‘God maakt blij’

Marco de Wilde • 96 - 2020 • Uitgave: 1
John Piper is een van de meest invloedrijke theologen van dit moment. Door zijn preken, boeken, podcasts en kerkvernieuwingsbeweging (desiringgod.org) inspireert hij miljoenen christenen wereldwijd. Dat heeft te maken met zijn persoonlijkheid en stijl.

Hij combineert hoofd en hart op een manier die herinnert aan theologen als C.S. Lewis, puriteinse theologen en de kerkvader Augustinus. Maar zijn invloed heeft vooral te maken met zijn boodschap en de theologische accenten die hij legt. In dit artikel wil ik de boodschap van John Piper, die hij zelf omschrijft als ‘christenhedonisme’, kort typeren. Ik doe dat aan de hand van Pipers boekje ‘Geroepen tot vreugde’. Dit boekje, wat uitgereikt is op de Zoeklichtdagen 2019, is een samenvatting van Pipers belangrijkste boek: ‘Verlangen naar God’.

God eren én je in Hem verheugen
Als we John Piper wat beter willen begrijpen, kunnen we het beste beginnen bij de eerste vraag van de Kleine Catechismus van Westminster. In veel van zijn boeken en ook in ‘Geroepen tot vreugde’ verwijst hij naar het begin van deze bekende Engelse geloofsbelijdenis. De eerste vraag luidt: ‘Wat is het hoogste doel van de mens?’ Het antwoord klinkt voor een christen heel vertrouwd: ‘Het hoogste doel van de mens is om God te verheerlijken.’ We zijn niet op de wereld voor onszelf, ons leven is geen ik-project, we zijn er voor God. Hij heeft ons geschapen om Hem te eren en groot te maken.

Maar het antwoord van de Kleine Catechismus gaat nog verder: ‘Het hoogste doel van de mens is om God te verheerlijken en zich voor eeuwig in Hem te verheugen.’ En voor dat tweede deel van het antwoord vraagt John Piper in zijn preken en boeken alle aandacht. Het gaat er in ons leven niet alleen om dat we God eren en dienen, we moeten ook blij zijn met Hem.

Met heel ons hart
En die twee dingen – God eren en blij zijn met Hem – zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Juist als we blij zijn met God eren we Hem en prijzen we Hem. Onze vreugde laat immers zien hoe belangrijk Hij voor ons is en hoe de omgang met Hem ons hart raakt. En andersom is het ook waar. Als we God dienen met ernst, met inzet, met gehoorzaamheid, maar niet ‘met blijdschap’ (Psalm 100:2), dan zetten we Hem neer en kleineren we Hem, alsof we Hem alleen dienen omdat het moet of omdat we bang voor Hem zijn, of alsof God saai is en Zijn glorie niet groot genoeg is om ons echt te raken.

Het accent van John Piper op vreugde in God is wat dat betreft ook confronterend. God wil geen halfhartige christenen en Hij neemt geen genoegen met een halfhartig geloof. Hij wil niet alleen ons verstand en onze wil, Hij wil ook ons hart: dat het in vuur en vlam staat voor Hem en voor Zijn dienst. Blij zijn met God is geen optie of een extra, het is een gebod: ‘Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u’ (Filippenzen 4:4).

Gods eer betekent ons geluk
En daar is ook alle reden voor. Want God maakt ook blij. Hij is een overvloedige fontein van al het goede. Hij vervult de diepste verlangens van ons hart. Daarom is de boodschap van het christenhedonisme niet alleen confronterend, maar ook heel bemoedigend. God is geen vijand van ons geluk, integendeel, Gods eer en ons geluk gaan samen. Als God op de eerste plaats staat in ons leven, dan zijn we daar zelf ook het beste mee af. Als God groot voor ons is, dan worden we blij.

We hoeven ons dus niet te schamen voor ons verlangen naar geluk. Dat heeft God Zelf in ons gelegd. En Hij is er de vervulling van. Hij is onze grootste schat. Helaas is ons hart door de zonde zo ontregeld geraakt, dat we ons geluk niet in God zoeken, maar in dingen buiten Hem, dingen die ons hart niet echt kunnen vervullen. Piper citeert in dit verband C.S. Lewis:

“We zijn halfhartige wezens, we rommelen wat met drank, seks en status, terwijl er oneindige vreugde aangeboden wordt; zoals een onnozel kind dat wil doorgaan met moddertaartjes maken in de zandbak, omdat het zich niets kan voorstellen bij een vakantie aan zee. We zijn veel te gauw tevreden.”

