Diagnose van de tong

Jef de Vriese • 82 - 2006/07 • Uitgave: 25
Onze tong heeft een gigantische invloed op onze geestelijke toestand. Volgroeide zonde heeft de dood als resultaat (Jak. 1:15). De negatieve gevolgen tasten het hele leven aan, wat zich uitdrukt in boosheid (Jak. 1:20), misleiding (1:26), anderen verkeerd behandelen (Jak. 2:3, 6), onderlinge strijd (Jak. 4:1), trotse grootspraak (Jak. 4:16) en niet menen wat wij zeggen (Jak. 5:12). Films en soaps lopen over van deze ongerechtigheid, maar veel ‘christenen’ zitten wel te kijken en te genieten van de zonde die ze zien. De tentoongestelde begeerte vult de schuilhoeken van het hart. Wie zo aandacht besteedt aan het vlees kan zich onmogelijk onbesmet van de wereld bewaren (Rom. 13:14).
Het is huiveringwekkend dat heel dit proces gedirigeerd wordt vanuit de hel. Het woord ‘hel’ roept bij de Jood de gedacht op aan de Hinnon-vallei, een grote afvalberg van rommel en dode karkassen, die voortdurend in brand staat en waar niets nog bruikbaar is. Het vuur van de tong is het vuur van de hel. Zij verbrandt al het goede dat in de buurt is. Zij is onder de orkestratie van de duivel en zijn demonen. Gladde woorden verbergen oorlog in het hart. Zij wrijven zonder liefde de waarheid als zout in de wonde. Zij werken als oorlogswapens, zwaarden en dolksteken (Ps. 55:21; 59:7; 64:3). Het is gemakkelijker een wild dier te temmen, dan de tong te beheersen. Zij is een onberekenbaar dodelijk gif met onberekenbare schade.
Wij stellen die diagnose over de tong van een ander. Zelden stellen we die voor eigen tong. Onderscheiden wij ons hart dan niet?

Jef de Vriese