Het geschenk

Henk Schouten • 85 - 2009 • Uitgave: 25/26
De advents- en kersttijd is niet zelden een tijd van geschenken. Even extra aandacht of zorg voor elkaar, voor wie je liefdevol en dierbaar is. De romantiek in deze donkere periode wordt niet alleen aangewakkerd door kaarsjes, maar ook door pakjes.
Er zijn allerlei redenen en momenten om anderen blij te maken met een geschenk. Het kind ziet uit naar zijn verjaardag, wat zal het mogen ontvangen. Vader en moeder zoeken zorgvuldig uit waar het jonge kroost opgetogen over zal zijn, liefst ook met educatieve waarde. Opa en oma komen binnen met een pakje op de rug en houden kleinkind een beetje voor de mal, om het pakje uiteindelijk prijs te geven.
Er worden bossen bloemen of fruitmanden gegeven om troost te bieden aan een ziekbed. Gouden ringen die duiden op liefde en eeuwige trouw. Jubilarissen ontvangen een speldje, een gouden horloge, een uitkering ineens of een vakantiereis naar een cultuurgebied. Dat zijn allemaal geschenken die passen bij een gebeurtenis, zoals een verjaardag of een jubileum. Of de geschenken zijn uitingen van gevoelens van liefde en/of bewogenheid.

De kostprijs van een geschenk heeft niet alleen een relatie tot de financiële mogelijkheden van de schenker, maar ook tot de waarde en de intentie van het geschenk. Het behoeft geen uitleg, onze materialistische wereld kent zoveel verwende mensen dat het effect van het geschenk, het uiten van liefde of dankbaarheid verloren dreigt te raken. Het verwende kind gooit het nieuwe speeltje achteloos in de hoek en graait alweer naar het volgende. De honger naar het nieuwe verwaarloost het huidige. De schenker is niet zelden teleurgesteld wanneer zijn of haar geschenk snel gedumpt wordt. In een overdadige maatschappij is de waarde en de betekenis van een geschenk aan sterke inflatie onderhevig. Ook dit is een verarming in onze maatschappij.

Er zijn ook geschenken die bedoeld zijn om de aandacht of de liefde te winnen. Het aanbieden van een drankje kan het begin van een romance worden. In de zakenwereld is het geven van cadeautjes in allerlei vorm heel gebruikelijk, daar wordt steeds de grens van het toelaatbare gezocht. Duidelijk is dat het principe van omkoping op de loer ligt. In de Bijbel komen we ook zulke gebruiken tegen. Het is Jakob die zijn zonen naar Egypte stuurt en hen geschenken laat meenemen voor de onderkoning en de farao.
Een tekst om over na te denken zien we in Exodus 23:8 ‘Een geschenk zult gij niet aannemen, want een geschenk maakt zienden blind en verdraait de zaak der onschuldigen.’ Of wat te denken van Deuteronomium 16:19 ‘Gij zult het recht niet buigen; gij zult de persoon niet aanzien en geen geschenk aannemen; want een geschenk verblindt de ogen der wijzen en verdraait de woorden der onschuldigen.’ Duidelijk is dat het hier om omkooppraktijken gaat, misbruik van het geschenk. Ook daardoor wordt de waarde en de betekenis van het geschenk aangetast. Rond het proces van de Here Jezus zien we hoe minderwaardige lieden zich door leugen en hebzucht laten leiden.

