Hij is hier niet, want... Hij is opgewekt!

Feike ter Velde • 88 - 2012 • Uitgave: 7
Het grote en centrale thema van het Evangelie van Jezus Christus is Zijn opstanding uit de doden. De rest van Jezus’ levensverhaal verbleekt bij die bovennatuurlijke gebeurtenis. Als het niet is geschied, dan was Jezus een religieuze bedrieger en is Zijn hele leven van geen belang. Als het wáár is, als Hij is opgewekt, dan krijgt heel het leven een andere betekenis dan wat wij er hier en nu van zien en ervaren. Vele getuigen zeggen: Jezus is waarlijk opgewekt!

Die zondagmorgen – zo heette die dag niet, want het was gewoon de eerste dag van een nieuwe week – was voor die twee vrouwen, beiden met de naam Maria, van een onvergetelijke betekenis. Ze waren ooggetuige geweest van de begrafenis van Jezus in het nieuw uitgehouwen graf van Jozef van Arimatéa. Deze Jozef heeft zelf de begrafenis verzorgd en nadat de steen, die de ingang van het graf moest afsluiten, er voor was gewenteld, was Jozef vertrokken. Maar de beide vrouwen waren nog een poos gebleven, om vroeg in de morgen, ná de sabbat, terug te keren.
In de stilte van die vroege morgen kwam er een aardbeving – misschien wel een zware naschok van de aardbeving die plaatsvond op het aangrijpende moment toen Jezus stierf aan het kruis (Matteüs 27:51). De rotsen scheurden en graven gingen open. Heel het dodenrijk moet op dat moment hebben gesidderd van ontzetting en de machten der duisternis moesten de sleutels van de dood en het dodenrijk afgeven aan de Rechtvaardige, die was afgedaald in het rijk der doden. Daar zaten de zondaren en hier kwam een Rechtvaardige om het einde van de macht van de zonde en van de dood te proclameren.
Wat zich daar moet hebben afgespeeld kunnen we maar vanuit de verte vermoeden. Maar groots was die Sabbat, toen de Heiland afdaalde in de dood. Alles volbracht, de rekening voldaan, de aanklacht verscheurd, de aanklager ontwapend, de dood overwonnen, de zondaar gered.

Eeuwige redding
Hij is niet hier….want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft. De opstanding van Jezus Christus was een vooraf bekend gebeuren en was door Hemzelf aangekondigd, evenals Zijn dood aan het kruis. Het waren elementen in het grote heilsplan van de levende God. Hij had voorzien dat niet oordeel en dood het laatste woord zouden hebben voor de door Hem geschapen mensheid, maar genade en leven zouden triomferen. In de Raad Gods was dat vooraf besloten (Handelingen 2:23) en in de komst van Jezus, als God de Zoon, bezegeld.
Deze grote zondagmorgen, deze eerste dag der week aansluitend op die grote Sabbat, werd daarvan het bewijs en tevens de wervende kracht van het Evangelie. Want de Geest, die op de Pinksterdag uit de hemel naar de aarde kwam, kwam juist dát leven, waardoor Jezus werd opgewekt, brengen in de harten der mensen. Het is ‘de Geest, die Jezus uit de doden heeft opgewekt’ (Romeinen 8:11) die in ons woont en die ware gelovigen verwekt uit de kring van verloren zondaars.
Eeuwige redding zonder de Opstanding van Jezus zou ondenkbaar zijn geweest. Juist het wonder van de wedergeboorte hangt nauw samen met het wonder van de opstanding van Christus (1 Petrus 1:3). Laten we tijd nemen om over deze grote wonderen na te denken, het beter tot ons te laten doordringen en het ons door de Heilige Geest beter eigen te maken.

