Ik mishandelde mijn kinderen…

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 20/21
Ik mishandelde mijn kinderen…



Het is nu, deze kerstweek, precies vijftien jaar geleden dat Hanny en Johan, samen met de drie kinderen, in het gemeentehuis stonden om opnieuw in het huwelijk te treden. Want het was allemaal misgegaan. Bijna vier jaar hadden ze gescheiden geleefd. De kinderen, Stefan en Stan en Sifra, waren die vier jaren zichtbaar ongelukkig. Zij waren namelijk in het grote huis van Johan gebleven. Hij had de zorg op zich genomen met alle moeite van dien. Vooral Stan, die vijf jaar was toen Hanny besloot haar man en kinderen te verlaten heeft eronder geleden. Hij was stiller geworden dan voorheen. Hij zat vaak bij zijn vader op schoot en het liefst had hij dat Johan voorlas. Mooie verhalen met een goede afloop. Hij had een paar keer gevraagd wanneer mamma weer terugkwam. “Die komt niet meer terug”, had Stefan zijn broertje toegesnauwd. Hij was nog steeds kwaad. Eén keer had Stan aan zijn vader gevraagd of hij vooral niet weg zou gaan, maar bij hen zou blijven. Johan deed zijn best om het ventje gerust te stellen en hem ervan te overtuigen dat hij blijven zou, dat hij erg veel van ze hield en ze nooit in de steek zou laten. Waarom mamma dat wel gedaan heeft kon hij niet goed uitleggen. Het had met haar ziekte te maken, dat wel. Dat begrepen de kinderen ook wel een beetje. Maar als ze een paar dagen bij mamma op bezoek gingen leek ze helemaal niet ziek. Dat was ze ook niet meer. Maar hoe heeft het toch allemaal zo ver kunnen komen? Hé, wat vreemd. Het is alsof schuldgevoelens over alles wat toen zo intens misging, haar plotseling overvallen. Op het plein speelt een muziekkorps sfeervolle kerstmuziek, terwijl het verleden Hanny door het hoofd speelt.



Hanny loopt de lange winkelstraat in. Over twee dagen is Kerst. Ze moet nog wel wat boodschappen nog doen. De kinderen komen ook. Hanny heeft zich er dagen uitermate op verheugd. Stefan met zijn lieve vrouw en hun eerste kleinkind, bijna twee jaar al weer. Stan komt met zijn verloofde. Ze trouwen over acht weken. Hij is net klaar met zijn studie economie en recht. Sifra gaat volgend jaar in Amerika studeren. Dat zal een hele verandering geven. Hanny is in gedachten verzonken als ze door de sfeervolle winkelstraten loopt met de uitbundige kerstversieringen. Prachtige etalages vrolijken de kou en de donkerheid op. De vrieskou doet sommige mensen diep wegduiken in warme kragen. Hier en daar komt kerstmuziek uit de warenhuizen. Het is druk op straat. De winkels zijn de hele week tot negen uur open. Johan is nog even naar bibliotheek. Sifra komt vanavond laat al thuis. Ze woont al twee jaar in haar eigen appartementje. Haar studie gaat voortreffelijk. Hanny kan niet anders dan dankbaar kijken naar haar kinderen, die het zo goed doen, na alles wat er in hun jonge leven is gebeurd. Een verstikkend brok in haar keel welt op als een prachtige stem klinkt uit de passage van het winkelcentrum die een kerstlied zingt over licht in de donk’re nacht, over vergeving en over een nieuw begin. Het kerstfeest geeft immers al vijftien jaar lang aan, dat een nieuw begin ook voor Hanny mogelijk is, evenals voor Johan en de kinderen. Voor Hanny is het kerstfeest geen theorie, geen tekst en geen lied alleen, maar ongelofelijke werkelijkheid.



Ze besluit een kopje koffie te nemen in het restaurantje waar ze vaak even met Johan zit als ze samen winkelen. Gedachten aan vroeger spoken door haar hoofd. Samen met haar zusje groeide ze op in een huis van angst en geweld. Tot haar zestiende jaar is ze door haar vader mishandeld. Ze besloot weg te lopen. Uit angst, maar ook in woede. Ze was bang voor haar vader. Ze moest altijd haar uiterste best doen het hem naar de zin te maken. Dat lukte vaak niet en dan was er geweld, slaag, een trap, geschreeuw en veel scheldwoorden. Moeder trachtte wel te sussen, maar dan richtte zijn onbegrijpelijke boosheid zich ook op haar. Dan werd ze stil. De woorden van bedreiging over wat er allemaal zou kunnen gebeuren sneden als dolkmessen in het lijf van de twee meisjes. De angst om haar zusje die ze achterliet was er elke dag. Ze ging samenwonen met een jongen in zijn flatje. Haar ouders kenden haar adres niet. Sindsdien is ze nooit meer thuis geweest. Haar zusje is maar vierentwintig jaar geworden. Ze is door een ongeluk om het leven gekomen. Ze heeft nooit enig echt levensgeluk gekend.



