En u zult Zijn naam noemen Jezus
(Matt. 1:21)
In het Evangelie van Matteüs lezen wij over de geboorte van de Here Jezus. De evangelist deelt ons zorgvuldig mee welke belangrijke voorbereidende gebeurtenissen hieraan vooraf gingen. Het gaat immers over het grote gebeuren van de geboorte van Gods Zoon volgens het Goddelijk bepaalde heilsplan. Volgens dat Godsplan had de Zoon een al door de Vader gegeven naam. Hierover spreekt Matteüs in zijn verslag over Jezus geboorte. Hij vertelt over het Joodse meisje Mirjam - in de Evangeliën bekend als Maria. Dit meisje was door de Here God uitverkoren om de moeder van de beloofde Messias te worden, een voorrecht waarvan veel vrouwen in haar tijd droomden. Dat voorrecht hield echter veel lijden voor haar in. Hoe zou men in Nazareth hierop reageren? Wat zou men wel niet denken en welke (sociale) gevolgen zou het hebben dat zij zwanger was?
Matteüs deelt duidelijk mee dat Maria zwanger was uit/door de Heilige Geest Gods (1:18-20). De man met wie zij al ondertrouwd was - in die tijd hield dit veel meer in dan een verloving - kreeg van Godswege de bevestiging dat de zoon die Maria zou baren uit God geboren was en via een engelenboodschap kreeg hij de opdracht: en u zult Zijn Naam Jezus noemen De bijzondere reden om de Zoon die werd geboren deze veelzeggende naam Jezus te geven is de mededeling: Want Hij zal Zijn volk redden van hun zonden.
Ook Maria zelf kreeg te horen hoe Gods Zoon moest heten (Luc. 1:31).
* Betekenis van deze naam
Zoals elk Joods kind dat werd geboren kreeg ook Gods Zoon een echte Hebreeuwse naam: Jeshua. De engel deelde aan Jozef mee: U zult Zijn naam Jeshua noemen De Griekse vorm van deze Hebreeuwse naam luidt Iesous. En uit deze vergrieksing is de naam Jezus, zoals deze bekend is geworden, voortgekomen. Hierbij moeten wij niet vergeten dat het om een oorspronkelijk Hebreeuwse naam gaat, die een duidelijke betekenis heeft. Want die naam heeft ons veel te zeggen! In de betekenis van die naam ligt een boodschap opgesloten Om die boodschap te ontdekken, bekijken we deze naam in zijn oudste vorm.
De naam Jeshua heeft als oudere vorm Jehosua. Beide vormen zijn afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord jasha dat betekent: (uit)redden, verlossen, uithelpen, bevrijden; jasha heeft in geestelijk opzicht de betekenis van heilbrengen.
Deze oudste vorm Jehoshua omvat de Godsnaam Jeho (HERE) en een vorm van het genoemde werkwoord jasha en kan zo vertaald worden als: De HERE redt of Heil van de HERE. Deze betekenis ligt eveneens in de vorm Jeshua en het latere Iesous. Wij ontdekken hiermee dat de naam gegeven aan Gods Zoon de stellige belofte inhoudt de HERE redt.
In het Oude Testament komt de oude vorm Jehoshua (Jozua) al voor als naam van Mozes dienaar en opvolger (Ex. 24:13; 32:17; 33:11; Joz. 1:1). In latere tijd van Israëls geschiedenis komen we deze naam ook tegen in de vorm Jesua (Neh. 8:18).
De Hebreeuwse naam Jeshua was zeker niet onbekend toen de Here Jezus werd geboren.
Onder in Israël wonende Joden en onder Joden in de verstrooiing was deze naam algemeen bekend en werd veel gebruikt. Toen Hij werd geboren kenden de Joden ook nog goed de betekenis ervan. Men hoorde in Zijn naam de boodschap: De HERE redt. Joden vóór Jezus geboorte en nog enige tijd daarna, gebruikten vaak de naam Jeshua. Zo weet de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, die leefde in de eerste eeuw na Christus, in zijn geschriften 19 mensen te vermelden die deze naam dragen. Zo noemt hij ook Jezus die genaamd wordt Christus (Joodse Oudheden XX, 9,1). Hiermee onderscheidt hij de Here Jezus met Zijn eretitel Christus van alle andere dragers van dezelfde naam.