God geeft ruimhartig
Wie de Bijbel leest, komt onder de indruk van de Here God. Je zou het bijna als de aard en het wezen van God kunnen beschouwen: Hij schenkt, Hij geeft zonder enige reserve, zonder enig voorbehoud. Allen die Hem zoeken, zullen overladen worden met Zijn goedheid. Wanneer we de eerste woorden van de Bijbel lezen, zien we hoe de Here God een wereld schept die ongekend is in schoonheid. Het paradijs is spreekwoordelijk geworden voor ongekende pracht en schoonheid. Het was de tuin die God schiep en gaf aan mensen om daar te wonen en te leven.
We kunnen door blijven bladeren: God gaf beloften aan Abraham, Isaäk en Jakob. Rijke beloften werden gegeven aan Mozes, Jozua, David en Salomo. De Here God heeft Zijn wet, Zijn leefregel gegeven. Deze woorden waren nooit bedoeld om mensen daarmee te belasten, maar juist om het samenleven met Hem en elkaar tot een feest te maken. De Here God was er altijd op bedacht dat het goed met ons zou gaan, zodat Zijn heilrijk voornemen over ons meer en meer vorm zou krijgen.

Helaas bleken de ontvangers van het geschenk steeds weer en steeds meer de goedheid van God onwaardig. Het was niet alleen in de tuin van Eden, maar heel de geschiedenis van de mensheid door werd het Godsgeschenk achteloos in de hoek geworpen. Steeds gingen de ogen en de handen begerig naar andere zaken, dingen die niet goed waren. Ontevredenheid, zielenpijn en fysieke pijn lag en ligt steeds zwaarder over het Godsgeschenk. Wie kent geen zorg, geen verdriet, geen moeite, voor wie is er nooit in het leven diepe smart?

Wij zouden ons allang hebben afgekeerd van een dergelijke mensheid. Het is om veel minder dat we een wegwerpgebaar maken of in ons hart afscheid hebben genomen van mensen naast ons. Waarom doet de Here God dat niet? Waarom blijft Hij steeds maar zoeken en roepen? Omdat het Zijn aard is te schenken, te geven, onbegrensd, onbeperkt.

Een kind is ons geboren
Het kerstfeest heeft alles te maken met de Here God en met het beste dat Hij geven wil, het eeuwige leven. Het boek Openbaring spreekt van een nieuwe hemel, een nieuwe aarde en het nieuwe Jeruzalem. We leren dat de tranen gewist zullen worden en dat er moeite noch rouw meer zal zijn. Dat zijn kernmerken van de eerste tijd, de tijd die wij nu kennen en waarin wij nu leven, daarin is zoveel zorg, zoveel onverschilligheid, veel meer tranen dan blijdschap. Die eerste dingen zullen voorbij gaan. ‘Zie, Ik maak alles nieuw’ is de schitterende belofte (Opb. 21:5). En dan lezen we weer die gulle woorden: ‘Ik zal geven…’
Toch is er een voorbehoud, een heel belangrijk voorbehoud. Voordat we al die zegen ontvangen, wordt ons gevraagd of en hoe we de meest kostbare gift van God ontvangen. Die gift is een persoon, Gods Zoon, als kind voor ons geboren. Die Zoon is ons als Lam gegeven. Die Zoon is de bruidegom voor hen die Zijn liefde aannemen. Wie hier en nu in dit leven een volgeling van Hem wil zijn, zal in dit leven wellicht niet altijd begrip of zegen ontvangen. Zijn volgelingen zijn op aarde vaak kruisdragers. We staan niet boven onze Here. Door velen is Gods liefde, ons in Zijn Zoon gegeven, achteloos versmaad, afgeslagen.
Het geschenk werd dikwijls in een hoek gegooid, begerige ogen en handen strekten zich naar andere dingen uit. Voor God geldt echter, wie de Zoon versmaadt, versmaadt de Vader. Wie de Zoon niet heeft, heeft ook de Vader niet.
De Vraag is altijd, wat doet u met Jezus? Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. Onze omgang met Jezus is de testcase, de toegangsweg tot al de andere dingen die God geven wil. Paulus belooft ons in Romeinen 8:32 ‘Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?’

Dit geschenk is voor u, die gelooft. Ja, Ik geloof Jezus zal spoedig komen en Gods rijke belofte zal vervuld worden. Maranatha!

Ds. Henk Schouten