Demonie en Bevrijding

Feike ter Velde • 78 - 2002/03 • Uitgave: 17
In een tijd als de onze waarin veel, zo niet alles, wordt verwacht van wetenschap en techniek worden de bijbelse verhalen over 'bezeten' mensen al gauw naar het rijk der fabelen verwezen. We zijn geneigd te denken dat dit niet meer in ons mens- en wereldbeeld past. Dat is meer iets voor primitieve culturen, vooral van vroeger, dan voor de technologische samenleving nu. Toch lijkt daar langzaam een verschuiving in opvattingen plaats te vinden, ook binnen de kerk.

(Onlangs verscheen een boekje onder redactie van Dr. M.J. Paul onder de titel: 'Christelijke strijd - Demonie en bevrijding in christelijk perspectief', Boekencentrum)

Een vader kwam na afloop van de dienst met een vraag over zijn zoon. De jongen is nu vierentwintig jaar oud, deed het goed op school, maakte zijn HBO-opleiding af met een stage in het buitenland en korte tijd daarna begon het. Hij raakte depressief, kwam onder doktersbehandeling, zakte steeds dieper weg en wordt nu psychiatrisch verpleegd. Hij is ook steeds weer thuis, naar is bijna onbereikbaar geworden voor ons als ouders. Hij kan ook vloeken en schelden in de grofste termen. Het was altijd een
lieve meegaande jongen, zonder problemen. We zijn eigenlijk radeloos. Die behandeling lijkt toch weinig ècht te helpen. Mijn vraag is, zei hij: “Is dit nu een ziekte of is het — en daar lijkt het veel op - iets demonisch?” Zo’n vraag laat de bittere werkelijkheid zien waarin veel mensen worstelen met fundamentele vragen.

In kerk en maatschappij zijn de duivel en zijn demonen meestal tot een mythe verklaard. Zo kon de grote tegenstander van God zich in onze cultuur vrijelijk bewegen. Zijn duivelse daden werden gezien als misstanden in de samenleving, of als het gebrek aan goede structuren. Ook in de medische wetenschap verdween de mogelijkheid als zouden duistere machten een persoon in hun greep kunnen houden. In de kerken van de Reformatie raakte het zicht op deze dingen bijna geheel weg. We moeten het alleen van het Woord en van het geloof verwachten, dan komt alles goed, zo werd de opvatting.
In de Angelsaksische wereld bleef er wel aandacht voor bestaan. De beroemde Engelse prediker, Dr. Martin Lloyd-Jones zegt: “De tragiek is, dat we als evangelische christenenen vele de macht van demonen hebben onderschat.” Deze theoloog, die tevens medicus was, heeft veel aandacht besteed aan de machten en de boze geesten in de werkelijkheid van ons bestaan.

De enorme opkomst van het occulte in onze maatschappij, het alternatieve aanbod in de gezondheidszorg en de vereenzaming van jonge mensen op zoek naar invulling van hun lege bestaan, staan er bijna garant voor, dat steeds meer mensen verstrikt raken in het spinnenweb van satan en zijn demonen. Veel psychische nood is niet op te lossen met spuiten en pillen, omdat er, diep verscholen in het binnenste, sprake is van demonische gebondenheid of zelfs bezetenheid. De noodzaak om ook in het pastoraat oog te hebben voor deze werkelijkheid dringt zich dan ook steeds meer op.

Duivelen en demonen laten zich echter niet bestrijden met knappe theologische opvattingen en betogen. Ook niet door ‘kerkelijk correcte’ rituelen van exorcisme. De gemeente van Christus staat ook vandaag volop in de strijd tegen “de overheden, de machten en de wereldbeheersers dezer duisternis, de boze geesten in de hemelse gewesten” (Ef. 6:10). De eerste tactiek van de duivel is om zich onzichtbaar te maken. Hij doet zich vaak voor als “engel des lichts”. Hij hult zich in vrome termen, in schijnbaar argeloos gedrag en onopzichtige handelingen. Ongemerkt weeft hij zijn kleverige web, spant een strik waarin mensen gevangen geraken. En plotseling zijn er allerlei problemen en conflicten tussen mensen. Ruzies in de kerk, scheuringen en grote verdeeldheid onder gelovigen, niet zelden compleet met haat en bitterheid.