Paulus had een medewerker Jezus, met de bijnaam Justus (Kol. 4:11). In de periode na Christus verdwijnt onder christenen de gewoonte om de naam Jezus te dragen; dit uit respect voor deze naam en omdat men beseft zal hebben dat maar Eén waarlijk deze veelzeggende naam kan dragen én waar maken.
* Waarom deze bijzondere naam?
Matteüs geeft een interpretatie van de naam Jeshua/Jezus door Zijn toekomstige taak als Verlosser van de zonden van Zijn volk te vermelden. Israël kende deze belofte uit Gods Woord (vergelijk Ps. 130:8). Men wist dat God zonde kon vergeven en dat dit alleen Hem toekwam; maar nu wordt met de naam Jeshua ook aan Jezus zondevergeving toegeschreven. Daarom kondigde de engel in de nacht van Jezusgeboorte, de herders aan: U is vandaag de Zaligmaker/Verlosser geboren (Luc. 2:11).
* Jesaja 12
Eeuwenlang had Israël dit Lied van de verlosten gezongen waarin Gods heil wordt geprezen. Het Hebreeuwse woord heil/verlossing is ook jeshua. Wij horen hierin Jezus naam klinken:
Ik dank U Here Uw toorn is afgewend
God is mijn heil/Jeshua
Hij is mij tot heil/Jeshua geweest
U zult met vreugde water putten uit de bronnen van heil/Jeshua
De naam Jeshua houdt direct verband met de reden voor deze naam, want Hij kwam als Heilbrenger voor Israël en voor ieder mens die in Hem gelooft.
Geloof in Zijn offer aan het Kruis en zing mee het heil/Jeshua is van de HERE (Ps. 3:9).
Dr. Gieneke van Veen Vrolijk
In het Evangelie van Matteüs lezen wij over de geboorte van de Here Jezus. De evangelist deelt ons zorgvuldig mee welke belangrijke voorbereidende gebeurtenissen hieraan vooraf gingen. Het gaat immers over het grote gebeuren van de geboorte van Gods Zoon volgens het Goddelijk bepaalde heilsplan. Volgens dat Godsplan had de Zoon een al door de Vader gegeven naam. Hierover spreekt Matteüs in zijn verslag over Jezus geboorte. Hij vertelt over het Joodse meisje Mirjam - in de Evangeliën bekend als Maria. Dit meisje was door de Here God uitverkoren om de moeder van de beloofde Messias te worden, een voorrecht waarvan veel vrouwen in haar tijd droomden. Dat voorrecht hield echter veel lijden voor haar in. Hoe zou men in Nazareth hierop reageren? Wat zou men wel niet denken en welke (sociale) gevolgen zou het hebben dat zij zwanger was?
Matteüs deelt duidelijk mee dat Maria zwanger was uit/door de Heilige Geest Gods (1:18-20). De man met wie zij al ondertrouwd was - in die tijd hield dit veel meer in dan een verloving - kreeg van Godswege de bevestiging dat de zoon die Maria zou baren uit God geboren was en via een engelenboodschap kreeg hij de opdracht: en u zult Zijn Naam Jezus noemen De bijzondere reden om de Zoon die werd geboren deze veelzeggende naam Jezus te geven is de mededeling: Want Hij zal Zijn volk redden van hun zonden.
Ook Maria zelf kreeg te horen hoe Gods Zoon moest heten (Luc. 1:31).
