel. Piekeren en nog eens piekeren, zonder dat je er uit komt. Toen plotseling, als een flits ergens anders vandaan, viel me een gedachte in, helder en duidelijk alsof ik het voor me zag: "Gij hebt de roof van uw bezit blijmoedig aanvaard, want gij weet zelf een beter en blijvend bezit te hebben". Toen viel ik in slaap.
De volgende morgen heb ik opgezocht waar dat moest staan, want dat het iets uit de Bijbel was stond voor mij vast en ik kwam uit op Hebr 10:34. Het is een tekst waar ik nooit over had nagedacht, maar die ergens diep van binnen moet gezeten hebben en op het juiste moment kwam het eruit. Toen dacht ik hoe belangrijk het is om het Woord van God te lezen, óók als je niet alles opslaat in je geheugen. Want op een moment dat je het nodig hebt is het er opeens. Net alsof God, met eerbied gezegd, op een knopje drukt, om je te laten weten waar het ècht om gaat.
Gerrit van Engelenhoven