Een God met tranen

Henk Schouten • 86 - 2010 • Uitgave: 9
We beleven een belangrijke week. Een week met de dodenherdenking en met de viering van de vrijheid, 4 en 5 mei zijn de dagen die daarvoor gereserveerd zijn. De nationale dodenherdenking wordt op de Dam in Amsterdam gehouden. Dat wordt sinds 1949 gedaan, toen op 9 mei, met één minuut stilte.
Een lid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei spreekt de volgende tekst uit: "Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen - burgers en militairen - die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Alle herinneringen daaraan komen samen tijdens de Nationale Herdenking. Om acht uur is het overal in Nederland twee minuten stil. Twee minuten, waarin we ons realiseren dat we hier in vrijheid twee minuten stil kunnen en mogen zijn. Ter nagedachtenis aan allen die zijn omgekomen, leggen Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje de eerste krans bij het Nationaal Monument."

Persoonlijk, hoewel ik van de oorlog niets heb meegemaakt en er in de familie ook niet direct traumatische ervaringen spelen, grijpt de stilte, met besef van lijden en dood door velen rond de herdenking, me erg aan. Het besef dat er verschrikkelijk geleden is. De wetenschap dat er duivelse boosheid was en gewone mensen onder populistisch geschreeuw tot moordmachines werden, is beangstigend. Het besef dat er alle dagen oorlog en geweld is en mensen andere mensen doden voor irrationele, soms demonische idealen beklemt me meer en meer. Het besef dat Gods volk zes miljoen mensen moest prijsgeven aan de gaskamers van Hitler, Himmler, Göring en Goebbels roept de tranen naar de ogen. Het profetische woord van God voorzegd niet dat mensen in staat zullen zijn dit kwaad te overwinnen en te boven te komen. Misschien zou dat de aller-vreselijkste gedachte zijn die me emotioneert rond de minuten van stilte op 4 mei.
Maar dan besef ik: er is een God in de hemel, een God met een hart, een God met tranen. Bij het sterven van Jezus lezen we dat het drie uur duister werd. Slaat die duisternis onder andere niet op het verdriet in het Vaderhart van God? Leren we uit de instellingswoorden van het avondmaal niet om de dood van de Here Jezus te gedenken. De dood van de Here Jezus zeker, maar ook de dood, het sterven van mensen om ons heen heeft een enorme impact. Daar is rouw, verdriet, daar zijn vragen, daar kan woede zijn. Alles bij elkaar genomen weten we: daar zijn tranen. Zou de Here God geen tranen kennen? We lezen dat het Hem berouwde de aarde gemaakt te hebben, het smartte Hem in Zijn hart (Genesis 6:7). De Here God komt terug op Zijn voornemen om Ninevé te verwoesten. Hebben die woorden en besluiten, menselijk gesproken, niet met hartzeer te maken?

Wanneer we weten dat God de wereld zo lief heeft gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, dan moeten we begrijpen dat de Here God geleden heeft over al het kwaad dat er op aarde was, is en nog komen zal. Wanneer wij onze doden gedenken, dan denkt de Here God met ons mee. Wanneer onze tranen vloeien om onze doden, dan weent ook de Here God daarom. Onze God is niet ijskoud, hoogverheven en ver weg. Hij is vol van warmte, heel dichtbij.

Na de 4e mei komt de 5e mei.
De dag van feest, we zijn bevrijd. Wat doen we met de vrijheid die zo zwaar bevochten werd? Wat doen we met de vrijheid, waarvoor zo veel jonge mannen hun leven lieten? Paulus zegt ons: 'Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; gebruikt echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde' (Galaten 5:13).
Ik vrees dat onze wereld de vrijheid als aanleiding voor het vlees gebruikt. De verworven vrijheid wordt misbruikt onder de dictatuur van het alles moet kunnen. Ik vrees dat onze wereld afstevent op een nieuwe dictatuur die groter en gemener zal zijn zal dan welke eerdere dictatuur ooit. Het zal een geestelijke dictatuur zijn, vooral Gods volk en Gods kinderen zullen daaronder lijden. Petrus schrijft ons in 2 Petrus 2:19 'Vrijheid spiegelen zij hun voor, hoewel zij zelf slaven des verderfs zijn; immers, door wie men overmeesterd is, diens slaaf is men.' De vrijheid van vandaag is slavernij aan de zonde. Het is als in de wereld van Sodom. De boze mannen uit de stad bonsden bij Lot op de deur om hun vuile spel op te dringen aan Lot en zijn gasten. Zo bonzen de aan zonde verslingerde mensen op de deuren van onze heilige woningen.
Wanneer ik onze vrije wereld bezie, dan krijg ik tranen in de ogen. Wat hebben we gedaan met onze vrijheid, het is slechts aanleiding tot het vlees. Massa's vandaag gaan zo slordig om met de verworven vrijheid waardoor het een slavernij aan de zonde is geworden. Waarvoor gaven al die jonge mensen hun leven?

Het is moeilijk om zoiets te schrijven, maar zou de Here God geen tranen in de ogen krijgen als Hij ziet wat we met onze vrijheid gedaan hebben en hoe we de vrijheid die aangeboden is verzaken en verkwanselen? Ik bedoel nu de vrijheid die ons in Christus wordt aangeboden. Kunnen we aan Zijn dood denken en beseffen wat het God gekost heeft om ons vrijheid te geven. Wat doen we daarmee?
Zullen we straks het bevrijdingsfeest vieren en de hemelse vreugde binnengaan om voor altijd met de Heer te zijn? Ik zie er naar uit en weet het zeker, de Here Jezus zal spoedig komen. Dan zullen we werkelijk vrij zijn.

ds. Henk Schouten