Ik had een droom

W.H.B. ten Voorde • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 3
Het is al wat jaren geleden. Het gebeurde in 1969, zestien jaar voordat ik predikant werd. In korte tijd kreeg ik driemaal precies dezelfde droom. Wat gebeurde er in die droom? Ik stond op een preekstoel en bracht het Woord van God. Terwijl ik preekte verbaasde ik me om wat ik deed. Wat was er een kracht, een zalving, een wijsheid, liefde en bewogenheid. Dat had ik helemaal niet van mezelf. Met autoriteit bracht ik het Woord van God. De kracht, de werking van de Heilige Geest was er! En wat gebeurde er? Terwijl ik preekte stonden mensen op uit de kerkbanken, anderen liepen het gangpad op naar voren en ze riepen: Wat moeten we doen om behouden te worden? Mijn preek maakte ik niet af, maar ik ging van de preekstoel af en mocht vele mensen tot Jezus leiden.

Die droom kwam terug in mijn gedachten toen de redactie mij vroeg iets te schrijven over persoonlijke indrukken van opwekking.

In Ps. 85 staat: "Zult Gij ons niet doen herleven… schenk ons herstel, zodat heerlijkheid in ons land woont".

We weten hoe de geestelijke situatie in ons land is. Als land, als volk zijn we ver bij God vandaan. De Bijbel wordt meer en meer aan de kant geschoven. Wij doen wat wij willen. We zijn eigen baas. God de Schepper hebben we niet nodig. Zijn normen en waarden, die als liefdevolle levensregels gegeven zijn ook niet.

Wat is dat dwaas en kortzichtig en vat krijgt de duivel zijn zin. Als de Bijbel als de lamp voor onze voet en het licht op ons pad uitgerangeerd wordt, wat houden we dan over? Duisternis, geestelijke duisternis. We ontdekken dat in onze tijd toenemend ongeloof, toenemende onverschilligheid t.o.v. God, Zijn Woord en de Kerk. Een tijd van o.a. toenemend occultisme, immoraliteit, gokzucht en corruptie. Daar tegenover een zwakke, verdeelde en krachteloze kerk. Vaak lauw en liefdeloos. Een kerk die, zoals iemand schreef, gevangen zit in de klauwen van het gemak, waarmee zij zich aan de normen en de waarden van een door-en-door verwereldlijkte maatschappij aanpast.

Is er nog verandering mogelijk? En hoe moet die verandering komen? Kijken we naar de kerkgeschiedenis dan ontdekken we meer situaties als waarin wij nu leven. B.v. in Engeland in 1937 en in de V.S. omstreeks 1850. Wat gebeurde er in de VS? Er ontstonden in het Oosten van de Verenigde Staten overal gebedskringen, thuis, maar ook in fabrieken, kantoren en kerken. Mensen beleden hun zonden, kwamen tot geloof en begonnen te bidden voor opwekking. Amerika begon op nieuw te leven. In twee jaar tijd, 1857-1859 werden meer dan een miljoen nieuwe gelovigen aan de kerk toegevoegd. Hoe kwam die verandering? Mag ik enkele belangrijke dingen noemen? Ten eerste: christenen raakten bewogen vanwege de geestelijke nood en leegheid in hun kerken en in de wereld. Er komt een besef van menselijke hulpeloosheid. Een besef dat er een krachtig Goddelijk ingrijpen nodig is. Een nieuwe doorwerking van de Heilige Geest. Dit leidt tot verootmoediging en volhardend gebed. Dit is ook vandaag nodig. De kinderen van God uit verschillende kerken en gemeenten worden ertoe opgeroepen.

Van Godswege zelfs! Lees maar mee: "Indien Mijn volk waarover mijn Naam is uitgeroepen zich verootmoedigt en zij bidden en zoeken Mijn aangezicht en zich bekeren van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen en hun zonden vergeven en hun land herstellen" (2 Kron. 7:14).

Er is herstel, genezing mogelijk voor ons land. Willen wij doen wat God van ons vraagt?

W.H.B. ten Voorde