* Betekenis van deze naam
Zoals elk Joods kind dat werd geboren kreeg ook Gods Zoon een echte Hebreeuwse naam: Jeshua. De engel deelde aan Jozef mee: U zult Zijn naam Jeshua noemen De Griekse vorm van deze Hebreeuwse naam luidt Iesous. En uit deze vergrieksing is de naam Jezus, zoals deze bekend is geworden, voortgekomen. Hierbij moeten wij niet vergeten dat het om een oorspronkelijk Hebreeuwse naam gaat, die een duidelijke betekenis heeft. Want die naam heeft ons veel te zeggen! In de betekenis van die naam ligt een boodschap opgesloten Om die boodschap te ontdekken, bekijken we deze naam in zijn oudste vorm.
De naam Jeshua heeft als oudere vorm Jehosua. Beide vormen zijn afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord jasha dat betekent: (uit)redden, verlossen, uithelpen, bevrijden; jasha heeft in geestelijk opzicht de betekenis van heilbrengen.
Deze oudste vorm Jehoshua omvat de Godsnaam Jeho (HERE) en een vorm van het genoemde werkwoord jasha en kan zo vertaald worden als: De HERE redt of Heil van de HERE. Deze betekenis ligt eveneens in de vorm Jeshua en het latere Iesous. Wij ontdekken hiermee dat de naam gegeven aan Gods Zoon de stellige belofte inhoudt de HERE redt.
In het Oude Testament komt de oude vorm Jehoshua (Jozua) al voor als naam van Mozes dienaar en opvolger (Ex. 24:13; 32:17; 33:11; Joz. 1:1). In latere tijd van Israëls geschiedenis komen we deze naam ook tegen in de vorm Jesua (Neh. 8:18).
De Hebreeuwse naam Jeshua was zeker niet onbekend toen de Here Jezus werd geboren.
Onder in Israël wonende Joden en onder Joden in de verstrooiing was deze naam algemeen bekend en werd veel gebruikt. Toen Hij werd geboren kenden de Joden ook nog goed de betekenis ervan. Men hoorde in Zijn naam de boodschap: De HERE redt. Joden vóór Jezus geboorte en nog enige tijd daarna, gebruikten vaak de naam Jeshua. Zo weet de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, die leefde in de eerste eeuw na Christus, in zijn geschriften 19 mensen te vermelden die deze naam dragen. Zo noemt hij ook Jezus die genaamd wordt Christus (Joodse Oudheden XX, 9,1). Hiermee onderscheidt hij de Here Jezus met Zijn eretitel Christus van alle andere dragers van dezelfde naam.
Paulus had een medewerker Jezus, met de bijnaam Justus (Kol. 4:11). In de periode na Christus verdwijnt onder christenen de gewoonte om de naam Jezus te dragen; dit uit respect voor deze naam en omdat men beseft zal hebben dat maar Eén waarlijk deze veelzeggende naam kan dragen én waar maken.
* Waarom deze bijzondere naam?
Matteüs geeft een interpretatie van de naam Jeshua/Jezus door Zijn toekomstige taak als Verlosser van de zonden van Zijn volk te vermelden. Israël kende deze belofte uit Gods Woord (vergelijk Ps. 130:8). Men wist dat God zonde kon vergeven en dat dit alleen Hem toekwam; maar nu wordt met de naam Jeshua ook aan Jezus zondevergeving toegeschreven. Daarom kondigde de engel in de nacht van Jezusgeboorte, de herders aan: U is vandaag de Zaligmaker/Verlosser geboren (Luc. 2:11).
* Jesaja 12
Eeuwenlang had Israël dit Lied van de verlosten gezongen waarin Gods heil wordt geprezen. Het Hebreeuwse woord heil/verlossing is ook jeshua. Wij horen hierin Jezus naam klinken:
Ik dank U Here Uw toorn is afgewend
God is mijn heil/Jeshua
Hij is mij tot heil/Jeshua geweest
U zult met vreugde water putten uit de bronnen van heil/Jeshua
De naam Jeshua houdt direct verband met de reden voor deze naam, want Hij kwam als Heilbrenger voor Israël en voor ieder mens die in Hem gelooft.
Geloof in Zijn offer aan het Kruis en zing mee het heil/Jeshua is van de HERE (Ps. 3:9).
Dr. Gieneke van Veen Vrolijk