Vechten voor vreugde
Wat we nodig hebben, is dat God door Zijn Woord en Heilige Geest laat zien Wie Hij is, zodat we onze vreugde vinden en steeds meer vinden in Hem en in Zijn Zoon de Heere Jezus. En het is het verlangen van John Piper: God aanprijzen, Zijn heerlijkheid laten zien, vooral zoals Hij Zich geopenbaard heeft in Zijn Zoon, zodat we onder de indruk komen van Hem en gaan zien dat Hij groter, mooier is en meer vreugde geeft dan welke aardse schat ook.

Dat is wel een strijd. Om steeds weer je vreugde te vinden in God. Een levenslang gevecht. John Piper is daar in Geroepen tot vreugde ook heel eerlijk over. De ondertitel zegt genoeg: ‘De gevaarlijke plicht van iedere christen’. In die strijd gaat je leven op z’n kop en gaat je zondige eigen ik eraan. Toch is deze vreugde en bovenal de God van deze vreugde dat gevecht meer dan waard.

Vreugde die overstroomt
In ‘Geroepen tot vreugde’ laat Piper ook mooi zien hoe deze vreugde in God doorwerkt in het hele christelijke leven. Ik wil een paar illustraties geven. Vreugde in God legt bijvoorbeeld de bijl aan de wortel van onze hoogmoed en ons zelfmedelijden. Piper schrijft:

“Christenhedonisme tekent de mens als een leeg vat dat volledig van het water uit Gods bron afhankelijk is. Filantropen hebben iets om over op te scheppen. Bijstandsontvangers niet. (…) Wanneer christenhedonisten moeten lijden omwille van Christus, zullen ze niet als een held hun eigen prestaties opsommen. Ze worden als kleine kinderen die vertrouwen op de kracht van hun Vader en verlangen naar de vreugde van Zijn beloning.”

Die vreugde in God leert je ook liefhebben. Liefde, zo laat Piper zien, is het overstromen van je vreugde in God om er ook anderen in te laten delen, om zo in hun behoeften te voorzien. En als anderen dan gaan delen in die vreugde in God, dan word je er zelf ook weer blij van. Zo wordt je eigen vreugde dus groter terwijl je je geeft aan anderen. Die vreugde in God heb je trouwens ook hard nodig. Want echte liefde vraagt heel veel van je. Die prijs kun je alleen maar opbrengen als de vreugde van God je in beweging zet.

Elke zondag feest
Ten slotte nog een derde voorbeeld. Christenhedonisme werpt ook helder licht op de betekenis van de kerkdienst. Soms wordt wel gezegd: je komt niet naar de kerk om te ontvangen, je komt om God wat te geven. Als je let op het gevaar van consumentisme (God of de kerk als een product waar wij wat aan moeten beleven), dan is zo’n opmerking wel te begrijpen. Toch is het niet waar. Piper schrijft:

“Mensen behóren naar de eredienst te komen om te ontvangen. Ze moeten juist komen met een honger naar God, en met Psalm 42 op de lippen: ‘Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!’ God zal zeer geëerd worden als mensen beseffen dat zij van honger en dorst omkomen, tenzij God de hunne is. En dat is mijn taak, als predikant, om een feestmaal voor hen aan te richten. Ik moet vanuit de Schrift laten zien waar ze werkelijk naar hunkeren – naar God – en hen vervolgens voeden tot ze verzadigd zijn. Dat is aanbidding!”

God is het Evangelie
God maakt ook blij. Dat is in het kort wat John Piper christenen vandaag wil leren. En hoe beter je Hem kent, hoe blijer je wordt. Blij met Zijn schepping. Blij met Zijn zorg en bewaring. Blij met Zijn Woord. Blij met Zijn beloften. Blij met Zijn Zoon de Heere Jezus. Blij met Zijn Heilige Geest. Blij met Zijn vergeving. Blij met Zijn vernieuwing. Blij met Zijn koninkrijk en Zijn werk overal op deze wereld. Blij met Zijn gemeente, de kerk. Blij met Zijn toekomst, de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Uiteindelijk is God Zelf het goede nieuws van de Bijbel, dat we door Zijn genade met Hem mogen omgaan en in Zijn nabijheid mogen leven.

Marco de Wilde

Geroepen tot vreugde
Pagina's: 88 hardcover

€ 9,95

Te bestellen via 0343 – 41 33 00 of www.zoeklichtwebshop.nl