Het nieuwe verbond

Henk Schouten • 81 - 2005/06 • Uitgave: 22
Het nieuwe verbond



Het is heel duidelijk, de bijbel is verdeeld in twee belangrijke delen. Daarvan is het eerste nog weer aanmerkelijk groter dan het tweede. We hebben het over het oude en nieuwe testament, ofwel het oude en nieuwe verbond. Ieder die een beetje vertrouwd is met de bijbel heeft al snel begrepen dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen deze twee hoofddelen van Gods woord.

Natuurlijk toont heel de bijbel het karakter van Gods liefde en genade. Steeds proeven we de grote liefde van God voor de mens, die Hij zo wonderlijk heeft geschapen, maar er is toch ook een duidelijk verschil tussen het eerste en tweede verbond.

Deze twee testamenten, horen natuurlijk heel nauw samen, maar dragen toch een heel verschillend karakter. Dat verschil wordt wel erg goed onder woorden gebracht door de apostel Johannes. In Johannes 1: 17 lezen we: “de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.”

Daarmee worden de verschillen helder geformuleerd en daarmee zijn ook de namen van de belangrijkste personen uit die twee delen genoemd. Mozes de wetgever van het volk. Op indrukwekkende wijze mocht hij het volk voorgaan op de tocht uit Egypte, bij de berg Sinaï ontving Mozes uit Gods hand de stenen tafelen, de wet. Deze wet is een leidraad en uitgangspunt. Wereldwijd zijn de wetboeken medegeïnspireerd door de woorden van de thora.



De andere naam die we van Johannes hoorden is die van Gods Zoon, Jezus. “De genade en de waarheid zijn door Jezus Christus.” Jezus, niet gekomen om wet en profeten te ontbinden, maar om te vervullen. Hij kon volbrengen, want geen mens kon. Op Golgotha klonk het fantastische “het is volbracht.” Dat volbrachte werk moet in verband gebracht worden met de wet door Mozes ons gegeven. Niemand kon die wet volbrengen, niemand kon daardoor rechtvaardig worden. Daarop is één belangrijke uitzondering, Jezus. Hij heeft het volbracht.



Het oude testament wordt gedomineerd door de wet, meer dan zeshonderd wetten en wetjes komen we tegen, naast die hele grote en belangrijke wet, welke we de decaloog noemen, de tien geboden. De wet symboliseert een werkgerechtigheid: Doe dit en gij zult leven! Om zegen van de Heer te ontvangen moesten mensen gehoorzamen aan God. Je ziet in het oude testament dan ook steeds die wisselwerking, vooral in het boek Richteren, maar ook de profeten laten die wisselwerking tussen vloek en zegen zien. Wanneer het volk ongehoorzaam is aan God, moet het daarvoor de pijnlijke consequenties dragen. De Filistijn onderdrukt het volk. Uiteindelijk gaat het volk zelfs in ballingschap. In perioden van Godsvrucht en gehoorzaamheid is er zegen voor het volk. Mannen als Samuël en David staan symbool voor die gezegende perioden. De wet eist gehoorzaamheid maar mensen blijken slecht in staat God te gehoorzamen en Zijn wil te volbrengen.



Daar tegenover staat het nieuwe verbond, het genadeverbond. In dit nieuwe verbond wordt ons verteld dat de Here Jezus voor ons aan het kruis gestorven is voor onze zonde. De wet maakte eigenlijk duidelijk dat niemand de norm van God kon halen en daarom schuldig staat en verloren zou zijn. Wie op één punt de wet overtreedt is schuldig aan heel de wet. Niemand is rechtvaardig, ook niet één.



Veel mensen worstelen met het prachtige, dat we genade noemen. Ze vinden het onbestaanbaar en onwaarschijnlijk. Het is ook moeilijk te geloven, dat God de wereld zo lief had, dat Hij Zijn eniggeboren zoon gegeven heeft, opdat een ieder die gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Maar dat is precies de boodschap van het nieuwe testament. Het genade verbond.



Het nieuwe testament maakt duidelijk dat de Here God ons vergeving schenkt, wanneer we ons vertrouwen op de Here Jezus stellen. Hij heeft Gods eis, Gods wet in onze plaats volbracht.

Paulus schrijft in Romeinen 3:21-23 “Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen en wel gerechtigheid Gods door het geloof in Jezus Christus.”

Let op de woorden: ‘buiten de wet om’. God heeft een manier gevonden, waardoor de wet niet meer van kracht is voor ons. We zeggen wel eens, dat iemand boven de wet staat. Voor hem geldt de wet niet. Nu, voor mensen die in Jezus Christus geloven is dat waar. We zijn boven de wet verheven. De wet heeft geen vat meer op hen.



Het karakter van de wet is wederkerigheid. Doe dit, dan zal ik dat, is daar de regel en het uitgangspunt. Wanneer de mens zich aan de wet houdt, zal God die mens genadig zijn. Het wrange en vreselijke is dat niemand zich aan de wet kan houden.

Bij de genade ligt dat anders. God geeft ons het eeuwige leven, niet omdat Hij wegens een afspraak daartoe verplicht is. Niet omdat we het verdiend hebben. We hebben het niet verdiend. Hij geeft het ons om niet, voor niets, het is Zijn vrijgift.



Dit is een totaal ander woord dan we in het oude testament tegenkwamen. De verzoening is er voor ieder die gelooft, omdat Jezus Christus de prijs voor onze zonde heeft betaald. Feitelijk is de kracht van Gods genade zo groot dat daardoor niet alleen de mensen die vandaag leven rechtvaardiging ontvangen, maar alle heiligen die ooit leefden hebben de vergeving door het bloed van het Lam.



De allerbelangrijkste vraag is deze: Hebt u door geloof in Jezus Christus deel aan deze genade Gods?



Ds. Henk Schouten