Willen we in de gemeente van Christus zichtbaar gaan delen in Zijn overwinning, dan zal er in de eerste plaats oog moeten komen voor de smalle weg van de levensheiliging. Er is helaas veel cynisme over dit onderwerp.

In onze tijd lijken we er ons bij neer te leggen, dat het niet haalbaar is om een leven van heiligmaking te leven in de overwinningskracht van de Heilige Geest. Die overwinning hebben we vaak weggeredeneerd. Ten onrechte beroepen we ons op Paulus, die zich toch ook een “ellendig mens” noemde (Rom. 7:24). Dus moeten wij ook niet “te hoog van de toren blazen”, zo wordt vandaag vaak gezegd. Deze vreselijke redenering sticht echter veel kwaad, neemt het zicht op het overwinningsleven van Christus weg en doet een mens in de nederlaag van de zonde verblijven. Deze tekst over Paulus' ellende wil echter alleen maar verklaren, dat Paulus deze overwinning niet van zichzelf heeft (in eigen kracht strijden maakt hem tot een ellendig mens), maar — zoals er ook direct op volgt - er is verlossing door de Here Jezus Christus (:25).

De gebonden ziel heeft nodig geholpen te worden door oudsten in de Gemeente, die in de kracht van de Heilige Geest de gebondenheid kunnen verbreken en eventueel demonen kunnen uitdrijven in de Naam van Jezus. Dat zijn we grotendeels kwijtgeraakt. We kunnen er in theorie nog wel van weten, maar de praktijk van die overwinning kan alleen in de kracht van de Geest werkelijkheid worden. Niet in hoogkerkelijke formuleringen of dogmatische stellingen ligt de overwinning binnen handbereik, maar in een heilig leven van de Gemeente, die op bijbelse wijze onderwezen wordt in de weg van de heiligmaking en die weg ook gaat! Bovenal ook wanneer er opwekking komt en levensvernieuwing in de kerk en de Geest voluit onder ons kan werken.

Ds. Erlo Stegen uit Zuid-Afrika, vertelt dat hij in aanraking kwam met een bezeten meisje. Ze was vastgebonden aan een paal en iedereen was radeloos. “We baden drie weken, maar niets veranderde. Het leek het einde van mijn bediening als evangelieverkondiger, omdat de werkelijkheid anders was dan de boodschap die ik predikte. Toen brak de opwekking uit op onze zendingspost ‘Kwasizabantu’ en door de kracht van de Geest in onze bediening werd het meisje volkomen bevrijd en genezen en vele anderen met haar”.

Feike ter Velde

De Duitse predikant, Ds. Johann Christoph Blumhardt, (1805-1880) beschrijft twee jaar durende strijd om de bevrijding van een jonge bezeten vrouw, Gottliebin Dittus met grote schroom, vanwege de ernst en het ongelofelijke van de gebeurtenissen, maar bovenal om de eer van de leven-Heiland niet voor zichzelf te roven. In de geestelijke strijd om haar bevrijding — ze woonde in Mottlingen — braakte het meisje steeds spijkers, naalden zelfs schoengespen. Uit haar lichaam kwamen stukken ijzer en gebroken breinaalden, zonder dat daardoor wonden ontstonden in haar huid. Ook kwamen er soms levende dieren als sprinkhanen, vleermuizen en kikvorsen uit haar keel en zelfs een keer een slang.
Toen de laatste demon haar lichaam verliet, riep ze met een stem, die niet menselijk was, maar in de wijde omtrek werd gehoord: “Jesus ist Sieger - Jezus Overwinnaar”.
De krachtige prediking van Ds. Blumhardt werd rijk gezegend met opwekking vele bekeringen, maar werd ook fel en soms boosaardig bestreden.