George Müller

Feike ter Velde • 88 - 2012 • Uitgave: 2
Evangelist, man van gebed, man die wonderen zag, vader van duizenden wezen, rijk in tijden van armoede:

Het verhaal van vandaag grijpt terug op een man uit de geschiedenis: George Müller (1805-1898). Voorbeeld voor ons allen als man van geloof in tijden van ongeloof en verval, een man van gebed in tijden dat alleen rechtstreekse daden van de levende God uitkomst konden bieden. Een man van het meest eenvoudige geloof denkbaar, zonder moeilijke theologie, zonder redeneren. Een man die zei: Laten we eerst bidden en dan uitzien wat onze God gaat doen. George Müller: een voorbeeld voor elke gelovige vandaag, in deze jaren van crisis.


Al jong raakte hij vertrouwd met stelen, gokken en drinken, hoewel hij in een christelijk gezin in Duitsland werd geboren. In zijn tienerjaren zocht hij verbetering van zijn leven, hoewel hij niet onmiddellijk wist hoe dat moest. Daarom ging hij naar een Bijbelschool, werd meegenomen naar een gebedsbijeenkomst en hij zag steeds meer zijn eigen zonden en falen. In gebed heeft hij op een dag alles aan God beleden en gevraagd om vergeving.
Hij ontving vergeving en liet onmiddellijk zijn oude leven achter zich. Hij stelde zich actief in dienst van God en werd al gauw regelmatig uitgenodigd te preken in allerlei kerken en samenkomsten en met succes en zegen! Want in de Bijbel had hij de allergrootste rijkdom gevonden: Jezus Christus.

In 1828 werd hij gevraagd om naar Londen te komen om daar evangelisatiewerk onder de Joden te doen. Bij aankomst werd hij ernstig ziek en hij is nooit aan het werk gekomen onder de Joden. Na een langzaam herstel werd hij gevraagd ver van Londen predikant te worden in een kerk, waar ook al een andere predikant werkzaam was. Zij zijn goede vrienden geworden. Hij wilde het werk wel aanvangen, maar zonder salaris. Hij wilde God vertrouwen voor al zijn levensbehoeften. Hij slaagde erin een lange kerkelijke traditie daar te verbreken, namelijk het verhuren van kerkbanken. Hij vond dat de rijke dan werd bevoorrecht en dat hoort niet in de kerk. Iedereen was uiterst verbaasd en sommigen boos, maar de gewoonte werd afgeschaft. George Müller begon steeds meer bekendheid te krijgen in de wijde omtrek.
In 1832 verhuisde hij naar de Engelse stad Bristol om daar predikant te worden in de Bethesda Kapel. Naast dat werk ontwikkelde Müller allerlei Bijbelstudiemateriaal voor scholen en zondagsscholen. Hij richtte ook nieuwe scholen op, waarvoor hij eerst geld inzamelde en opspaarde, want het ging allemaal zonder overheidssubsidie. Direct daarna zag George Müller de noodzaak voor de oprichting van huizen voor dakloze en ouderloze kinderen. Binnen korte tijd waren er enkele weeshuizen opgericht voor zo’n honderddertig kinderen. Snel groeide dat verder uit tot vijf huizen met enkele duizenden weeskinderen. Alles zonder een cent van de overheid en alles gebaseerd op Bijbelse principes, op gebed en op onderricht voor de kinderen, zeg maar scholen met de Bijbel.
De kinderen werd geleerd voor alle noden en voor alle behoeften te bidden. Kleding, voedsel, verwarming voor de huizen, bedden en meubels, alles wat nodig was werd in gebed aan God gevraagd en de kinderen werd geleerd dan ook uit te kijken wat er zou binnenkomen aan geld en goed. Dat werd op de schoolborden geschreven en dan werd er concreet voor gedankt, want “het is onze God die in al onze behoeften heerlijk voorziet”; kinderen, vergeet dit nooit!” Het was hemzelf, de medewerkers en de kinderen ten strengste verboden om aan iemand geld te vragen, of iemand te vertellen dat er ergens behoefte aan was op de scholen of in de weeshuizen. “God zelf kent al onze noden, daar hoeven wij niemand mee lastig te vallen”, had George Müller de kinderen geleerd.

