Het licht was er eerder dan de zon...!

ds. Theo Niemeijer • 78 - 2002/03 • Uitgave: 6/7
“In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; en het licht schijnt in de duisternis”
Joh. 1:4-5


Het klinkt u misschien wat vreemd in de oren. Toch kunnen we deze volgorde in de schepping, zoals deze in het eerste bijbelboek beschreven wordt, terugvinden.
"En God zeide: Er zij licht, en er was licht.. .de eerste dag" (Genesis 1:1-3).
"En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels.. .de vierde dag" (Genesis 1:14-19).
Pas op de vierde dag werden de zon, de maan en de sterren geschapen. Waar kwam het licht dan in de drie voorafgaande dagen vandaan? Kan het licht worden zonder de zon? Is de zon dan toch niet de bron van het licht? Kan het ook donker worden, terwijl de zon schijnt?

Beide verschijnselen vinden we in de Bijbel terug. Zo lezen we over een gebeurtenis in Egypte, waarbij in het gehele land Egypte drie dagen lang het licht uit ging: "...en er was gedurende drie dagen een dikke duisternis in het gehele land Egypte. Gedurende drie dagen kon niemand een ander zien, noch van zijn plaats opstaan; maar alle Israëlieten hadden licht, waar zij woonden" (Exodus 10:22-23).

Of nu de zon wel of niet schijnt, kennelijk kan het, onafhankelijk van de zonneschijn, duister of licht zijn! Zo zien we deze duisternis ook tijdens de kruisiging van de Here Jezus in Jeruzalem. Hij hing omtrent het zesde uur (12.00 uur onze tijd) aan het kruis, toen het over het gehele land drie uur lang duister werd. Terwijl de zon scheen, ging het licht uit en werd het donker. Het resultaat was vele malen sterker dan bij een totale zonsverduistering, een verschijnsel waarmee we ook in Nederland enige tijd geleden te maken kregen.

Andersom gebeurt het ook. Voor Petrus werd het in zijn donkere cel ineens licht, toen een engel hem verscheen (Handelingen 12:7). Hebben de herders op de velden van Efrata, die 's nachts bij hun schapen de wacht hielden dat ook niet meegemaakt? Voor hen veranderde de nacht in het meest zonnige moment van hun leven.

Hoe kan het licht zijn, terwijl de zon niet schijnt, en donker, terwijl de zon wel schijnt? De Bijbel geeft ons het antwoord. Het kon drie dagen voor het scheppen van de zon al licht op aarde zijn omdat God Zelf licht is. Hij is de bron van het waarachtige licht. Wanneer God zijn handen van deze wereld terug trekt wordt het in onze wereld volslagen donker, ondanks dat de zon schijnt. Het is niet de zon, maar God Zelf, die het iedere dag weer licht laat worden. We lezen in Openbaring 21:23 over het hemels Jeruzalem: "En de stad heeft de zon en de maan niet van node, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam." Zowel optisch als geestelijk is Hij het licht in de duisternis. Straks is de duisternis volkomen overwonnen, bestaat ze niet meer en gaan we de eeuwige dag tegemoet.

In Johannes 1:9 lezen we over het waarachtige licht, de Here Jezus, die vanuit de hemel naar onze donkere wereld afdaalde. In Johannes 8:12 zegt de Here Jezus: "Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben." Zo wil de Here Jezus ook ons licht worden. Nee, zongarantie kunnen we u niet geven, maar wel de voortdurende zonneschijn in uw hart wanneer u Hem als het waarachtige licht in uw leven aanvaardt.

Wat is het een heerlijke knipoog van God, wanneer Hij de zon laat schijnen en we ons in de heerlijke zonnestralen mogen koesteren. We hopen van harte dat het zo zal zijn. Vergeet echter nooit, dat Hij het waarachtige licht en de werkelijke warmtebron is, bij wie we ons dag en nacht, in regen en zonneschijn, in hitte en koude mogen koesteren. Als deze "Zon" maar schijnt!

ds. Theo Niemeijer