Gedreven of geroepen? (2)

Bert Reinds • 87 - 2011 • Uitgave: 11
“Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen”
Kolossenzen 3:23


Inleiding
In het eerste artikel hebben we stilgestaan bij de vraag of er sprake is van een geestelijk en een alledaags leven en hoe Jezus Zijn tijd invulde. In dit artikel kijken we naar de wijze waarop wij dat doen.
Als het goed is heeft u de opdracht aan het eind van het eerste artikel, het gedeelte uit Jeremia 17:5-8 gelezen, zo niet dan mag u dat eerst doen. Het is de inleiding op dit artikel.

1. De gedreven mens is/wordt als: De struik (vers 5-7)
Gedreven mensen zijn niet zozeer slechte mensen, ze leveren vaak een fantastische bijdrage aan de maatschappij, maar ze betalen daarvoor een hoge prijs.

* Wat kenmerkt de gedreven mens?
De gedreven mens ervaart vaak alleen voldoening in prestaties. Daarin zoekt hij waardering. Bij de gedreven mens is er nauwelijks een moment van genieten, het moet altijd meer en beter. De gedreven mens denkt vaak in termen van: morgen dan gaat het gebeuren, als…
Gedreven mensen hebben niet vooraan gestaan bij het uitdelen van sociale vaardigheden en nemen het soms met integriteit niet al te nauw. Ze hebben niet zoveel oog voor mensen/relaties. Ze leven veelal vanuit de concurrentiegedachte, omdat ze heel erg op de prestatie gericht zijn. Ze hebben de ander nodig als ‘decorstuk’ in hun toneelstuk. De gedreven mens wil graag controle over zijn leven, zodat het allemaal gaat zoals hij het in zijn hoofd heeft. Hij denkt ook dat God pas tevreden is en echt van hem houdt als hij veel voor Hem doet! De gedreven christen denkt dat hij alleen echt leeft tot eer van God als hij de zending in gaat of kerkenwerk verricht, het ware geestelijk leven ligt in de geestelijke dingen doen. Gedreven mensen zien alles als hun bezit en hun verdienste, het draait uiteindelijk om de gedrevene zelf.
Vergelijk de gedreven mens maar met de struik omschreven in Jeremia 17:5-6. Hij is ten diepste alleen maar druk met zichzelf en de vrucht wordt uiteindelijk de eenzaamheid!

2. De geroepen mens is/wordt als: De boom (vers 7-8)
Laten we vooraf duidelijk aangeven dat geroepen mensen in zichzelf niet beter zijn dan gedrevenen. Ook de geroepen mens is van genade afhankelijk.

*Wat kenmerkt de geroepen mens?
Een geroepen mens ziet zichzelf als een rentmeester. De taak van een rentmeester is eenvoudig: het beheren van iets totdat de eigenaar terugkomt en het overneemt. De geroepene weet dat alles wat hij ‘heeft’ in bruikleen is, en dat er een dag komt dat hij alles weer mag teruggeven, en dan met geestelijke ‘rente’ (Matteüs 25:14-30).
Een geroepen mens leeft en werkt met open handen. Dat betekent dat er in wezen niets verandert als hij iets (een taak, functie) kwijtraakt; zijn innerlijke wereld blijft hetzelfde, wordt er misschien wel sterker van.
Geroepenen weten wie ze zijn en vereenzelvigen zich niet met hun positie. Ze koppelen hun menswaarde aan wie ze zijn in Christus, in plaats van wat ze doen, hebben of kunnen. Zij beroemen zich op wie zijn in Christus (Galaten 3:28), in plaats van op hun afkomst, wat ze doen, hebben. Een geroepene vindt daarin zijn richtingsgevoel en begrijpt daardoor het doel van zijn taak!
Geroepen mensen zijn toegewijd. Mensen die de binnenkant belangrijker vinden dan de buitenkant. Ze proberen hun innerlijke leven op orde te hebben en te houden. Hun bestemming, hun vrede is niet alleen afhankelijk van de uiterlijke omstandigheden.
Geroepen mensen laten vrienden meekijken in hun leven, liefdevolle correcties gaan ze daarom niet uit de weg, sterker nog: die zoeken ze op.
Ze erkennen het gevaar van eenzijdigheid wanneer ze als solisten functioneren.

3. Wat kenmerkt uw keuzen?
Waarin herkent u zichzelf? Misschien helpt het u ontdekken doordat ik u een paar vragen stel:
Wat doet u wanneer u ontdekt dat iemand iets kan wat u niet kunt? Wat doet u als iemand kritiek geeft op dat wat u doet? Wat doet u als er problemen zijn in uw familie, werk, vriendenkring, Gemeente. Kijkt u door het ‘raam’ om zo snel mogelijk slachtoffers te zoeken die je de schuld kunt geven? Of kijkt u in de ‘spiegel’ en gaat u bij uzelf te rade wat er aan uw manier van werken schortte?
Wat doet u wanneer u succes heeft? Kijkt u dan in de ‘spiegel’ en zegt u met woorden en of daden: kijk eens hoe succesvol ik ben, wat ik bereikt hebt? Of kijkt u dan door het ‘raam’ en brengt u allereerst de dank aan uw Schepper en vervolgens zoekt u de mensen die de complimenten verdienen en zegt u dat ook; het zijn die mensen die voor dit succes hebben gezorgd?
Waar legt u de accenten, in het zijn of in het hebben of kunnen? Waar ligt uw gevoeligheid: In het applaus van mensen of de stimulerende stem van God? Hoe is het gesteld met uw innerlijke wereld? Is er balans tussen binnen en buiten (Psalm 15:2, 19:15, 24:4, Matteüs 6:21)?

Tenslotte
Geroepen of gezonden? We ontdekken van beiden wel iets in ons doen en laten. Toch vraagt de Here dat we steeds meer leven als een afhankelijke geroepene, alleen op deze wijze kunt u uw werk als voor de Here doen en een bruikbaar leven leiden. Dat vraagt om een luisterende houding, luisteren naar Zijn stem, door het lezen van zijn Woord. U laten leiden door zijn Geest en in een dagelijkse getuigende afhankelijkheid te leven te midden van uw broeders en zusters en andere wereldburgers. Vergetende wat achter u ligt en u uitstrekkende naar wat voor u ligt, dat is de roeping van God (Filippenzen 3:13,14).

Sjalom, want Hij die u roept is getrouw!

Bert Reinds

Vragen om over na te denken:
1. Welke kenmerken, van beide typen, herkent u in uw leven? Wat gaat u doen met deze ontdekking?
2. Wat is uw hartsverlangen, waar jaagt u naar?
3. Als Jezus terugkomt - en dat is een ding dat zeker is - wat zou u dan graag willen dat Hij tegen u zegt over uw rentmeesterschap? Op welke wijze bent u daar nu al mee bezig? (‘Als de Here morgen terug komt plant ik vandaag nog een boom’, Maarten Luther)