Op een morgen was er niets te eten: geen ontbijt, geen brood, geen melk. Alles was op en er was ook geen geld meer. De kinderen werd gezegd aan tafel te gaan, net als elke morgen om zeven uur en George Müller ging voor in dankgebed. Hij dankte de Here, dat er brood genoeg was, alleen nog niet op de borden die voor ons staan. Hij dankte de Here dat er melk genoeg was in het land, alleen nog niet in de bekers hier op tafel. Terwijl hij uitgebreid had gedankt voor de voorzieningen van de Here voor de dag die net was begonnen, werd er op de deur geklopt. Een grote kar vol manden met brood stond voor de deur en of de grootste kinderen even konden meehelpen met uitladen. Juist toen iedereen rijkelijk van brood was voorzien stopte er een grote melkwagen voor de deur. De wagen was kapot en de melkboer moest direct van zijn melk af, want het zou niet de hele dag goed blijven. Alle kinderen en bewoners werden rijkelijk voorzien van melk. “Een nieuwe dag onder de voorzienigheid van onze liefdevolle hemelse Vader kan beginnen”, zei George Müller tegen de kinderen.
Deze en soortgelijke dingen herhaalden zich voortdurend in de bijzondere bediening van deze Godsman. Nooit werden schulden gemaakt, geen hypotheek werd ooit opgenomen. Alles wat nodig was kwam ongevraagd binnen van tal van bekende, maar vooral ook van onbekende mensen. De giftenstroom groeide soms zo groots uit dat er geld overbleef om ander zendingswerk te ondersteunen, zoals dat van Hudson Taylor in China. In het gebed maakte de Here duidelijk voor wie en hoeveel nodig was op dat moment. En dan werd het geld weggestuurd. Zo heeft George Müller zijn hele leven geleefd en gehandeld: man van gebed en van geloof. Een man, die een voorbeeld voor ons allemaal zou moeten zijn!

George Müller verbleef de langste tijd in Bristol, Engeland, als voorganger van dezelfde kerk, gedurende zesenzestig jaar. Hij ging altijd zijn eigen weg en volgde niet altijd andermans regels. Hij ging die weg met God en dat wisten en zágen de omstanders heel goed. Altijd was George Müller op het belang van zijn medemens uit. Vanuit zijn oorspronkelijk opgerichte Bijbelschool in 1834 ontstonden vijf andere, onafhankelijke, instituten. Onafhankelijk, omdat hij zag dat anderen vrijzinnigheid toelieten of wereldse wegen kozen voor het zendingswerk, zoals het lenen van geld bij de bank. De arbeid was gericht op het Bijbelonderwijs voor kinderen en volwassenen, Bijbelverspreiding, ondersteuning van zendingswerk wereldwijd, traktaatverspreiding en het onderdak bieden en onderwijs geven aan wezen. Meer dan duizend wezen tegelijkertijd vonden onderdak en kregen onderwijs in de bediening van George Müller. Dit werd een grote stimulans voor anderen in heel Engeland om zich eveneens te bekommeren om weeskinderen. Naar schatting meer dan honderdduizend wezen vonden daar direct baat bij. Müller werd een voorbeeld voor velen in Engeland.
Naast deze grote bediening preekte Müller zeker drie keer per week, dat komt neer op meer dan tienduizend preken in zijn levenstijd, Toen hij zeventig werd kon hij een grote wens realiseren, namelijk om zelf ook de zending in te gaan. De zeventien jaar die zouden volgen reisde hij naar en preekte in tweeënveertig landen en bereikte meer dan drie miljoen mensen met zijn heerlijke evangelieverkondiging, tot aan zijn zevenentachtigste levensjaar. Op zijn tweeënnegentigste, kort voor zijn dood, schreef hij: “Ik ben in staat geweest elke dag en wel de gehele dag, te werken en dat met groot gemak, door de genade van God.” Zijn laatste werkdag leidde Müller ’s avonds nog een gebedsbijeenkomst om de volgende morgen om zeven uur dood te worden aangetroffen naast zijn bed, de plaats waar hij gewoon was neer te knielen voor God om Hem daar te ontmoeten in gebed.

Een groot man, in dienst van de levende God, een eenvoudig mens met een simpel geloofsleven, maar een geloofsheld voor vele duizenden kinderen en volwassenen, liet voor altijd een voorbeeld na voor elke gelovige, die mag weten dat onze God een Helper is groot van kracht, een Uitredder uit alle nood, als wij Hem maar in álles volkomen vertrouwen.

Feike ter Velde