Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 33:21

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 26
"Ja, in Hem verheugt zich ons hart"
Psalm 33:21


Heel deze psalm roept ons op om blijdschap te betonen, te jubelen en te zingen bij harp, citer, trompet en snarenspel. Ook steeds weer nieuwe liederen te zingen (:3) en dan moet de instrumentale begeleiding ook mooi zijn en vooral ook vrolijk. De eerste drie verzen geven volop ruimte om juist in de kerk veel te doen aan zang en muziek. Ik kan me herinneren, dat ik het zevende couplet van de berijmde versie – ‘De grote Schepper aller dingen’ – een keer op maandagmorgen moest opzeggen op de lagere school. Ik kende het van begin tot het einde. Ik had het zo goed geleerd, want de melodie van deze psalm heb ik buitengewoon mooi heb gevonden. Meester Van den Berg had de psalm met ons ‘ingestudeerd’. Hij was muzikaal en leerde ons al jong zingen. De melodie van deze psalm sprak mij toen al bijzonder aan en daarom kon ik de woorden makkelijk onthouden. Hoevelen hebben niet deze goede herinneringen aan de vroegste tijd op school.

In de kanttekeningen, die ik in mijn Bijbel bij deze psalm heb gemaakt toen ik deze ooit bestudeerde, heb ik een driedeling gemaakt. De verzen 1 t/m. 9 beschrijven God in Zijn schepping, daarna vers 10 t/m. 17 God in de geschiedenis van de volken – eerst Israël, (:12) en dan ook alle volken (:13) – en vers 18 t/m. 22 God in ons persoonlijk leven. Bijna aan het einde van het derde deel, God in ons persoonlijk leven, treffen we dit getuigenis aan: "Ja, in Hem verheugt zich ons hart". Kun je dat nu maar zo plompverloren zeggen? Komt dat wel over? Zouden wij dat nu ook zo maar kunnen zeggen? Stel, we lopen naar de kerk op zondagmorgen als man en vrouw. Ook een ander stel is op weg naar de kerk. We kennen ze. "Goede morgen" zeggen we opgewekt op deze zonnige morgen. "Wat een weertje, hè?", roepen zij. En dan wij direct erachter aan: "Ja, in Hem verheugt zich ons hart". Wat zouden die andere broeder en zuster dan zeggen of denken? Of de dominee op de kansel, voordat hij begint aan de preek: "Geliefde gemeente, in Hem verheugt zich mijn hart". Dat doe je toch niet? Maar, waarom eigenlijk niet. De vreugde des Heren mag toch ons deel zijn? Dat hoort toch bij ons geloofsleven? Hoe kan iemand weten dat de Here ons hart verheugt, als we het niet mogen zèggen? Deze psalm begint ermee, roept ons ertoe op. Het betaamt de gelovigen – de oprechten, de rechtvaardigen – te jubelen, te loven en te prijzen. Dat heeft rechtstreeks met ons geloof te maken. Dat geloof, dat we in ons hart hebben ontvangen van de Heilige Geest, betekent namelijk dat we de levende God kennen als de Schepper van hemel en aarde (:9), als Hem die de wereld regeert en in Zijn hand houdt (:15) en als Hem Wiens oog op ons is om ons rijk te zegenen (:20). Dat geloof, in de ware bijbelse zin van het woord, houdt kennis in van de levende God en zekerheid van Zijn vaderlijke zorg en liefde. We mogen dagelijks met Hem wandelen, dagelijks met Hem praten en alles met Hem overleggen. Hij laat Zich door ons in Zijn vaderhart kijken, dat vol is van mededogen, vol van bezorgdheid om ons welzijn en vol van liefde om ons wel te doen.

Wie de God van de Bijbel heeft leren kennen, Zijn Woord waarlijk gelooft en toepast in het dagelijks bestaan, kan vanuit de volheid des harten tegen iedereen zeggen: "Ja, in Hem verheugt zich ons hart". Achter zo’n geloofsgetuigenis zit een léven van geloof. Een leven vanuit een levende relatie met de Here Jezus. En dan is het leven zelf in overeenstemming met wat we zeggen en getuigen. Zo’n getuigenis komt dan ook over en gaat vrucht dragen. Daarom is deze tekst een aanmoediging tot navolging. Dwars door alle moeiten heen mogen we elkaar eraan herinneren: Hij is "de God van "mijn jubelende vreugde" (Ps. 43:4).

Feike ter Velde