Later is Hanny met Johan getrouwd. Hij had een heel goede baan. Hij was intelligent, wellevend en was de eerste man die werkelijk in haar geïnteresseerd was. De periode van samenwonen was niet anders dan ruzie en spanning. Hoe anders bleek Johan, zo anders dan die jongen en zo anders dan haar vader. Hanny leerde wat echt leven was, wat geven was, liefde geven en liefde ontvangen. Dat had nog wel een poos geduurd. Ze had Johan haar verleden verteld. Hij had ernaar gevraagd en had doorgevraagd. Ze kreeg moed om te vertellen. De jaren van voortdurend huiselijk geweld, van mishandeling door haar vader, dat teruggaat tot haar vroegste herinnering. Johan had geluisterd, zoals ze nog nooit iemand had zien luisteren. Ze had zo dikwijls de tranen in zijn ogen gezien en de warmte ervaren als hij zijn armen om haar heensloeg en dan vaak niets zei. Langzaam raakte ze ervan overtuigd dat hij echt van haar hield. Dat kon ze eerst niet echt geloven. Ze kon het niet vatten, omdat ze niet wist wat het was: bemind te worden. Het was zo vertroostend, zo genezend. Johan was de man van haar dromen. Hij heeft het beeld dat ze van mannen had totaal veranderd. Hun trouwdag was een feest met een zwart randje. Haar vader was niet gekomen. Hij bleef onveranderd, ook nadat Hanny was weggegaan van huis. Moeder had veel stil verdriet gehad. Zij was op de trouwdag, alleen, maar blij dat Hanny Johan als man had gekregen. Na het gemeentehuis was er de bruiloft en daarna op reis, naar Kreta, tien dagen. De ober bracht Hanny een tweede kopje koffie. Mensen lopen af en aan in de winkelstraat. Hanny kijkt naar buiten, maar haar gedachten zijn nog bij vroeger. Gek, dat het nu zo helder terugkomt.



Ze was door Johan langzaam verder hersteld van haar innerlijke verwondingen, opgelopen bij een gewelddadige vader. Hij had een keer haar arm gebroken, ze was toen een jaar of tien. Bij een andere gelegenheid had hij haar zo hard in haar buik geschopt dat ze weken lang pijn heeft gehouden. De dokter kon niets bijzonders vinden. Misschien was ze wel gevallen in de speeltuin of op het schoolplein, veronderstelde moeder in het spreekuur bij de dokter. Hanny had niets gezegd. Ze wist wel beter. Maar ze wilde zoiets ergs over haar vader niet vertellen. Wel verweet ze haar moeder in stilte dat zij erover zweeg en eigenlijk loog tegen de dokter. Ze voelde zich soms door moeder in de steek gelaten, verraden zelfs, dacht ze later. Moeder had een ongekend verdriet, maar een nog grotere schaamte om het huiselijke leed met iemand te delen, om er werk van te maken, om het te stoppen. Ze was menigmaal zelf door hem geslagen, uitgescholden en vernederd. Ze had geen moed meer. Het liefst was ze weggegaan, maar ze wist nooit waarheen. Haar gezondheid was niet zo goed en in haar eigen onderhoud voorzien met twee kinderen leek nooit een oplossing. Haar leven was donker geworden. De pijn was af te lezen in de trekken van haar gezicht. Ze kon genieten van de kleinkinderen die Hanny en Johan haar hadden geboden. Vlak voor de geboorte van Sifra stierf Hanny’s vader. Ze betrapte zichzelf erop dat ze geen traan om hem heeft gelaten. Johan had wat gezegd bij de begrafenis, eigenlijk veel te mooie woorden, maar het was goed zo. Zo kwam er een punt achter een lange periode van pijn.



