Drumles

Frits Jongboom • 83 - 2007 • Uitgave: 13
Drumles

Vanavond met onze zoon Wim mee naar drumles geweest. Prachtig gezicht zo’n knul achter de trommels. Vol enthousiasme bewerkt hij de vellen met zijn stokken. Af en toe slaat hij mis en laat hij ontmoedigd zijn schouders zakken: “Ik leer het nooit!”
Ik zie mijzelf weer zitten als achtjarig jongetje achter dat verschrikkelijke orgel. Vol enthousiasme was ik begonnen. Ik had natuurlijk ook liever drum leren spelen, maar alleen het woord drumstel vervulde mijn ouders al met afgrijzen. Het stond gelijk aan: ruzie met de buren, lang vet haar, verkeerde vrienden en overmatig alcoholgebruik.
Het werd dus een orgel. Dat was het enige instrument dat bij ons de kerkzaal binnen mocht komen, dus ook voor een kerkelijke carrière was het een uitstekende keuze. Het eerste lesjaar ging vrij moeizaam, het tweede jaar nog moeizamer, het derde jaar ging ronduit beroerd en na het vierde jaar ben ik gestopt. Het, door mijn ouders zo geprezen en bij iedere visite gedwongen tentoongestelde talent (“Fritsje zal nu even een stukje orgel voor jullie spelen.”), bleek de muziekleraar tot wanhoop te drijven. Ik hoor het hem nog zeggen op de jaarlijkse evaluaties: “Je hebt er ook dit jaar weer niets bijgeleerd” en zich naar mijn ouders wendend: “Hij gooit er met de pet naar.”
Na twee jaar muziekloos te hebben doorgebracht, kreeg ik van iemand een gitaar in de handen gedrukt. Wow!! Wat een instrument!! Het is niet voor niets dat de Bijbel zich positief uitlaat over snaarinstrumenten. Met een gitaar kon je over een podium lopen (als je dat probeert met een orgel, zit je de rest van je leven met een hernia). Met een gitaar oogstte je bewonderende blikken van meisjes, hetgeen niet geheel onbelangrijk is voor een onzekere jongen van veertien.
De daarop volgende zomer heb ik vakantiewerkend doorgebracht, met als resultaat een elektrische gitaar! Mijn muzikale carrière zou nu pas echt gaan beginnen. Nog een jaar later sloeg het noodlot toe. Onze kerk opende een nevenfiliaal en één van de ouderlingen was op de ingenieuze gedachte gekomen dat die zoon van Jongboom ooit eens orgelles had gehad. Voordat ik het wist zat ik zondagsmiddags achter een piepklein orgeltje met twee vingers de samenzang te volgen. Van begeleiden was geen sprake, ik was al blij als ik de gemeente bij kon houden en gelijk met hen eindigde.
“Papa! Papa!” Ruw werd ik uit mijn mijmeringen opgeschrikt. “Papa, wakker worden we moeten naar huis!” Verdwaasd keek ik de ruimte in. Een drumstel, Wim en zijn leraar, stonden mij aan te gapen. Ik denk dat ik tot één van de weinige mensen behoor die in staat zijn om in slaap te vallen bij de klanken van een drumstel.
Plotseling komt er een angstvallige gedachte bij mij op. Stel dat Jezus binnenkort terugkomt… Nee, vast niet… Hoewel, je weet maar nooit. Mag ik u als lezer een gunst vragen? Als u mij slapend aantreft terwijl u een bazuin hoort schallen, maakt u mij dan even wakker, je weet tenslotte maar nooit (1Tess. 4:16-17).

Ds. Frits Jongboom
Ds. Frits Jongboom is predikant in de Kerk van de Nazarener in Purmerend. Naast het predikantschap houdt hij zich bezig met het schrijven van verhalen. Van zijn hand verscheen o.a.
Broodnodig en Dagelijkse humor & boodschappen, uitgever Merweboek. Verder is hij de auteur van diverse kinder- en tienerboeken. Meer info is te vinden op:www.jongboom.nl