Overwinning
De boodschap vanaf de Pinksterdag door de apostelen was de boodschap van de opstanding van Jezus. Juist die Opstanding van Jezus geeft de volle betekenis aan het heil dat de levende God wil verkondigen aan deze verloren wereld. Het is het hart van het heil, de kern van het Evangelie, de wezenlijke substantie(!) van de genade. Omdat Jezus opstond zijn wij bevrijd. Wij, die ons door Gods genade aan dat heil hebben mogen toevertrouwen en ons aan die genadige Heiland hebben mogen overgegeven. Nu is Hij niet meer hier. Hier is Zijn taak volbracht, Zijn werk klaar. De diepte van de menselijke zonde werd openbaar in de afwijzing van de reddende en genezende Heiland. De hoogte van Gods liefde kwam openbaar in het grote Offer dat Jezus bracht toen Hij vrijwillig stierf aan het Kruis. De ernst van de vijandschap van de duivel werd openbaar, toen hij dacht de overwinning te hebben behaald in de dood van Jezus met inschakeling van geestelijke leiders. Dit speelt in heel de mensheid van alle tijden nog steeds!

Met de Pinksterdag is de strijd om de grote waarheid van de opstanding begonnen. De vijand van God en mensen bleef nog maar één middel over en dat was de ontkenning van de opstanding. De boodschap dat de Here was opgestaan kwam echter uit de hemel; niet in eerste instantie van mensen. Het was een engel die neerdaalde uit de hemel en een grote aardschok te weeg bracht, waardoor de zware steen werd afgewenteld en het graf werd geopend. Gods machtige daad van de opwekking van Jezus geschiedt niet onder het toeziende oog van mensen. Dat heilige moment, dat grootse moment van de machtige Rechterhand van de levende God, is niet geschikt voor zondige ogen. De opwekking gebeurde en Zijn opstanding was het bewijs voor Zijn opwekking: ze zágen Hem, veertig dagen lang en spraken met Hem. Hij leeft!

De Geest zal je hart vervullen
De kracht, de geloofskracht van dat heerlijke feit kon en kan de kerk niet altijd even goed vasthouden. Gaandeweg werd in de kerkgeschiedenis de boodschap van de Levende de boodschap van de Dode! Het symbool van het christendom van vóór de reformatie werd de crucifix, een dode Jezus aan het kruis en de krachtige proclamatie van de opstanding verbleekte en daarmee ook de werfkracht van het evangelie. Het tijdelijke en natuurlijke nam de plaats in van het eeuwige en bovennatuurlijke. De kerk deed een grote stap terug en raakte haar zeggingskracht kwijt. Maar hier zegt de engel: “Hij is niet hier, want Hij is opgewekt.” De boodschap van de engel wordt in feite door de kerk krachteloos gemaakt door de nadruk te leggen op een dode Jezus, in plaats van de krachtige verkondiging van de Levende, de Opgestane, die vandaag nog steeds onder is, in de Persoon van de Heilige Geest.
Naarmate wij de opgestane Heiland verhogen en verheerlijken, naar die mate ook wordt ons de volheid van de Geest geschonken. Door Johannes wordt ons gezegd: ‘De Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was’ (Johannes 7:39). Datzelfde vinden we in Handelingen 2:33, namelijk als de opgestane Heiland wordt verhoogd en verheerlijkt, dan daalt de Heilige Geest neer in het hart van die gelovige! Het is alsof de Schrift ons dit via een natuurwet wil bijbrengen, namelijk de wet op de communicerende vaten. De Here Jezus Christus als opgestane en levende Heiland verheerlijken in je leven, dan zal de Geest je hart vervullen. Hem verheerlijken betekent ook: Hem gehoorzaam zijn en leven naar de Bijbelse geboden.

Een grote troef in de handen van de vijand is dat hij ons vijandig gemaakt heeft jegens de Bijbelse geboden. De moderne mens eist het zelfbeschikkingsrecht voor zichzelf op en wil niets weten van dingen die hem zogenaamd worden opgelegd van buitenaf. Ook niet door de wet van God. Het moet worden opgemerkt dat Jezus, bij Zijn instructie aan de discipelen zegt: ‘Maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen… en leert hen onderhouden al wat ik u geboden heb’ (Matteüs 28:19).
Jezus leerde aan Zijn discipelen om Zijn geboden te bewaren, zodat Hij zichzelf aan hen zou kunnen openbaren (Johannes 14:21). Hij spreekt hier over de tijd van ná Zijn opstanding! Heel de zwakte van het christendom in onze dagen hangt samen met de boodschap van de Opgestane en Levende Heiland, wiens geboden wij mogen doen!

Feike ter Velde