De Sharia

drs. A.L. Mulder • 83 - 2007 • Uitgave: 15
De Sharia

Voor moslims is de sharia het symbool van hoop en verwachting van een beter leven. De sharia wordt door hen beschouwd als een zegen van god1) voor de mensheid. Voor christenen echter is de sharia verbonden met vervolging en roept het beelden op van de onthoofding van gijzelaars door terroristengroepen in Libanon en Irak. Ook doet het denken aan de pogingen van de Taliban in Afghanistan om er een islamitische maatschappij op te richten.

De sharia als ideaal
Sharia komt van het Arabische werkwoord sjara’a, dat uitstrekken of uitgestrekt worden betekent. De basisbetekenis van sharia is: weg of pad. Het duidde allereerst de weg aan van de kameel naar de bron in de woestijn, de weg naar het leven. En van daaruit ontwikkelde zich de speciale religieuze betekenis van islamitische wet. Want deze wet leidde de gemeenschap van gelovigen op het goddelijke pad naar het goede leven zowel op aarde als in het hiernamaals.

Eigenlijk is sharia het ideaal voor een rechtvaardige islamitische samenleving die een alternatief biedt voor de chaos, het geweld en het onrecht waarin veel moslims op dit moment leven. Helaas geven de bronnen van de islam geen blauwdruk van die ideale samenleving en moeten mensen - zo geloven moslims - die daarin ‘vinden’! En de eerste mens die in staat was om de sharia te vinden was Mohammed.

De sharia als klassieke wet
Na de dood van Mohammed en het succes van de eerste islam, kwamen er kaliefen. Maar omdat het morele karakter van de kaliefen steeds minder overeenkwam met dat van de profeet Mohammed, boette hun invloed aan kracht in.

Maar er waren er die de moslimgemeenschap richting konden geven: de wetgeleerden. Deze wetgeleerden interpreteerden de bronnen van de islam systematisch en konden daarmee sharia - goddelijke leiding voor het leven van elke dag - vaststellen. Deze bronnen waren:
• de goddelijke openbaring (Koran)
• het profetische voorbeeld (Soena)
• het logisch redeneren door middel van analogie (Qijaas)
• het komen tot algemene overeenstemming (Idjma) van de gemeenschap van gelovigen (Oemma)
Maar op die manier werd de Oemma het derde voertuig van de openbaring, omdat nu, naast de Koran als het directe woord van god en de Soenna van de profeet die goddelijk geïnspireerd is, de algemene overeenstemming van de Oemma - in werkelijkheid de geaccepteerde interpretatie van de wetgeleerden – bindend goddelijk gezag had op alle gebieden van het leven!

In dit interpretatieproces ontstonden vier sharia wetscholen:
• de Sjafi’ieten, met aanhangers in o.a. het zuidelijke deel van het Arabische schiereiland, Maleisië en Indonesië.
• de Malikieten, met aanhangers in o.a. noord en west-Afrika en Soedan.
• de Hanafieten, met aanhangers in o.a. India en Pakistan.
• de Hanbalieten, met aanhangers in o.a. Centraal Azië en Saoedi-Arabië.

De wetgeleerden onderscheiden vijf soorten menselijke handelingen:
1. de verplichte daden; het niet doen ervan is strafbaar. bijv. het zich houden aan de vijf zuilen van de islam.
2. de aan te raden daden; bijv. het doen van je gebeden in de nacht.
3. de neutrale daden; bijv. de kleur van de kleding die je draagt.
4. de af te keuren daden; bijv. echtscheiding.
5. de verboden daden; bijv. het eten van varkensvlees of het drinken van alcohol.

De sharia werd tenslotte een politiek en geestelijk huis (dar-al-islam) voor de moslims, dat onderscheiden was van andere samenlevingen in de wereld. Dit huis van de islam bezat echter, vanwege het goddelijk en bindend karakter van de sharia, een soort starheid, die het voor de islam onmogelijk maakte om zich aan te passen aan de eisen van de moderne tijd. En toen de moslimwereld onder invloed van dekolonisatie en globalisering in the 20e en 21e eeuw dramatisch veranderde, werd dat natuurlijk een ernstig probleem!

Conclusie
De sharia vormt het hart van de moslimwereld, omdat het ‘t ideaal vertegenwoordigt van een rechtvaardige islamitische samenleving. In de moderne tijd echter, ontmoet dit ideaal enkele ernstige problemen:
• de bronnen van de islam geven geen duidelijk model dat toegepast kan worden. En welke instantie of persoon heeft vandaag voldoende autoriteit om te kunnen zeggen welk interpretatie toegepast moet worden?
• Voor veel moslims lijkt het klassieke model van sharia, de interpretatie van de wetgeleerden uit voorgaande eeuwen, niet meer adequaat voor de moderne wereld. Maar is het mogelijk om de bronnen van de islam te herinterpreteren en een toepassing voor de 21e eeuw te vinden? Of zullen fundamentalistische interpretaties overheersen en de toekomst van de islam bepalen?

Drs. A. L. Mulder, medewerker Islam Open Doors Internationaal Studie Centrum

1) Door het woord god te gebruiken willen we niet suggereren, dat het beeld van god in islam het zelfde is als het beeld van God in het christendom. Taalkundig echter, is het niet altijd eenvoudig om een onderscheid te maken, omdat evangelische christenen in het Midden-Oosten het Arabische woord God ‘Allah’ gebruiken. De kerk van de Assemblees of God heet daar bijv. ook ‘Jamaat Allah’.