Toen Stefan drie jaar was sloeg Hanny haar zoon voor het eerst opmerkelijk hard. Ze schrok van zichzelf. Maar twee dagen later gebeurde het opnieuw. Ze duwde de gedachte van haar onredelijkheid tegenover Stefan ver weg. Mishandeling was nog niet in haar opgekomen. Met de geboorte Stan en later Sifra, een meisje, was het gezin compleet. Alle drie kregen regelmatig slaag, als Johan niet thuis was. Ze mocht niet slaan van Johan, maar het gebeurde. Op een dag kwam Hanny tot de afschuwelijke ontdekking: ik doe precies hetzelfde aan mijn kinderen wat mijn vader aan mij deed. Ik ben niet beter dan mijn vader aan wie ik zulke bittere herinneringen heb. Ik mishandel mijn kinderen. Hanny zakte in de maanden die volgden weg in diepe depressieve gevoelens. Via de huisarts kwam ze terecht op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis en na enkele weken in de psychiatrie. Behandeling, gesprekken met de psychiater en medicijnen, brachten enige verbetering. Johan en de kinderen bezochten haar trouw. Hij verzekerde haar steeds weer dat het beter zou gaan worden en dat ze straks genezen thuis zou komen. En dat gebeurde, na ongeveer vier maanden. Iedereen was blij. De kinderen vooral. Maar spoedig bleek dat het tussen Hanny en Johan anders was geworden. Hanny ergerde zich aan Johan, steeds vaker en steeds meer. Ze was nog geen drie maanden thuis of ze besloot dat ze Johan zou verlaten. Ze wilde niet langer getrouwd zijn. Ook de kinderen hinderden haar en er was steeds meer irritatie. Het duurde nog enige tijd voordat haar plan gereed was. Een flat in een andere stad was gemakkelijk te huren, spulletjes gauw gekocht. Johan en de kinderen waren compleet van slag. Hanny liet ze achter in een ontreddering waarvoor ze geen oog had. Er gold maar een ding: ik moet aan mezelf toekomen, ik moet van mezelf leren houden. Zo had ze het geleerd in de psychiatrische behandeling. De flat bood rust. De scheiding werd formeel bezegeld. Antwoord op vragen van Johan over wat hij toch fout heeft gedaan kon en wilde Hanny niet beantwoorden. Om de week kwamen de kinderen een weekend, van vrijdagavond tot zondagavond. Hanny vond een baan op kantoor.



Ruim drie jaar later belde Jolanda op. Ze hadden elkaar jaren lang niet gezien of gesproken. Ze hadden samen op school gezeten en nog lang daarna waren ze echte vriendinnen geweest. Jolanda wist van alle moeite vroeger thuis, met haar vader. Ze had gehoord over Hanny van anderen. Drie dagen later zaten ze samen aan de koffie in de flat van Hanny. Jolanda luisterde naar het lange verhaal van Hanny. Zo nu en dan diep ontroerd en met tranen in haar ogen. Het ging over vroeger, haar vader en over de mishandeling van haar eigen kinderen daarna. Vooral Sifra, de jongste, had er erg onder geleden. Ze vertelde over de schuldgevoelens, de psychiatrie, de behandeling en het vrijkomen van schuldgevoelens door voor zichzelf op te komen. Toen ze na maanden weer thuis was werd ze door Johan en de kinderen herinnerd aan vroeger, aan haar slechte gedrag en de mishandeling van haar kinderen. Daar wilde ze vanaf. Dat was de reden van haar vertrek en uiteindelijk van de echtscheiding, legde ze aan Jolanda uit. Na een lange tijd stil te zijn geweest vroeg Jolanda of ze wat mocht vertellen. Ze begon bij de schooltijd. De christelijke school, over haar studietijd aan de universiteit, haar baan. Ook hoe het christelijke geloof haar nooit helemaal had losgelaten. Drie jaar geleden is Jolanda, samen met haar man, tot levend geloof gekomen. Ze vertelt wat er allemaal is veranderd, over Gods liefde, zijn vergeving en de kracht van de Heilige Geest, om een nieuw leven te beginnen. Midden in dat gesprek confronteert ze Hanny plotseling hard en duidelijk met zichzelf. Je bent niet meer zoals vroeger. Je was zacht en bedeesd. Nu ben je hard en vooral egoïstisch. Ze hebben je op het verkeerde been gezet. Je bent nu zieker dan toen je depressief was. Je bent ziekelijk van jezelf gaan houden, maar dat is niets anders dan puur egoïsme. Dan pakt Jolanda de draad weer op en getuigt van Gods genade en zijn vergevende liefde. Hanny ziet ineens zichzelf, haar gedrag, haar verkeerde beslissingen, de gezichten van haar kinderen en hun pijn, het verdriet van Johan. Die avond bidt Hanny samen met Jolanda voor het eerst een gebed.

Alles is van toen af aan anders geworden. Ze is teruggaan naar Johan. Die wilde eerst bedenktijd. Hij begreep het niet. Later zei hij, dat hij altijd heeft geweten dat ze terug zou komen. Bijna vier jaar heeft hij gewacht, voor de kinderen gezorgd en hun zoveel mogelijk pijn bespaard. Dat ik dit hem en mijn kinderen ooit heb kunnen aandoen, bedenkt Hanny. Ik leefde bijna als in een verdoving die vier jaar. Er loopt een traan over haar wang uit haar rechter ooghoek.



Na de kerstdagen spreken Johan en Hanny samen op een huwelijksconferentie, over hun verdriet van vroeger en hun vreugde van vandaag. De genade Gods is ook aan hen verschenen… Hanny loopt naar de kassa om te betalen. De film van haar leven is uit. Ze weet: ik ga straks nog eens nadrukkelijk aan Johan vragen of hij me dit wel echt heeft kunnen vergeven. Maar diep in haar hart weet ze het, want straks wordt het kerstfeest. Jezus kwam…



Feike ter Velde